-
Isala
-
Patiëntenfolders
-
7977-Vervroegd ontslag sondevoeding (PID): Bijlage 1 Praktische tips leren drinken
Patiënten Informatie Dossier
Als uw kind moet leren drinken, is het belangrijk dat uw kind wel de benodigde voeding per dag krijgt. In deze bijlage vindt u tips voor het leren drinken.
Sondevoeding en leren drinken
Als uw kind moet leren drinken, is het belangrijk dat uw kind wel de benodigde voeding per dag krijgt, verdeeld over zeven of acht porties. Uw kind hoeft nog niet alles te drinken en mag dit in zijn eigen tempo leren. Het is hierbij belangrijk alert te zijn op de signalen van uw kind. Uw kind bepaalt zelf wanneer hij of zij meer of minder kan gaan drinken. Uw kind heeft nog veel energie nodig om te groeien en zichzelf op temperatuur te houden. Tijdens de eerste periode thuis zal uw kind niet elke voeding willen drinken en kan er ook voeding per sonde worden gegeven terwijl uw kind nog slaapt. Op die manier spaart hij of zij energie voor de volgende voeding. Hierdoor is uw kind beter uitgerust en zal hij of zij zich misschien wel melden voor de volgende voeding.
Als u borstvoeding geeft, is het belangrijk dat u reageert op de signalen van uw kind. Meldt uw kind zich te vroeg, dan is het niet erg (om) eens af te wijken van het schema, mits u twee à vier uur tussen de vorige voeding laat, in verband met spugen. Als uw kind zich meldt door te huilen, is dit al een late reactie. Uw kind begint vaak met het maken van kleine geluidjes, zoeken en zuigen op de handjes. Als u dit ziet, mag u uw kind pakken en aanleggen. Uw kind is op dat moment wakker en wil aan de borst, dus waarom zou u dan wachten? Juist deze wakkere momenten moeten benut worden want uw kind geeft dit zelf aan.
Voor meer informatie lees ook de Isala patiëntenfolder Als leren drinken niet vanzelf gaat.
Toedienen van medicatie
Als uw kind sondevoeding krijgt, kan het nodig zijn dat uw kind medicijnen gebruikt. Vaak zijn dit vitamines of ijzerpreparaten. U krijgt van de afdelingsverpleegkundige instructies hoe u die medicijnen het beste kunt toedienen.
Mond- en neusverzorging
Als uw kind een sonde in het neusgat heeft, ontstaat er meer snot, zoals ook bij een verkoudheid gebeurt. Het neusslijmvlies wordt geprikkeld door de sonde, waardoor er extra slijm wordt aangemaakt. Als het neusje hierdoor verstopt raakt, beperkt dit de ademhaling waardoor uw kind minder gemakkelijk kan drinken. Met een schoon gaasje en water kunt u dit slijm verwijderen. Ook kan dit met fysiologisch zout: hierbij spoelt u met een 2 ml-spuitje een halve ml in elk neusgat, waardoor het slijm makkelijk oplost en uw kind dit er zelf uit kan gaan niezen of doorslikt. Als uw kind nog niet zelf drinkt, is het belangrijk om het mondgebied schoon te maken met een gaasje en water. Controleer het mondgebied op witte, niet weg te vegen plekjes of puntjes. Zie voor meer informatie ook Mogelijke problemen bij sondevoeding.
Laatst gewijzigd 22 maart 2022 / 7977 / P