Contact
  1. 8366-Beroerte (PID): H3 Een beroerte: hersenbloeding

Patiënten Informatie Dossier

Een beroerte is een verzamelnaam voor een herseninfarct of een hersenbloeding. De medische naam is een Cerebro Vasculair Accident (CVA). Bij een herseninfarct of hersenbloeding gaat er iets mis met een bloedvat in de hersenen. Dit leidt tot uitvalsverschijnselen.

Elk jaar krijgen ongeveer 46.000 mensen in Nederland een beroerte. Meestal gebeurt dit onverwacht, zonder duidelijke waarschuwing vooraf. Bij een beroerte is het in 80% van de gevallen een herseninfarct en bij 20% gaat het om een hersenbloeding.
Bij u is er sprake van een hersenbloeding.

Wat is een hersenbloeding?

Bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat. Daardoor stroomt er bloed in en rondom de hersenen. Het bloed drukt een deel van het hersenweefsel weg zodat het beschadigd raakt. Zwakke plekken in de bloedvaatwand kunnen ontstaan door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk en (slag)aderverkalking of een aneurysma.

Symptomen

Een beroerte ontstaat plotseling. Wat de gevolgen zijn van de beroerte, hangt af van: de grootte van de beroerte en in welk deel van de hersenen de beroerte plaatsvond. De symptomen kunnen zich in verschillende combinaties en in meer of mindere mate voordoen.

Symptomen kunnen zijn:

Verlammingen

Verlamming aan één kant van arm en/of been. Waardoor lopen of bewegen van de arm lastig is. Scheve mond, problemen met praten en/of slikken.

Gevoelsstoornissen

Veranderd gevoel, waardoor er bijvoorbeeld gevaar is voor verbranding of bevriezing. Ook pijnklachten kunnen voorkomen.

Afasie

Wanneer het taalcentrum in de hersenen is beschadigd, kan dit de taalstoornis afasie veroorzaken. Dit kan leiden tot:

  • Weten wat u wil zeggen, maar de woorden niet kunnen vinden.
  • Niets zeggen of enkele woorden zeggen.
  • Het spreken van wartaal.
  • Het niet begrijpen van de gesproken taal; het lijkt alsof iedereen een vreemde taal spreekt.
  • Moeite met lezen en schrijven.

Dysartrie

Dysartrie is een spraakstoornis, waarbij het duidelijk uitspreken van woorden moeilijk is. Meestal wordt er goed begrepen wat er gezegd wordt.

Ataxie

Ataxie is een coördinatiestoornis, een stoornis van het bewegen. Iemand met ataxie loopt onzeker en beweegt zijn armen, benen en romp 'schokkerig' en ongecontroleerd. Daardoor maakt hij of zij een onhandige indruk.

Apraxie

Bij apraxie heeft u moeite met het uitvoeren van dagelijkse handelingen zoals aankleden, koken en koffiezetten. U weet bijvoorbeeld niet in welke volgorde u dingen moet doen. U vergeet een stap of u weet niet hoe u een voorwerp moet gebruiken.

Hemianopsie

Mensen met deze aandoening kunnen een deel van hun gezichtsveld niet zien, hoe groot dit deel is, kan verschillen.

Neglect

Een neglect is een stoornis in de waarneming van één kant van het lichaam. Er is een verminderde aandacht voor één kant van het lichaam of de omgeving aan die zijde, maar u merkt dit zelf vaak niet. Voorbeelden hiervan zijn:

  • tegen obstakels aan botsen, zoals deurposten;
  • bord halfleeg eten;
  • slechts een kant van het lichaam wassen of aankleden;
  • problemen met lezen, schrijven en klok kijken;
  • in een groep mensen een bepaalde kant negeren.

Moeheid en beperkte belastbaarheid

De meest gehoorde en belangrijkste klacht na een beroerte is (ernstige) moeheid en toegenomen behoefte aan slaap. De moeheid is zo ernstig dat het u beperkt in dagelijkse activiteiten en sociale contacten. Vaak is de moeheid een combinatie van fysieke en psychische vermoeidheid.

Gedrag en persoonlijkheid

  • dingen vergeten;
  • minder goed kunnen concentreren;
  • sneller bang, onzeker;
  • impulsief gedrag en overschatten eigen mogelijkheden;
  • moeite met ruimtelijke oriëntering en planning;
  • minder flexibel;
  • sneller emotioneel en/of geprikkeld/geagiteerd;
  • somberheid.

Behandeling

Bij een beroerte spreken we van verschillende fases:

  • de acute fase;
  • de fase van revalidatie en herstel;
  • de chronische fase.

Wat de blijvende gevolgen van de beroerte zijn, is in het begin lastig in te schatten. Deze worden pas in de loop van de tijd duidelijk. Met elke behandeling in de verschillende fases proberen we bij te dragen aan een zo goed mogelijk herstel.

Medicatie

Bloeddrukverlagende medicijnen

Als de bloeddruk te hoog is, neemt het risico op een hart- en vaatziekte sterk toe. Daarom is behandeling van een te hoge bloeddruk heel belangrijk. Hoge bloeddruk wordt behandeld met leefstijladviezen (zie hoofdstuk 5) en door bloeddrukverlagende medicijnen. Er zijn veel verschillende soorten bloeddrukverlagers. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Labetalol, Amlodipine, Lisinopril en Nifidipine. Soms worden bloeddrukverlagende medicijnen in verschillende combinaties voorgeschreven. Uw arts vertelt u wat in uw situatie het beste werkt.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 8366 / P