Contact
  1. 7576-Neuromodulatie (PID): H3 Testfase

Patiënten Informatie Dossier

Als uw arts heeft vastgesteld wat de oorzaak van uw klachten is, kan gestart worden met de testfase. De testfase is nodig om vast te stellen of uw klachten reageren op neuromodulatie. In dit hoofdstuk leest u meer over de testfase. Natuurlijk leggen uw arts en continentieverpleegkundige u ook persoonlijk uitgebreid uit hoe de testfase verloopt.

Neuromodulatie test

Hier leest u hoe de neuromodulatie test wordt uitgevoerd en wat u zelf tijdens deze periode moet doen. Gebruikt u bloed verdunnende medicijnen? Bespreek dit dan met uw behandelend arts. Het kan zijn dat u hiermee tijdelijk moet stoppen, vóórdat de test plaatsvindt.

Duur testfase

De testfase duurt gemiddeld tussen de 2 en 4 weken, maar duurt soms langer.

Dag van de operatie

Op de afgesproken datum en tijd komt u naar Isala Meppel voor het plaatsen van de draad en het testkastje. De uroloog/gynaecoloog plaatst het testkastje bij u. Er wordt een controlefoto gemaakt om de ligging van het draadje in beeld te brengen.

Uitleg testkastje op de polikliniek

‘s Middags heeft u een afspraak op de polikliniek Urologie. Als de draad bij u is ingebracht, wordt alles goed afgeplakt met een grote pleister. Zo blijft alles netjes op zijn plaats en kan niets verschuiven. U draagt het testkastje in een speciaal riempje om uw middel. Met een losse afstandsbediening kunt u de stroom verhogen of verlagen.

Uw continentieverpleegkundige legt u uit hoe u hiermee om moet gaan. U krijgt uitleg over het gebruik van het testkastje en wordt er een programma ingesteld. Ook wordt er naar de wond gekeken.

U krijgt ook een mictielijst/ontlastingsdagboekje mee om thuis in te vullen. Deze lijst bespreekt u twee weken later samen met de continentieverpleegkundige op de polikliniek.

Thuis

Het is heel belangrijk dat u tijdens de testfase(n) thuis extra let op de onderstaande aandachtspunten:

  • Verhoog de stroom alleen als u geen stroom meer voelt of als u twijfelt of het kastje nog werkt.
  • Verlaag de stroom als de stroom een vervelend gevoel geeft.
  • Als u denkt dat er geen verbinding is met het uitwendige kastje kunt u controleren of het groene lampje knippert. Zo nodig kunt u de batterij vervangen (4xA, te halen bij bijv. fotospeciaalzaken).
  • Uw afstandsbediening geeft een waarschuwing als de batterijen van uw stimulator leeg raken. U kunt dit ook controleren door op uw afstandsbediening te kijken.
  • Zorg dat er geen ‘trek’ spanning op de draad komt.
  • Laat het kastje in principe continue aanstaan, dus dag en nachts.
  • Als de stroom u ’s nachts slapeloosheid bezorgt, mag u het kastje uitzetten. Zet het kastje ’s ochtends dan meteen weer aan.
  • Als u zelf autorijdt, moet u het kastje voor uw eigen veiligheid afzetten tijdens de autorit. Dit om onverwachte reacties te voorkomen. Als u bijrijder bent, hoeft dit niet.
  • Fiets niet tijdens de testperiode. Door de trillingen tijdens het fietsen kan de draad verschuiven.
  • Let op met bukken. Het kastje kan uit uw zak vallen en/of de draad kan hierdoor verschuiven. Ga daarom door de knieën als u iets wil oprapen of bijvoorbeeld uw veters wilt strikken.
  • Ga niet intensief sporten, omdat dan ook de kans groter is dat de draad verschuift, of de pleister loslaat.
  • U mag niet douchen of in bad gaan. U mag zich alleen zó wassen dat het kastje, de pleister en de draad niet nat kunnen worden.
  • Controleer of u trillingen van de stroom blijft voelen. Verhoog de stand van het kastje als deze trillingen niet meer voelbaar zijn. De continentieverpleegkundige heeft dit met u besproken.
  • Vul de vragenlijsten, mictielijsten en/of ontlastingsdagboekje zo volledig mogelijk in. Alleen dan geeft dit een eerlijk beeld van de resultaten van de behandeling. Vul de mictielijst na een week drie dagen aaneengesloten in. De mictielijst bespreekt u tijdens de controle met de continentieverpleegkundige.

Verder verloop

Na een week

  • Heeft u een belafspraak met de continentieverpleegkundige.

Na twee weken

  • Heeft u een wondcontrole op polikliniek Urologie (bij de verpleegkundige).
  • Heeft u een afspraak met de continentieverpleegkundige om de mictielijst en het effect van de neuromodulatie te bespreken.
  • Bij urineretentie of zelfkatheterisatie krijgt u, zodra uw klachten verdwijnen, ook nog een urodynamisch onderzoek.

Daarna

  • Als de neuromodulatie goed werkt, wordt u na overleg met de uroloog ingepland voor het plaatsen van het definitieve kastje.
  • Als de neuromodulatie niet genoeg helpt kunnen er verschillende instellingen worden geprobeerd.
  • Als er na de testfase niet genoeg resultaat is, wordt het draadje verwijderd op de operatiekamer.

Resultaten

Positieve resultaten van de testfase

Tijdens uw poliklinische of telefonische afspraak bespreekt de uroloog of u in aanmerking komt voor een definitieve plaatsing. Dit is afhankelijk van de resultaten tijdens de testperiode en hoe u dit heeft ervaren. Ook bespreekt de uroloog met u hoe het definitieve kastje dan wordt geplaatst.

Negatieve resultaten van de testfase

Als uit de testperiode blijkt dat neuromodulatie bij u niet genoeg helpt, heeft het plaatsen van een definitieve neuromodulator geen zin. U krijgt dan een afspraak met uw specialist op de polikliniek, om eventuele andere behandelingen te bespreken.

Contact

Heeft u nog vragen of problemen met de werking van het testkastje, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Meppel

Urologie
088 624 96 33 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur)

Spoedeisende hulp
088 624 50 00 (buiten kantoortijden)

Laatst gewijzigd 30 augustus 2023 / 7576 / P