ECIRS Verwijderen van nierstenen ECIRS Verwijderen van nierstenen
- Isala
- Patiëntenfolders
- 8729-ECIRS verwijderen nierstenen
ECIRS is een operatietechniek voor het verwijderen van nierstenen. Het is een kijkoperatie waarbij 2 technieken worden gecombineerd. In deze folder leest u meer over ECIRS en hoe u zich daarop voorbereidt.
Wat is ECIRS?
ECIRS is een afkorting van endoscopic combined intrarenal surgery. De uroloog brengt dan een dun instrument met een camera via uw plasbuis in de blaas en vervolgens naar de urineleider en de nier. Een andere uroloog brengt ook een dun instrument met camera door een buisje via uw rug, direct in de nier.
Wat is het voordeel van ECIRS?
Met ECIRS is de kans groter dat alle nierstenen in één keer kunnen worden verwijderd. Als u bijvoorbeeld veel nierstenen heeft of nierstenen heeft op meer plekken in de nier en urineleider.
Voorbereiding
Hoe bereidt u zich voor?
- Nadat u met uw arts heeft besproken dat u wordt geopereerd, krijgt u een afspraak voor een preoperatief onderzoek. Meer informatie over dit onderzoek en uw opname leest u in de folders ‘Preoperatief onderzoek’ en 'Opname in Isala'.
- Lees ook de folder 'Algehele anesthesie (narcose)' met informatie over de verdoving. Om uw operatie veilig te laten verlopen, is het belangrijk dat u ook deze folder goed leest.
Wanneer wordt u geopereerd?
- Zodra uw operatie is ingepland, ontvangt u hierover schriftelijk bericht van onze planningscoördinator.
- Een week voorafgaand aan uw operatie, belt onze collega u om ook het tijdstip van uw opname door te geven.
- Bent u telefonisch niet bereikbaar? Dan ontvangt u opnieuw schriftelijk bericht.
- Heeft u vragen over uw opname? Bel dan 088 624 24 36.
Goed om te weten:
- Gebruikt u bloed verdunnende medicijnen? De afdeling Preoperatief informeert u óf en wanneer u hiermee moet stoppen.
- Een week voorafgaand aan uw operatie, mag u het operatiegebied niet meer zelf ontharen met een tondeuse, scheermesje of ontharingscrème. Hiermee vergroot u namelijk het risico op infecties na de operatie.
- Als het nodig is, onthaart de operatieassistent het operatiegebied alsnog met een speciale tondeuse. Dat gebeurt dan vlak voor uw operatie.
Opname
Wat gebeurt op de dag van uw opname?
- U meldt zich op de afgesproken tijd bij de Centrale balie in de Centrale hal van het ziekenhuis.
- Op de verpleegafdeling heeft u een gesprek met een verpleegkundige over uw opname. Deze verpleegkundige begeleidt u ook zo veel mogelijk zelf tijdens uw opname.
- U krijgt medicijnen op advies van de anesthesioloog.
Operatie
Hoe gaat uw operatie?
- Zodra u aan de beurt bent, brengt de verpleegkundige u naar de operatiekamer.
- Tijdens de operatie ligt u op uw rug.
- De anesthesioloog brengt u eerst in diepe slaap.
- Daarna begint de uroloog met de operatie.
- De uroloog brengt via uw plasbuis een dun hol buisje met een camera in uw blaas. En schuift de camera daarna door naar de urineleider en nier.
- Een andere uroloog brengt intussen met een echoapparaat of röntgenstralen uw nier in beeld.
- En prikt via de zijkant van uw lichaam, de nier aan met een dunne naald (punctie).
- Daarna schuift de uroloog een hol buisje op tot in uw nier en verwijdert hierdoor de niersteen.
- Is de niersteen te groot voor het buisje? Dan verkleint de arts de niersteen eerst met speciale apparatuur. Dit gebeurt meestal met trillingen.
- Aan het einde van de operatie, krijgt u meestal een katheter tussen uw nier en blaas. Dit heet een dubbel J-katheter. Dit zorgt ervoor dat de urineleider niet verstopt raakt. Door bijvoorbeeld een zwelling of steengruis.
- Daarnaast heeft u na de operatie soms ook een nier- en blaaskatheter voor afvoer van de urine.
Soms is de niersteen zó groot, dat hij een groot deel van het verzamelsysteem in de nier opvult. Dat noemen we een afgietselsteen. Zo’n afgietselsteen kan dan niet altijd ineens worden verwijderd. Soms zijn dan meer puncties of een tweede behandeling nodig.
Na uw operatie
Wat gebeurt er na uw operatie?
- De verpleegkundige brengt u naar de verkoeverkamer (recovery of uitslaapkamer). Hier verblijft u, totdat u weer goed wakker bent en de verdoving is uitgewerkt.
- Daarna brengt de verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling.
- De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur.
- Ook bespreekt de verpleegkundige met u de verpleegkundige zorg.
- U krijgt een prik met het medicijn Fraxiparine om bloedstolling (trombose) te voorkomen. Deze prik krijgt u elke dag, totdat u naar huis gaat.
- Uw verpleegkundige vraagt u een paar keer per dag hoeveel pijn u heeft. Als het nodig is, krijgt u dan pillen tegen de pijn. Lees ook de folder 'Pijnbestrijding en pijnregistratie'.
Verwijderen katheters
- Na uw operatie heeft u meestal een dubbel-J katheter. Deze verwijderen we 1 of 2 weken na uw operatie. Dat gebeurt op de polikliniek.
- Soms heeft u ook een blaaskatheter en/of een nierkatheter. Deze verwijderen we meestal 1 dag na uw operatie.
Wanneer mag u naar huis?
Meestal mag u 2 dagen na de operatie naar huis.
Controle
Ongeveer 8 weken na uw operatie, komt u voor controle bij uw uroloog. Als het nodig is, maken we dan een CT-scan of echo.
Klachten
Waar kunt u last van krijgen?
- Pijn rondom uw nier. Er kunnen namelijk nog kleine stukjes steen via uw urineleider naar de blaas stromen. Meestal gaat de pijn vanzelf over. Maar u mag pijnstillers slikken.
- Een beetje bloed in uw urine. Dat kan tot ongeveer 6 weken na uw operatie duren.
Risico’s en bijwerkingen
Wat zijn mogelijke risico’s en bijwerkingen?
- Soms heeft u na uw operatie een nierkatheter. Als deze wordt verwijderd, kan deze nog 1 tot 2 dagen urine lekken. Dit stopt vanzelf.
- Soms lukt het niet om de nier op de juiste manier aan te prikken om de steen te bereiken. Heel soms is dan een tweede operatie nodig.
- Bij het maken van het kanaal naar uw nier met een naald, gebeurt het heel soms dat andere weefsels worden geraakt. Er kan bijvoorbeeld een bloeding ontstaan of een stuk darm worden geraakt. Een operatie is dan nodig.
- Doordat een kanaal wordt gemaakt van uw nier tot buiten uw lichaam, bestaat de kans op een urineweginfectie. Daarom krijgt u tijdens en na uw operatie meestal antibiotica.
- Kleine stukjes niersteen kunnen in uw urineleider komen. Meestal verdwijnen zij vanzelf uit uw lichaam. Soms moeten deze stukjes niersteen later worden verwijderd.
Regels voor uw herstel
Houdt u zich aan onderstaande regels voor een goed herstel:
Activiteiten
- Luister goed naar uw lichaam en neem rust als uw lichaam dat aangeeft.
- Beweeg regelmatig; lig niet de hele dag in uw bed.
- U mag ook gewoon traplopen en wandelen.
- Zorg voor hulp bij zwaardere huishoudelijke taken, vooral voor de eerste 2 weken na uw operatie. Via het WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) in uw gemeente kunt u hulp aanvragen.
- Na 2 weken mag u weer fietsen en zwemmen.
- De eerste 6 weken mag u niet sporten en geen zware activiteiten doen. Til niet zwaarder dan 5 kilo.
- Wanneer u weer kunt werken, hangt af van uw conditie en het soort werk dat u doet.
Eten en drinken
- U mag alles eten en drinken, zoals u dat gewend bent.
- Eet vooral fruit en voeding met veel vezels.
- Drink 2 tot 3 liter per dag. Het kan zijn dat uw arts adviseert minder te drinken. Houdt u zich dan daar aan.
- Door voldoende te drinken en voeding met veel vezels te eten, blijft uw ontlasting soepel.
Verzorging van uw wond
- Als u oplosbare hechtingen heeft, lossen deze tussen de 10 en 14 dagen vanzelf op. Gebeurt dit niet of heeft u er last van? Dan kan uw huisarts deze verwijderen. Dit mag na ongeveer 5 dagen.
- Als de wond droog is, hoeft er geen pleister meer op.
Wat kunt u doen tegen pijn?
- Slik paracetamol: 4 keer per dag 1.000 mg. Slik op vaste tijden. Bijvoorbeeld om 8.00 uur, 12.00 uur, 17.00 uur en 22.00 uur.
• Heeft u geen pijn meer? Slik dan steeds minder. - Het kan zijn dat uw arts u, naast paracetamol, ook andere medicijnen tegen de pijn adviseert.
Gebruikt u bloed verdunnende medicijnen?
- Uw arts en/of de Trombosedienst bepaalt wanneer u bloed verdunnende medicijnen weer mag slikken.
- Heeft uw arts aangegeven dat u nieuwe medicijnen krijgt? Dan kunt u die ophalen bij de apotheek van Isala of uw eigen apotheek. Uw verpleegkundige geeft u hier informatie over.
Wanneer moet u contact opnemen?
Neem contact met ons op bij:
- koorts (boven 38,5 graden)
- nabloeden of lekkage van de wond
- zwelling van de wond of het gebied eromheen
- een kloppende/rode/pijnlijke wond
- een wond waar pus (vocht) uit komt
- pijn in uw zij
- pijn dat erger wordt, terwijl u medicijnen tegen pijn gebruikt
- misselijkheid en overgeven, dat niet over gaat
- verstopping (obstipatie); u heeft langer dan 3 dagen geen ontlasting.
- bloed(stolsels) in uw plas, dat niet minder wordt
- niet meer of weinig kunnen plassen of het gevoel te hebben niet goed uit te kunnen plassen
- steeds het gevoel te hebben te moeten plassen
- pijn bij het plassen
Neem ook dan contact met ons op.
Contact
Heeft u vragen? Uw uroloog staat u graag te woord tijdens het spreekuur. Het kan handig zijn uw vragen van tevoren op te schrijven.
Ook kunt u bellen met:
Zwolle en Kampen
afdeling Urologie
088 624 27 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Meppel
afdeling Urologie
088 624 96 33 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur)