Contact
  1. 8252-Thoracoscopische ablatie (pulmonaal venen isolatie)

Bijlage van het PID Hartoperatie

U heeft boezemfibrilleren, een vorm van hartritmestoornissen. De behandeling met medicijnen of via een gewone ablatie hebben bij u onvoldoende geholpen. Daarom wordt u behandeld met een kijkoperatie. Deze behandeling noemen we een thoracoscopische ablatie, ook wel bekend als Pulmonaal Venen Isolatie (PVI). In deze bijlage leest u meer over deze operatie, de risico’s en de tijd na de operatie.

Wat is een thoracoscopische ablatie?

Een thoracoscopische ablatie is een kijkoperatie om boezemfibrilleren te behandelen. Boezemfibrilleren is een vorm van hartritmestoornissen. U heeft dan last van een onregelmatige hartslag. Dit wordt veroorzaakt door te actieve zenuwcellen rond de longaders. Deze te actieve zenuwcellen zorgen voor te veel prikkels, die leiden tot een onregelmatige hartslag.

Tijdens de kijkoperatie wordt littekenweefsel gemaakt op uw hartboezems rond uw longaders. Dit gebeurt door een deel van het boezemweefsel te ‘verschroeien’ met een speciale klem. Dit noemen we ook wel ablatie. Daardoor ontstaat er littekenweefsel in de vorm van dunne ringen in het boezemweefsel. Dit littekenweefsel houdt de storende prikkels tegen, waardoor de hartritmestoornissen overgaan of minder worden.

Wat gebeurt er tijdens de operatie?

Tijdens de operatie bent u onder narcose (diepe slaap). De thoracaal chirurg (hartlongchirurg) maakt eerst een paar sneetjes aan beide zijkanten van uw borstkas in het gebied onder uw oksels. Via deze sneetjes brengt de chirurg de instrumenten in uw borstholte. De chirurg gebruikt één sneetje om een thoracoscoop in uw borstkas te brengen. Dit is een slang met aan het eind een kleine camera. Zo kan de chirurg in uw borstkas kijken.

Met een ablatie-klem maakt de chirurg het littekenweefsel op de hartboezems. De klem wordt verwarmd via radiofrequente stroom. Door de verwarmde klem op het hartweefsel te plaatsen, ‘verschroeid’ dat deel van het hartweefsel. Daardoor ontstaan er littekens.

Tijdens de operatie sluit de chirurg ook uw linker hartoor af. Het linker hartoor is een uitstulping van de linkerboezem. Het is een holte waar bloedstolsels kunnen ontstaan, die kunnen leiden tot een beroerte. Door het hartoor af te sluiten, wordt de kans hierop minder.

Het resultaat van de operatie

Het resultaat van de operatie kunt u pas na ongeveer zes maanden goed beoordelen. Veel patiënten hebben tijdens de eerste weken na de operatie nog last van hartritmestoornissen. Uw arts bespreekt dan met u hoe dit kan worden behandeld. Dit kan bijvoorbeeld met medicijnen en soms met een uitwendige shock (cardioversie). Hoe beter de littekens genezen en hoe rustiger ze worden, hoe minder vaak u last heeft van hartritmestoornissen.

Voorbereiding op de operatie

De voorbereiding op de operatie is hetzelfde als de voorbereiding op een open hartoperatie. U leest hier meer over in hoofdstuk 2 van het Patiënten Informatie Dossier ‘Hartoperatie’.

Risico’s

Zoals bij elke operatie, zijn er ook risico’s bij een thoracoscopische ablatie. De thoracaal chirurg bespreekt deze met u voor de operatie. Bij een thoracoscopische ablatie bestaat het risico op:

  • ontstekingen (een wond of een longontsteking);
  • een stolsel (klont) in de bloedbaan, wat een beroerte of longembolie veroorzaakt;
  • nabloeding in het operatiegebied;
  • opeens in de war raken (delier).

Na de operatie

Na de operatie blijft u één nacht op de verpleegafdeling Medium care van Isala Hartcentrum. Daarna herstelt u verder op de verpleegafdeling Thoraxchirurgie. Meer informatie hierover kunt u vinden in hoofdstuk 4 van het Patiënten Informatie Dossier ‘Hartoperatie’.

Naar huis

  • U mag vanaf twee dagen na de operatie naar huis. Dit bespreekt de (zaal)arts met u en hangt af van hoe het met u gaat.
  • De eerste dagen na de operatie kunt u nog pijn hebben. U krijgt daarom medicijnen tegen de pijn mee naar huis. De pijn kan een paar weken duren, maar wordt steeds minder.
  • Na 24 uur na de operatie mag u weer alles doen zoals u dat gewend bent. De operatie moet dan natuurlijk wel goed gegaan zijn. U hoeft dus geen speciale leefregels te volgen. Let op: het kan minimaal vier weken duren voordat u weer helemaal beter bent.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Isala Hartcentrum
Thoraxchirurgie
088 624 28 66 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 9 maart 2022 / 8252 / P