Contact
  1. 8546-Radiofrequente ablatie (RFA) bij niertumor

Er is bij u een kleine niertumor gevonden. De uroloog heeft met u besproken om deze te behandelen met ablatie. Ablatie betekent het verwijderen van weefsel. In deze folder leest u meer over deze behandeling, hoe u zich hierop voorbereidt en de periode na de behandeling.

Welke soorten ablatie zijn er?

Het is mogelijk om een kleine niertumor te behandelen met ablatie. Bij een ablatie wordt zoveel mogelijk tumorweefsel weg gehaald.

Er zijn twee soorten ablatie mogelijk:

Radiofrequente ablatie (RFA)

Bij radiofrequente ablatie wordt de tumor vernietigd met hitte. Dit heet ook wel thermische ablatie of warmteablatie. Radiofrequent betekent dat voor het verhitten gebruik wordt gemaakt van de energie van radiogolven.

Microwave ablatie (MWA)

Bij microwave ablatie wordt de tumor ook vernietigd met hitte. Hierbij wordt voor de hitte gebruik maakt van microgolven. Bij deze vorm van ablatie kunnen hogere temperaturen gehaald worden. Daardoor kunnen ook grotere tumoren behandeld worden.

Een interventieradioloog voert de ablatie uit op de afdeling Radiologie. De uitvoering van beide soorten ablatie is bijna hetzelfde. De interventieradioloog beoordeelt welke behandeling het beste past bij uw situatie.

Wel of niet een kwaadaardige tumor?

Meestal wordt een kleine niertumor toevallig gevonden. Bijvoorbeeld op een echo of CT scan. Hierbij wordt contrastmiddel via het infuus gebruikt. Meestal kunnen wij op de CT scan al zien of een niertumor kwaadaardig is of niet.

Voordat de ablatie start, wordt altijd eerst een stukje weefsel uit de tumor genomen (tenzij dit al eerder gedaan is). Dit noemen we een biopt. Het stukje weefsel wordt onderzocht om na de behandeling te kunnen bepalen of de tumor kwaadaardig is of niet.

Voorbereiding

Preoperatief onderzoek

Voor de operatie heeft u een afspraak op de afdeling Preoperatief onderzoek. Om u goed voor te bereiden op de behandeling vult u een vragenlijst in. U heeft een gesprek met de apothekersassistente (als u medicijnen gebruikt), de anesthesioloog en de verpleegkundige. U spreekt hen alle drie apart. De totale afspraak duurt ongeveer een uur.

Bloedverdunners

Gebruikt u bloedverdunners? Bespreek dan voor de behandeling met uw uroloog of anesthesioloog of u deze medicijnen tijdelijk anders moet gebruiken.

Nuchterbeleid

  • Vanaf 6 uur voor de behandeling mag u niets meer eten. U mag dan alleen heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld thee, water of limonade.
  • Vanaf 2 uur voor de behandeling mag u niets meer drinken.

Contrastvloeistof

Tijdens het maken van de CT scan wordt contrastvloeistof gebruikt. Deze wordt direct in de bloedvaten gespoten via een infuus.

In de contrastvloeistof zit een jodiumverbinding. Mensen die gevoelig zijn voor stoffen waar jodium in zit, kunnen een allergische reactie krijgen.

Heeft u bij een eerdere CT scan of ander onderzoek via de bloedvaten een allergische reactie gehad? Vertel dit dan voor het maken van de CT scan aan uw uroloog.

De behandeling

Voor deze behandeling wordt u opgenomen op de afdeling Urologie. U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de Centrale balie van Isala. Een gastheer of gastvrouw brengt u naar de afdeling.

De behandeling vindt plaats onder plaatselijke verdoving (ruggenprik). Voordat de behandeling start, gaat u daarom eerst naar de anesthesioloog. Deze plaatst een epiduraal katheter (ruggenprik) en een blaaskatheter bij u. Daarna wordt u naar de afdeling Radiologie gebracht.

Op de afdeling Radiologie ontmoet u de interventieradioloog, een anesthesiemedewerker en een of meerdere laboranten.

  • U neemt plaats op een CT-tafel.
  • Bij een radiofrequente ablatie wordt er een geleidingsplaat op uw been geplakt. Dit gebeurt niet bij een microwave ablatie.
  • De plek, waar u wordt geprikt, wordt gedesinfecteerd en bedekt met steriele doeken.
  • De interventieradioloog plaatst een naald in uw huid richting de tumor. Met een echo of een CT scan kan de interventieradioloog precies zien waar de tumor zit.
  • De naald is verbonden met een generator. Via de naald worden de radiogolven of microgolven naar de tumor en het weefsel er omheen gestuurd.
  • Op deze manier wordt een bolvormig gebied verhit. Door de verhitting sterven de kankercellen af.

Ablatie van kleine nier

Afbeelding: ablatie van een kleine niertumor

De totale behandeling duurt 1,5 uur.

Omdat u verdoving heeft gekregen via een ruggenprik, blijft u na de behandeling meestal een nacht in het ziekenhuis. Soms is het nodig om een paar dagen in het ziekenhuis te blijven.

Na de behandeling 

  • Na de behandeling blijft u de eerste tijd nog in bed.
  • Via het epiduraal katheter krijgt u de rest van de dag medicijnen tegen de pijn.
  • De volgende ochtend worden het epiduraal katheter en de blaaskatheter verwijderd.
  • Als u geen pijn meer heeft en weer normaal naar het toilet kunt, mag u in de loop van de middag naar huis.

Bijwerkingen

Post-ablatie-syndroom

Deze bijwerking komt het meeste voor. Het betekent een soort algehele malaise en lijkt op griepachtige verschijnselen. Denk aan pijn, verhoging, misselijkheid, overgeven en spierpijn. Deze verschijnselen verdwijnen vanzelf na 1 tot 2 weken.

Andere bijwerkingen kunnen zijn:

  • nabloeding;
  • ontsteking van het behandelde gebied;
  • verlies van urine.

Zeldzame bijwerkingen

Brandwond van de huid, tijdelijk doof gevoel van de huid of een ongevoelige huid.
Heel soms is een nieuwe behandeling nodig of het plaatsen van een drain.

Controle

Bij radiofrequente en microwave ablatie bestaat een kleine kans dat een kleine hoeveelheid tumorweefsel niet wordt vernietigd. Dit kan dan later toch weer uitgroeien tot een tumor.
De kans hierop is overigens klein bij tumoren die kleiner zijn dan 3 centimeter.

Daarom krijgt u na 1 tot 3 maanden een eerste oproep voor een CT scan. Zo controleren wij of de tumor opnieuw is uitgegroeid.

Ook na de eerste controle blijven we dit regelmatig doen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle en Kampen

Urologie
088 624 27 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Regieverpleegkundigen
088 624 27 86 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

 

 

 

 

Laatst gewijzigd 8 december 2022 / 8546