Contact
  1. 7038-Hartrevalidatie (PID): H2 Eigen risicoprofiel

Patiënten Informatie Dossier

Eigen risicoprofiel

Iedereen kan een hart- of vaatziekte krijgen. Er zijn oorzaken die de kans op zo’n ziekte vergroten. Wij noemen dat risicofactoren.

​2.1 Risicofactoren

Risicofactoren zijn onder andere: roken, een hoge bloeddruk, een hoog cholesterol, diabetes, overgewicht, veel stress en te weinig bewegen. Aan sommige oorzaken kunt u niets doen, andere risicofactoren kunt u wel zelf kleiner maken. Het overzicht van al uw risicofactoren noemen we uw risicoprofiel. Met uw risicoprofiel kunnen we inschatten of uw risico voor hart- en vaatziekten echt is verhoogd. Wanneer u zelf begrijpt wat uw risicoprofiel is en daar mee aan de slag gaat, verlaagt dat de kans op hart- en vaatziekten.

Samen met de verpleegkundige en/of verpleegkundig specialist bekijkt u uw risicoprofiel en hoe u de kans op een gezond leven kunt verbeteren. Dat kan betekenen dat u uw manier van leven wil aanpassen. De manier waarop u leeft noemen wij leefstijl. Het aanpassen van uw leefstijl kan lastig zijn, maar u zult merken dat u zich waarschijnlijk fitter gaat voelen.

U kunt zelf uw risico op een hart- of vaatziekte sterk verlagen door:

  • te stoppen met roken
  • door af te vallen
  • door gezond te eten
  • meer te bewegen
  • minder alcohol te drinken
  • medicijnen te gebruiken om het risico op hart- en vaatziekten verder te verlagen

Waar kunt u niets aan doen?

  • Erfelijkheid
    Een aandoening of ziekte wordt dan bepaald door uw genen. Eerdere generaties in uw familie hebben de aandoening of ziekte ook gehad.
  • Geslacht
    Mannen hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
  • Leeftijd

    Over het algemeen geldt dat hoe ouder u bent hoe minder de kwaliteit van het hart- en de bloedvaten is.

2.2 Doelen

U kunt zelf veel doen om gezond te blijven, maar makkelijk is dat niet altijd. Het is handig om van tevoren goed na te denken waarom u uw leefstijl wilt veranderen. Als u weet waarom u uw risicofactoren wilt aanpakken, is het makkelijker om dit te blijven volhouden. Samen met de verpleegkundige gaat u daarom doelen opstellen om uw gezondheid te verbeteren. Het gaat erom dat u kijkt naar wat u belangrijk vindt om zo goed mogelijk te herstellen en uw dagelijks leven weer op te pakken. Van belang is dat u daar zelf de regie in pakt. Samen bedenkt u:

  • hoe u uw doel gaat bereiken
  • hoe u het kunt volhouden
  • hoe u om steun of advies kunt vragen
  • hoe u uzelf kunt belonen als u uw doel heeft behaald

2.3 Wat kunt u zelf veranderen

Hieronder worden een aantal risicofactoren beschreven. Tijdens de hartrevalidatie en de workshops wordt er op ingegaan hoe u hier mee aan de slag kunt om de risico’s te verminderen.

Te hoge bloeddruk:

  • verhoogt de kans op hart- en vaatziekten
  • verhoogt de kans op hartfalen en daardoor werkt uw bloedsomloop niet goed en kan uw hart niet goed pompen
  • verhoogt de kans op chronisch nierfalen (nierfalen betekent dat de nieren niet goed meer werken. Dat is een gevolg van andere aandoeningen. Bij chronisch nierfalen werken de nieren langzamerhand steeds slechter).

Te hoog cholesterol:

  • meer kans op hart- en vaatziekten door te veel slecht cholesterol (LDL).

Wat is cholesterol?

Ons lichaam heeft cholesterol nodig om goed te kunnen functioneren. Overal in het lichaam is cholesterol nodig. Cholesterol wordt om op de juiste plek te komen via het bloed vervoerd.

Waarom cholesterol nodig is

Cholesterol is een vetachtige stof die in ons lichaam voorkomt in kleine bolletjes. Het lichaam gebruikt cholesterol als bouwstof voor lichaamscellen en hormonen. Het meeste cholesterol wordt aangemaakt in de lever. Een klein deel zit in ons eten. Normaal gesproken maakt het lichaam precies genoeg cholesterol aan. Onder allerlei omstandigheden kan dit uit balans raken. Te veel cholesterol is schadelijk.

Goed en slecht cholesterol

Cholesterol is altijd hetzelfde stofje. Om de kleine bolletjes cholesterol zit een laagje eiwit. Dit laagje zorgt ervoor dat het cholesterol door het bloed vervoerd kan worden. De twee belangrijkste eiwit-cholesteroldeeltjes zijn LDL en HDL. LDL wordt slecht cholesterol genoemd en HDL goed cholesterol.

Ongezond eten en drinken:

  • veroorzaakt overgewicht
  • verhoogt de bloeddruk
  • verhoogt het cholesterolgehalte
  • verhoogt het glucosegehalte (bloedsuiker)
  • verhoogt de kans op stolsels in uw bloed
  • grotere kans op hart- en vaatziekten

Overgewicht (BMI boven de 25):

  • meer kans op hart- en vaatziekten
  • verhoogt de bloeddruk
  • verhoogt het cholesterol
  • leidt tot hogere glucosewaarden in het bloed
  • leidt tot grotere kans op hart- en vaatziekten

Te veel alcohol drinken:

  • verhoogt de bloeddruk
  • grotere kans op hart- en vaatziekten

Te hoge glucosewaarden

Het bloedsuikergehalte (bloedglucose) is de hoeveelheid glucose die in het bloed zit op een bepaald moment. Het lichaam haalt bloedsuiker vooral uit voeding. Koolhydraten die u eet, zoals in brood en aardappelen, komen als glucose in het bloed. Deze bloedglucose (bloedsuiker) gaat het hele lichaam door en geeft alle cellen energie. Bloedsuiker is van levensbelang, u kunt niet zonder.

Te weinig bewegen, teveel stil zitten, laag uithoudingsvermogen:

  • verhoogt de bloeddruk
  • verhoogt het cholesterolgehalte
  • veroorzaakt overgewicht
  • grotere kans op hart- en vaatziekten

Te veel stress:

  • kan oorzaak zijn van een ongezonde manier van leven
  • verhoogt de bloeddruk
  • verhoogt de kans op hart- en vaatziekten
  • verhoogt de kans op toename van hart- en vaatziekten
  • verhoogt de kans op depressieve klachten

Roken:

  • tast de slagaders aan
  • verhoogt de hartslag en de bloeddruk
  • verlaagt het ’goede’ cholesterol HDL

Slordig in het gebruiken van medicijnen

Medicijnen hebben de beste werking als ze volgens voorschrift van de arts worden ingenomen.

Laatst gewijzigd 6 december 2022 / 7038