Contact
  1. 8701 Invriezen van eicellen

U heeft met uw gynaecoloog of fertiliteitsarts gesproken over het invriezen van uw eicellen. U wilt uw eicellen laten invriezen voor een kinderwens op een later moment. Bijvoorbeeld omdat u momenteel geen partner heeft. Door eicellen in te vriezen, kunnen ze beter en langer bewaard worden. In deze folder leest u hoe eicellen worden verzameld, ingevroren en hoe een behandeling met ingevroren eicellen gaat.

Een korte inleiding

  • Tijdens een normale menstruatiecyclus rijpt 1 eicel in de eierstokken.
  • Met hormonale stimulatie proberen we meer eicellen op hetzelfde moment te laten rijpen.
  • Daarna prikken we de rijpe follikels 1 voor 1 aan (punctie). Een follikel is een eiblaasje met vocht, waarin de eicel zit.
  • De vloeistof met eicellen wordt weggezogen en opgevangen.
  • En een paar uur na de punctie worden de eicellen ingevroren.

Voorbereiding op uw behandeling

Wat gebeurt voorafgaand aan uw behandeling?

Intakegesprekken

U heeft 2 intakegesprekken:

1e intakegesprek met de arts

  • De arts maakt via uw vagina een echo om uw eierstokken te bekijken.
  • U krijgt daarnaast een afspraak voor een bloedonderzoek.
  • Verder bespreekt de arts de behandeling en mogelijke risico’s.

2e intakegesprek met de verpleegkundige

  • U krijgt uitleg over het proces.
  • De verpleegkundige vertelt u hoe en wanneer u met de behandeling kan beginnen.
  • U ontvangt een behandelschema. Dit geeft een duidelijk overzicht van de volgorde van alle onderdelen van uw behandeling. Daarnaast staat er ook op welke en hoeveel medicijnen u moet gebruiken.
  • U krijgt uitleg over hoe u zichzelf de prikken met hormonen (hormooninjecties) geeft.
  • U ontvangt ook een behandelcontract. Dat is een schriftelijke overeenkomst waarin uw en onze rechten en plichten staan voor uw behandeling en het bewaren van uw eicellen.
Neem het behandelcontract na uw gesprek mee naar huis
Zo kunt u het rustig doorlezen en daarna ondertekenen. Wilt u het ondertekende contract bij uw 1e echo meenemen? Dan kan uw arts het ook ondertekenen. U krijgt daarna 1 exemplaar mee naar huis; het andere bewaren wij. Het contract is 2 jaar geldig. Daarna kan het vernieuwd worden als dat nodig is.

Testen op hepatitis B/C en HIV

Wij zijn verplicht om u te testen op hepatitis B/C en HIV. Dit kan met een bloedonderzoek. Een negatieve uitslag is 2 jaar geldig. Een negatieve uitslag betekent dat u geen hepatitis B/C of HIV heeft. Is de uitslag positief? Dan verwijzen wij u eerst naar een internist. De internist zoekt uit of verdere behandeling mogelijk is.

Wat is de wachttijd van een behandeling?

Wij doen ons uiterste best u ongeveer 2 maanden na uw intakegesprekken, in te plannen voor een behandeling. Op onze website vindt u meer informatie over onze wachttijden.

Behandeling in het kort

Hoe gaat een behandeling met ingevroren eicellen?

  • Eerst ontdooien wij de eicellen.
  • Daarna bevruchten we de eicellen met sperma van uw partner of donor.
  • Dat gebeurt met een ICSI-behandeling. Bij een ICSI-behandeling injecteren wij een zaadcel in een eicel.
  • Ontstaan hier embryo’s uit? Dan plaatsen we 1 of 2 embryo’s in uw baarmoeder. Dat doen we meestal tijdens een natuurlijke menstruatiecyclus.

Wat is de maximale leeftijd voor het invriezen van eicellen?

40 jaar. Als u uw eicellen wilt laten invriezen, bekijkt uw arts eerst met een echo via uw vagina uw eierstokken. Ook wordt uw bloed onderzocht. Zo kan uw arts beoordelen of uw eierstokken nog voldoende follikels met eicellen kunnen maken. Is dat niet zo? Dan bespreekt uw arts met u of het invriezen van eicellen wel zin heeft.

Wat is de maximale leeftijd voor het terugplaatsen van ontdooide en bevruchte eicellen?

49 jaar.

Hoe groot is uw kans op zwangerschap?

Het invriezen van eicellen is geen garantie op een zwangerschap. Dat hangt af van veel zaken, maar vooral van uw leeftijd op het moment van de punctie.

Onderstaande afbeelding toont de kans op een levend geboren kind, afhankelijk van het aantal rijpe eicellen en de leeftijd van de vrouw. Elke lijn is een leeftijd. Zo ziet u bijvoorbeeld dat een vrouw van 36 jaar met 20 eicellen, ongeveer 85% kans heeft op een levend geboren kind. Voor een vrouw van 39 jaar met 20 eicellen, is de kans op een levend geboren kind ongeveer 65%.

Kans op een levend geboren kind

Afbeelding: kans op een doorgaande zwangerschap, afhankelijk van leeftijd en aantal rijpe eicellen (bron: Goldman et al, 2017)

Wat zijn de kosten?

  • Een hormonale stimulatie kost ongeveer € 3.000 tot € 5.000.
  • Een embryo terugplaatsen kost ongeveer € 900 tot € 1.000.
  • Daarnaast betaalt u elk jaar opslagkosten van ongeveer € 150. Opslagkosten zijn kosten die u betaalt voor het bewaren van de ingevroren eicellen.
  • Voor meer informatie over de kosten verwijzen wij u naar ‘Kosten en vergoeding’.
Eicellen invriezen zonder een medische reden of noodzaak (medische indicatie)
Dat wordt meestal niet vergoed door uw zorgverzekeraar. Dat betekent dat u alle kosten zelf betaalt. Neem contact op met uw zorgverzekeraar voor meer informatie.

Wat zijn de 3 stappen van uw behandeling?

Stap 1 hormonale stimulatie

Hormonale stimulatie is nodig om voldoende eicellen te krijgen. Hiervoor gebruiken we 2 verschillende medicijnen:

  • een medicijn om uw menstruatiecyclus stil te leggen (GnRH-agonist)
  • en een medicijn om uw eierstokken te stimuleren, zodat meer blaasjes tegelijk groeien (FSH)

Hoe werken de medicijnen en wat zijn mogelijke bijwerkingen?:

Tabel met werking van medicijnen
Soort medicijn Merknaam medicijn Wat doet het? Mogelijke bijwerkingen
GnRH-agonist Cetrotide en Fyremadel Voorkomen van een vroegtijdige spontane eisprong Misselijkheid en hoofdpijn
Gonadotrofinen Gonal F, Puregon, Menopur en Bemfola Stimuleren van ontwikkeling en rijping van follikels Opgeblazen, gevoelige buik
GnRH-agonist Decapeptyl Laatste rijping van eicellen, timing van juiste moment van de punctie Misselijkheid en hoofdpijn

Bel ons op de 1e dag van uw menstruatie

Zo kunnen wij op het juiste moment in uw menstruatiecyclus starten met uw behandeling. Bel op de 1e dag van uw menstruatie (bij helderrood bloed) ons secretariaat, tenzij anders is afgesproken. De secretaresse plant dan een startecho in (op dag 2 tot 4 van uw cyclus). Begint uw menstruatie in de avond? Neem dan de volgende dag contact op.

Startecho

  • Op dag 2 tot 4 van uw menstruatiecyclus maken wij een startecho.
  • Met een echo via uw vagina kan de arts uw eierstokken en baarmoeder bekijken.
  • Plas vlak voor uw echo nog even goed uit.
  • Ziet uw arts geen bijzonderheden? Dan kunt u starten met de medicijnen om uw eierstokken te stimuleren.

Stimulatie van follikels

  • Om uw eierstokken te stimuleren, geeft u zichzelf een prik met het hormoon (FSH). Zoals Gonal of Bemfola. Deze medicijnen (ook wel gonadotrofinen genoemd) stimuleren uw eierstokken en de groei en rijping van follikels.
  • De medicijnen spuit u elke dag zelf in uw buik. Bij uw startecho informeren wij u over het tijdstip van spuiten.
  • Gemiddeld gebruikt u 10 tot 16 dagen het hormoon FSH. Het kan zijn dat uw buik dan wat gevoelig en/of gespannen aanvoelt.  Dat is normaal.
  • Wij kunnen niet voorspellen hoe uw eierstokken op het hormoon reageren. Daarom maken wij regelmatig een echo via uw vagina.
  • Ongeveer 7 dagen na uw startecho komt u voor een nieuwe echo. Wij controleren dan het aantal follikels en hun groei. Als het nodig is, passen wij uw medicijnen aan en plannen nieuwe afspraken in.
  • Meestal komt u 3 tot 5 keer voor een echo naar het Fertiliteitscentrum. De echo’s zijn altijd in de ochtend.
Neem uw behandelschema mee bij elke afspraak
Wij vullen dan het behandelschema verder in.

Stilleggen van uw menstruatiecyclus

Met GnRH-agonist prikken (Fyremadel) wordt uw cyclus stil gelegd. Deze medicijnen spuit u zelf in uw buik. Tijdens uw 2e intakegesprek met de verpleegkundige, krijgt u verder uitleg over het tijdstip van spuiten.

Afspraak voor een follikelpunctie

  • Bij voldoende follikels (van minimaal 17 mm), plannen wij een follikelpunctie in.
  • Wij spreken dan een tijdstip met u af, waarop u zichzelf 2 prikken in uw buik geeft met GnRH-agonist (Decapeptyl). De prikken  zorgen voor de laatste rijping van de eicellen en maakt de eicel los van de wand van het follikel. Hierdoor komt de eicel met vloeistof uit het follikel, zodra deze aangeprikt wordt.
  • Spuit beide prikken 35 uur voorafgaand aan de punctie in. Houdt u zich aan de afgesproken tijd!

Slaappil en pillen tegen pijn

Bij de start van uw behandeling heeft u 1 slaappil (lorazepam) en 2 pillen tegen pijn (diclofenac) ontvangen.

  • De slaappil slikt u de avond voorafgaand aan de punctie.
  • En 1 uur voorafgaand aan de punctie, slikt u 1 pil tegen de pijn. De 2e pil slikt u na de punctie.

Stap 2 Aanprikken van rijpe follikels (punctie)

  • Op de dag van de punctie meldt u zich minimaal 15 minuten van tevoren in het Fertiliteitscentrum.
  • U mag een naaste meenemen in de behandelkamer tijdens de punctie.
  • Tijdens de punctie prikt de arts de follikels aan via een echo.
  • Daarna worden de follikels leeg gezogen om de eicellen te verzamelen.

Hoe bereidt u zich voor op de punctie?

  • Eet een licht ontbijt.
  • Drink maximaal 1 à 2 glaasjes bij het ontbijt.
  • Plas voor de punctie nog even goed uit.

Hoe gaat een punctie?

  • De verpleegkundige brengt een infuusnaald in. Zo kan een snelwerkende pijnstiller worden gegeven vlak voor de punctie.
  • Door de pijnstiller kunt u wat slaperig of suf worden.
  • De arts brengt een speculum (eendenbek) in uw vagina en maakt uw vagina met water schoon.
  • Daarna brengt de arts een echokop in.
  • En een holle naald door de wand van uw vagina om de eierstok te bereiken. Zo kan de arts de follikels aanprikken en leegzuigen.
  • Het aanprikken (punctie) kan pijn doen. Maar meestal is de pijn goed te doen.
  • Probeer te ontspannen tijdens de punctie. De verpleegkundige kan u hierbij helpen.
  • Tijdens de punctie ziet u op een scherm wat er gebeurt.
  • Alle follikels worden aangeprikt en leeggezogen en het follikelvocht wordt door de analist in buisjes opgevangen.
  • Na de punctie neemt de analist de buisjes met het follikelvocht mee naar het laboratorium.
  • De punctie zelf duurt meestal 5 tot 10 minuten. Inclusief alle voorbereidingen duurt het hele proces een half uur.

Wat gebeurt er na de punctie?

  • De verpleegkundige brengt u naar de uitslaapkamer.
  • U kunt nog een beetje buikpijn en vaginaal bloedverlies hebben. U kunt dan een pilletje tegen de pijn krijgen.
  • U krijgt van de arts of verpleegkundige schriftelijke informatie over het verdere proces.
  • Als u zich goed voelt, wordt het infuusnaaldje verwijderd.
  • U hoort dan van de analist hoeveel eicellen er gevonden zijn.
  • Daarna mag u naar huis. Let op: u mag niet zelf autorijden door de medicijnen.
  • Doe de rest van de dag rustig aan en drink voldoende water.
  • Bij pijn mag u paracetamol slikken: 3 tot 4 keer per dag 1.000 mg per keer.

Waar kunt u last van krijgen na een punctie?

  • Buikpijn en licht vaginaal bloedverlies. Dit moet wel minder worden en uiteindelijk overgaan. Is dat niet zo? Neem dan gelijk contact op met uw verpleegkundige of arts.
  • Een infectie. Dat is niet altijd te voorkomen. Voelt u zich ziek of is uw temperatuur 38 graden of hoger? Neem ook dan contact met uw verpleegkundige of arts.
  • Door gebruik van decapeptyl voorafgaand aan de punctie, kan dit het overstimulatie syndroom van de eierstokken veroorzaken. Vooral als veel eicellen bij de punctie zijn verzameld. Zie ook het kopje ‘Overstimulatie’ verderop in de tekst. Overstimulatie is niet altijd te voorkomen. Wel kunt u het risico hierop verminderen: doe het rustig aan en drink veel water op de dag van de punctie tot en met 3 dagen daarna.
  • Weeg u zelf: op de dag van uw punctie tot en met 3 dagen daarna. Zo kunnen we bepalen of u overstimulatie heeft.
Neem contact met ons op als:
- u op een ochtend 1 kilo meer weegt dan de dag ervoor.
- u op een ochtend 3 kilo meer weegt dan voorafgaand aan de punctie.

Stap 3 Het invriezen van eicellen

  • Na de punctie worden de eicellen onder een microscoop bekeken.
  • Alleen de rijpe eicellen zijn geschikt om in te vriezen.
  • De eicellen worden in een speciale vloeistof gedaan om water uit de eicel te verwijderen.
  • Daarna wordt de eicel in een klein druppeltje vloeistof in een rietje geplaatst en supersnel ingevroren in vloeibare stikstof.
  • De rietjes met eicellen worden ingevroren bewaard in een groot stikstofvat. Zo kunnen eicellen jaren bewaard worden.

Wanneer is een volgende behandeling mogelijk?

Meestal mag u na uw behandeling weer ingepland worden voor een volgende behandeling. U heeft dan eerst een (telefonische) afspraak met uw arts. Soms besluit uw arts uw behandeling te bespreken in een teamoverleg. Hierbij zijn fertiliteitsartsen, gynaecologen en embryologen aanwezig, maar ook de analist, verpleegkundige, psycholoog en maatschappelijk werker. Na het teamoverleg bespreekt de arts dan het vervolg met u.

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Wij doen ons uiterste best om uw behandeling zo goed mogelijk laten verlopen. Toch kunnen er bijwerkingen zijn. Zo kunt u te maken krijgen met gevolgen op korte termijn (zie 1). Gevolgen voor uw zwangerschap of uw (toekomstig) kind (zie 2). Of gevolgen op de lange termijn (zie 3).

1 Gevolgen op korte termijn

Tijdens de behandeling kunt u direct met mogelijke gevolgen van de behandeling te maken krijgen. De kans hierop is niet groot, maar wel aanwezig:

  • Geen reactie op stimulatie met hormonen
    Het lichaam van de vrouw reageert niet of onvoldoende op stimulatie met hormonen. Er groeien dan minder follikels dan verwacht. Wij bespreken dan met u de volgende mogelijkheden: de stimulatie stoppen met mogelijk een ander behandelschema of tóch de punctie doen. Geen reactie op stimulatie met hormonen gebeurt vaker bij vrouwen ouder dan 38 jaar. En bij vrouwen met een verminderde eicelvoorraad.
  • Overstimulatie
    In ongeveer 2% van de behandelingen treedt overstimulatie op na de punctie. Dit heet ook wel ovarieel hyperstimulatiesyndroom (OHSS). De kans hierop is groter bij jonge vrouwen en bij vrouwen waarbij de rijping van de follikels verstoord is (PCO-syndroom). Bij overstimulatie zijn door hormoonstimulatie te veel follikels ontstaan. De eierstokken maken dan heel veel van het hormoon oestradiol aan. Daardoor kunt u hevige buikpijn of een opgeblazen gevoel krijgen, kortademig zijn, misselijk zijn en/of moeten overgeven. Ook kan een grotere eierstok makkelijker kantelen, waardoor u plotseling hevige buikpijn kunt krijgen. In ernstige gevallen kan door indikking van het bloed ook een trombosebeen of longembolie ontstaan.
    Overstimulatie is niet altijd te voorkomen. Maar de klachten zijn wel te verminderen met rust en veel drinken. OHSS gaat dan meestal vanzelf over. In ernstige gevallen blijft u extra onder controle. Dat doen wij met echo’s en bloedonderzoek. Soms is opname in het ziekenhuis met een vochtinfuus nodig.
  • Infectie na een punctie
    Ondanks het schoonmaken van uw vagina, komen bij de punctie toch vaak bacteriën in of bij de eierstokken terecht. Meestal is uw eigen afweer voldoende en ruimt uw lichaam deze bacteriën zelf op. Heel soms gebeurt dit niet en kunt u last krijgen van buikpijn, dat steeds erger wordt. Ook kunt u abnormale afscheiding en koorts (38 graden en hoger) krijgen. Neem dan contact op met het Fertiliteitscentrum. Blijkt na een echocontrole en bloedonderzoek dat u inderdaad een infectie heeft? Dan krijgt u mogelijk antibiotica. Bij vrouwen met meer risico op een infectie (zoals bij endometriose), slikt u al voorafgaand aan de punctie antibiotica.
  • Nabloeding na een punctie
    Een beetje bloedverlies na een punctie is normaal. Het kan gebeuren dat één van de prikgaatjes in uw vagina blijft bloeden. Dit is meestal te verhelpen met een soort tampon en soms met een hechting. De kans op een inwendige bloeding is zeer klein. Neem contact op met het Fertiliteitscentrum als u last blijft houden van buikpijn of vaginaal bloedverlies.
  • Allergische reactie op de medicijnen
    Bij alle gebruikte injecties zijn gevallen bekend van lichte huidreacties door de medicijnen. Denk aan roodheid, gevoeligheid, zwelling of jeuk. Heeft u daar last van? Geef het dan aan bij uw arts. Soms kan dan een ander medicijn uw klachten verhelpen. Ernstige allergische reacties komen heel weinig voor.
Bent u overgevoelig voor bepaalde antibiotica of pijnstillers (zoals diclofenac of morfine)?
Geef het dan door aan uw arts; voorafgaand aan uw behandeling.

2 Gevolgen voor een zwangerschap en/of (toekomstig) kind

Bij een behandeling met ingevroren eicellen hoort ook een ICSI-behandeling. Dit kan invloed hebben op uw zwangerschap en/of uw (toekomstig) kind:

  • Eicellen van mindere kwaliteit
    Er bestaat een risico dat 1 of meer eicellen het invriezen en ontdooien niet overleefd. Hierdoor kan het zijn dat er minder eicellen geschikt zijn voor een ICSI-behandeling, dan voorafgaand aan het invriezen. Ook kan invriezen van eicellen invloed hebben op de bevruchting of ontwikkeling van het embryo. Vaak hangt dit af van het aantal eicellen dat is ingevroren en de leeftijd van de vrouw op het moment van invriezen. Kwaliteitsverlies door invriezen kan er zelfs toe leiden dat geen enkel embryo geschikt is voor plaatsing.
  • Infectie bij het kweken van embryo’s
    Ondanks strenge hygiënische maatregelen kan er toch een infectie optreden. Die embryo’s kunnen we dan niet plaatsen.
  • Miskraam (niet vitale zwangerschap of spontane abortus)
    Bij een ICSI-behandeling is de kans op een miskraam iets hoger, ongeveer 20 tot 25%. Waarschijnlijk komt dit door een hogere leeftijd van vrouwen die deze behandeling krijgen. Hoe ouder de vrouw, hoe groter de kans op een miskraam. Ook doen veel vrouwen al heel snel een zwangerschapstest. Bij een spontane zwangerschap wordt een miskraam niet altijd opgemerkt, omdat de vrouw niet gelijk /snel test.
  • Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
    Hoewel de embryo’s zorgvuldig in uw baarmoeder worden geplaatst, kan een embryo buiten uw baarmoeder terechtkomen en zich daar innestelen en ontwikkelen. Meestal ontstaat een buitenbaarmoederlijke zwangerschap in de eileider. Maar het kan ook op andere plekken ontstaan. Dat is gevaarlijk, omdat een embryo dan geen ruimte heeft om te groeien en de eileider kan barsten. Dit kan direct veel bloedverlies en buikpijn geven. Soms is dan een kijkoperatie nodig om de eileider te verwijderen.
  • Meerlingzwangerschap
    Een twee- of drielingzwangerschap is een risico door de problemen die bij deze zwangerschappen kunnen ontstaan. Denk aan vroeggeboorte (met een grotere kans op infecties en blijvend hersenletsel) en groeiachterstand van het kind. Ook de moeder loopt meer risico. Meestal plaatsen wij dan ook maar 1 embryo terug. Bij het plaatsen van 2 embryo’s, is de kans op een tweeling ongeveer 20-25%. Dit hangt ook af van uw leeftijd. De kans op een drieling is 1%.
  • Geen grotere kans op aangeboren afwijkingen
    Uit onderzoek blijkt dat kinderen, die zijn geboren uit ICSI-zwangerschappen, geen grotere kans hebben op een aangeboren afwijking vergeleken met kinderen geboren uit natuurlijk ontstane zwangerschappen. Wij raden dan ook niet standaard prenatale diagnostiek aan. Prenatale diagnostiek is onderzoek voordat het kind is geboren. Dat doen wij alleen als daar een reden voor is. Bijvoorbeeld als op een zwangerschapsecho afwijkingen gezien worden.
    ICSI-kinderen hebben wel iets meer kans op eerder geboren te worden (gemiddeld 5 dagen), groeiachterstand en een iets lager geboortegewicht (90 gram lichter). Dat kan komen door de gemiddeld hogere leeftijd van vrouwen die een IVF/ICSI-behandeling krijgen.
  • Afwijkingen in het erfelijk materiaal
    Bij ICSI zien we niet meer kinderen met aangeboren afwijkingen dan bij natuurlijk ontstane zwangerschappen. Wel 2 syndromen die heel weinig voorkomen. Vooral bij een ICSI-behandeling met zaadcellen, die via een operatie rechtstreeks uit de bijbal of zaadbal zijn verzameld:
    Syndroom van Turner (bij meisjes)
    Dit zijn onvruchtbare en kleine vrouwen, die vaak een hartafwijking hebben.
    Syndroom van Klinefelter (bij jongens)
    Dit zijn onvruchtbare mannen, die meestal juist lang zijn. Bij jongetjes geboren na een ICSI-behandeling met operatief verzamelde zaadcellen, zien we ook iets meer gevallen van hypospadie. Dat is een aangeboren afwijking van de penis, waarbij de plasbuis niet op de top van de eikel eindigt, maar lager.

3 Gevolgen op lange termijn

Het invriezen van eicellen en ICSI, zijn behandelingen waar nog geen volledige duidelijkheid bestaat over de gevolgen op langere termijn. Hier wordt wel steeds onderzoek naar gedaan.

  • Kanker bij de vrouw
    Bij de behandeling krijgt u hormonen voor eierstokstimulatie. Uit wetenschappelijk onderzoek tot nu toe blijkt, dat er geen verhoogde kans op borst-, baarmoeder- of eierstokkanker is.
  • Onbekende gevolgen voor het kind
    Hoewel IVF-behandelingen al sinds de jaren ‘80 worden gedaan, zijn er mogelijk gevolgen op de lange termijn, die nu nog niet bekend zijn. Het oudste IVF-kind is geboren in 1978. Het oudste ICSI-kind is van begin jaren ’90. Of later problemen in de ontwikkeling kunnen ontstaan, kan daarom nog niet met zekerheid worden gezegd. Daarom gaan we voor uw IVF/ICSI-behandeling een behandelovereenkomst aan. Daarin staat bijvoorbeeld dat medewerkers van het Isala Fertiliteitscentrum niet verantwoordelijk zijn voor lichamelijke en/of geestelijke eigenschappen van kinderen, die door IVF en ICSI zijn geboren.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Fertiliteitscentrum

088 624 52 24 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.00 uur)
In het weekend, bij dringende gevallen, zijn wij bereikbaar tussen 9.00 tot 12.00 uur.

Bij spoed buiten kantooruren
Bel het algemene nummer van Isala 088 624 50 00 en vraag naar de fertiliteitsarts.

Laatst gewijzigd 13 mei 2024 / 8701