Contact
  1. 5933-Functionele MRI hersenen

Een Magnetic Resonance Imaging (MRI) van de hersenen wordt uitgevoerd om de activiteiten en functies in uw hersenen te onderzoeken. Gedurende het MRI-onderzoek voert u een aantal opdrachten uit. Het onderzoek is pijnloos en duurt ruim een uur. In deze folder kunt u meer lezen over dit onderzoek.

Wat is een MRI-scan?

MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. De MRI bestaat uit een tunnel en een verschuifbare tafel. Tijdens het onderzoek ligt u op deze verschuifbare tafel. Hoe ver de tafel de tunnel inschuift, is afhankelijk van welk MRI-onderzoek de medisch specialist voor u heeft aangevraagd. De tunnel is aan de voor- en achterkant open.

Magnetische velden en radiogolven

MRI is een onderzoeksmethode waarbij van buitenaf afbeeldingen van het inwendige van de mens kunnen worden gemaakt. De werking van MRI is niet gebaseerd op röntgenstraling, maar op magnetische velden en radiogolven. Met een sterke magneet en radiogolven worden er in het te onderzoeken lichaamsdeel radiogolven opgewekt. Een antenne vangt de signalen op en de computer zet deze om in beelden. Zo kunnen er doorsneden van het lichaam worden weergegeven. Deze techniek is tot op heden niet schadelijk gebleken.

Net als bij gewone magneten en radiogolven voelt u hier niets van. Wel hoort u tijdens de opnamen een kloppend/tikkend geluid. Het tikkende geluid is niet continu, maar duurt steeds opnieuw enkele minuten, en het verschilt in sterkte en tempo. U kunt het kloppende/tikkende geluid van de MRI hier beluisteren.

Contrastvloeistof

Het kan zijn dat we gebruik maken van contrastvloeistof.
Deze contrastvloeistof heet Gadolinium en wordt tijdens het onderzoek via een infuus toegediend. Het Gadolinium mengt zich met het bloed en komt zo overal in het lichaam. Gadolinium is een zeer veilig contrastmiddel. U merkt niets van de toediening van dit contrastmiddel. Geeft u borstvoeding? Zie hiervoor de uitleg onder het kopje 'Borstvoeding'.

Risico’s contrastmiddel (gadolinium) bij MRI-onderzoek

Als de patiënt een MRI scan moet ondergaan, kan er door een infuus een contrastvloeistof worden toegediend. Er is een kleine kans op bijwerkingen en allergische reacties.

Toediening contrastvloeistof via het infuus
Om de contrastvloeistof te kunnen geven moet er een infuusnaald geplaatst worden. Het komt vaak voor dat er een hematoom (blauwe plek) ontstaat, dit is vervelend maar onschuldig. Het komt zelden voor dat de infuusnaald niet goed in het bloedvat zit. Als de infuusnaald niet goed zit tijdens het toedienen van de contrastvloeistof doet dit meteen pijn en kan de arm dik worden. Wat zeer weinig voorkomt is dat een zenuw of spier in de knel komt, dan zal de patiënt naar de eerste hulp gestuurd worden.

Voorbereiding op MRI-onderzoek

Voor een MRI-onderzoek gelden speciale voorzorgsmaatregelen. Deze zijn nodig omdat de MRI-magneet zeer sterk is (10.000 tot 40.000 keer sterker dan het magnetisch veld van de aarde) en zodoende losse metalen voorwerpen met grote snelheid kan aantrekken. Om uw veiligheid te kunnen garanderen gelden daarom onderstaande voorzorgsmaatregelen:

  • Neem geen metalen voorwerpen mee in de MRI-ruimte. Denk hierbij aan sleutels, pennen, metalen munten, brillen, zakmessen, sieraden, horloges, gehoorapparaten, haarspelden, riemgespen, enzovoort. Ook is het verstandig om kledingstukken zonder ritsen of metalen knopen aan te doen, zoals een joggingbroek of een pyjama.
  • Mascara kan metalen deeltjes bevatten. Gebruik daarom geen mascara.
  • Hebt u metalen voorwerpen in uw lichaam, zoals kunstgewrichten, kunstkleppen, metalen clips, neem dan contact op met uw behandelend arts.
  • Metaalbewerkers en lassers hebben soms kleine metaalsplinters in het oog. Deze splinters kunnen het oog beschadigen wanneer ze in het magnetisch veld komen. Meld dit vooraf bij uw behandelend arts.

Patiënten met een pacemaker, neurostimulator of een inwendige insulinepomp komen in principe niet voor een MRI-scan in aanmerking. Meld daarom altijd aan uw behandelend arts of uw dergelijke inwendige apparaten hebt.

Let op
Het is belangrijk dat u gedurende het onderzoek stil kunt blijven liggen.

Voorbereiding bij zwangerschap en/of borstvoeding

Bent u zwanger of denkt u zwanger te zijn, neem dan vóór het MRI-onderzoek contact op met uw behandelend arts. Voor zover bekend is een MRI-onderzoek niet schadelijk voor het ongeboren kind. Toch wil de radioloog om mogelijke risico's te vermijden ook graag op de hoogte zijn van een eventuele zwangerschap. Meld daarom ook voorafgaand aan het MRI-onderzoek in de onderzoeksruimte dat u (misschien) zwanger bent.

Bij sommige MRI-onderzoeken krijgt u via een infuus een contrastmiddel toegediend. Uw lichaam neemt het contrastmiddel op. Het komt daardoor ook in uw moedermelk terecht. Het is daarom verstandig tot 24 uur na het onderzoek geen borstvoeding te geven.

Voorbereiding bij medicijngebruik

Als u een MRI-onderzoek ondergaat, mag u de medicijnen die u gebruikt, gewoon blijven innemen.

Voorbereiding bij claustrofobie

Tijdens het MRI-onderzoek ligt u in een kleine tunnel die aan hoofd- en voeteneinde open is. Als u niet in kleine ruimtes durft, kan dit soms erg moeilijk zijn. Bespreek dit met uw behandelend arts. Hij kan u eventueel een rustgevend middel meegeven. Ook kunt u in overleg een begeleider meenemen in de onderzoeksruimte. Deze persoon zit dan aan het hoofd- of voeteneinde van de tunnel.

Verloop van het onderzoek

Aanmelden

Op de dag van het onderzoek meldt u zich aan bij een aanmeldzuil in de Centrale hal. Hiervoor heeft u uw identiteitsbewijs (ID, paspoort of rijbewijs) nodig. Als u de stappen van aanmelden heeft doorlopen, verschijnt op het scherm hoe laat en bij welke afdeling u moet zijn. Ook ziet u op het scherm of er een wachttijd is bij het spreekuur. Alle afspraakgegevens worden geprint op uw afsprakenticket.

U hoeft pas kort voor het tijdstip van uw afspraak op de polikliniek te zijn. Tot die tijd kunt u plaatsnemen in de Centrale hal of in de passage. Als het tijdstip van uw afspraak nadert, gaat u naar de polikliniek waar u een afspraak heeft. Daar aangekomen houdt u uw afsprakenticket opnieuw voor een aanmeldzuil. Op het scherm verschijnt in welke wachtruimte u plaats kunt nemen.

In de onderzoeksruimte krijgt u van de laborant eerst een uitleg over het verloop van het onderzoek. Vervolgens gaat u op een dunne matras in de verlichte tunnel liggen. U krijgt een koptelefoon of oordopjes om het kloppende geluid van de MRI-scanner te dempen.

Ook krijgt u een alarmbel mee; tijdens het onderzoek kunt u daarmee in geval van nood contact hebben met de laborant. Tijdens het gehele onderzoek kan de laborant u zien.

Onderzoekstafel

U ligt op de rug op de onderzoekstafel. Met uw hoofd ligt u in een 'head coil': dit is een spoel die radiosignalen uitzendt en ontvangt. Hierboven bevindt zich een spiegeltje waardoor u een beeldscherm kunt zien (Als u slecht kunt zien, dan zijn er speciale brillen aanwezig met verschillende sterktes).

Het is belangrijk dat u zo stil mogelijk blijft liggen, omdat het onderzoek anders mislukt. De tijd die nodig is voor het maken van een opname, kan variëren van een paar seconden tot ongeveer tien minuten. Er worden meerdere opnamen gemaakt gedurende het onderzoek.

Soms kan het tijdens een MRI-onderzoek noodzakelijk zijn dat u contrastvloeistof in de bloedbaan krijgt toegediend. De laborant dient deze vloeistof via een infuus in uw arm toe.

Activiteit in de hersenen

Zoals gezegd is een functionele MRI is een onderzoek waarbij de activiteit in uw hersenen wordt onderzocht terwijl u allerlei opdrachten uitvoert. Voorafgaand aan dit onderzoek spreekt de laborant(e) die het onderzoek uitvoert, deze opdrachten met u door.
Het is van groot belang dat u de opdrachten begrijpt en goed weet wat er van u verwacht wordt, zodat u de opdrachten naar uw beste vermogen kunt uitvoeren.

Opdrachten tijdens een functionele MRI

De meest voorkomende opdrachten zijn:

Vingers bewegen

Tijdens deze opdracht beweegt u de vingers van beide handen één voor één naar uw duim in een rustig tempo. De laborant(e) kondigt de opdracht via de koptelefoon bij u aan.

U hoort dat het onderzoeksapparaat gaat scannen en na enige tijd ziet u 'tappen'. Op dat moment gaat u met uw vingers bewegen en dit blijft u doen totdat u 'rust' ziet. Dan laat u de handen gewoon stil liggen.

Na enige tijd ziet u weer 'tappen' en gaat u weer met uw vingers bewegen, totdat u opnieuw 'rust' ziet. Dit wisselt elkaar een aantal malen af. In totaal duurt deze opname ongeveer vijf minuten.

Voeten bewegen

Tijdens deze opdracht beweegt u uw beide voeten heen en weer in een rustig tempo. De laborant(e) kondigt de opdracht via de koptelefoon bij u aan.

U hoort dat het onderzoeksapparaat gaat scannen en na enige tijd ziet u 'tappen'. Op dit moment gaat u met uw voeten bewegen en dit blijft u doen totdat u 'rust' ziet. Dan laat u de voeten gewoon stil liggen.

Na enige tijd ziet u weer 'tappen' en gaat u weer met uw voeten bewegen, totdat u opnieuw 'rust' ziet. Dit wisselt elkaar een aantal malen af. In totaal duurt deze opname ongeveer vijf minuten.

Taaloefening

Tijdens deze opdracht krijgt u zelfstandige naamwoorden te zien. Het is de bedoeling dat u hierbij een werkwoord verzint, dat wil zeggen: u verzint wat u met dat bepaalde woord zou kunnen doen. U ziet bijvoorbeeld het woord 'stoel' en dan verzint u erbij 'zitten'. U hoeft de woorden niet uit te spreken, alleen maar te denken.

De zelfstandige naamwoorden worden getoond via een beeldscherm. De laborant(e) kondigt aan wanneer het onderzoek begint.

U hoort dat het onderzoeksapparaat gaat scannen en u ziet na enige tijd één voor één zelfstandige naamwoorden op het scherm verschijnen. U verzint erbij wat u met dat woord zou kunnen doen. Dit gaat best snel achter elkaar, en het kan zijn dat het af en toe niet lukt om er direct een werkwoord bij te verzinnen. Dit is niet erg, dan gaat u gewoon verder met het volgende woord.

Na een serie zelfstandige naamwoorden ziet u ineens het woord 'kijk' op het scherm en dan volgen er zwart-witvlakken. Hier hoeft u alleen maar naar te kijken. Dit is een rustmoment.

Na enige tijd ziet u weer 'maak een werkwoord' en verschijnen er weer woordjes waarbij u werkwoorden verzint, totdat u weer 'kijk' ziet. Dit wisselt elkaar een aantal malen af. In totaal duurt deze opname ongeveer vijf minuten.

Na het onderzoek

Als het onderzoek klaar is, haalt de laborant u uit de tunnel. Alle op u aangebrachte onderdelen worden verwijderd. Mocht u op dat moment nog ongemakken ondervinden van het onderzoek, kunt u dit aangeven bij de laborant. Als het nodig is, kan er dan nog even overlegd worden met de radioloog.

Rijvaardigheid en het gebruik van machines

Er zijn geen gegevens bekend over het effect van contrastmiddel op de rijvaardigheid. Als u zich echter na het onderzoek onwel voelt, moet u geen voertuigen besturen en/of machines gaan bedienen.

Uitslag MRI-onderzoek

De beelden die tijdens het MRI-onderzoek zijn gemaakt, worden bekeken en beoordeeld door de radioloog. De radioloog maakt een verslag van het onderzoek. De arts die de MRI-scan voor u heeft aangevraagd, ontvangt de onderzoeksuitslag. U krijgt van hem of haar de uitslag, ofwel telefonisch ofwel tijdens het volgende polikliniekbezoek (afhankelijk van wat u met deze arts hebt afgesproken).

De radiodiagnostisch laborant die bij u het onderzoek heeft uitgevoerd, mag u niets over de uitkomsten van het onderzoek meedelen. Om te voorkomen dat u een verkeerde of onvolledige uitslag krijgt, doen de laboranten daarom geen uitspraken over het verloop en de uitslag van het onderzoek.

Afspraak maken/verzetten

Voor een afspraak voor een MRI hebt u een verwijzing van uw huisarts of medisch specialist nodig. Als u een gemaakte afspraak niet kunt nakomen, belt u dan zo spoedig mogelijk met ons secretariaat om uw afspraak af te zeggen. U kunt dan meteen een nieuwe afspraak maken en wij kunnen in uw plaats een andere patiënt helpen.

Tot slot

De informatie-uitwisseling tussen arts en patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Dat betekent onder meer dat de zorgverlener – in dit geval dus de afdeling Radiologie – u in begrijpelijke taal moet informeren over de aard en het doel van een onderzoek, en over de gevolgen of de eventuele risico's ervan. Mocht u behoefte hebben aan meer informatie, dan kunt u te allen tijde terecht bij de medewerkers van de afdeling Radiologie. De radioloog (en/of laborant) vertelt tijdens het onderzoek steeds wat er gaat gebeuren. U kunt aan hem ook vragen stellen, vooraf en na afloop.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Radiologie
088 624 28 82 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 5933