-
Isala
-
Aandoeningen en behandelingen
-
Radiofrequente ablatie (RFA)
Weefsel (weg)branden
Radiofrequente ablatie is een techniek waarbij een deel van weefsel als het ware wordt weggebrand. Radiofrequent betekent dat er gebruik wordt gemaakt van de energie van radiogolven. Ablatie betekent verwijderen van weefsel.
De arts brengt via de huid een speciale naald in. Met de naald verwarmt hij het weefsel dat behandeld moet worden. De warmte zorgt ervoor dat de cellen verbranden. Daardoor gaan de cellen kapot en kan het weefsel kleiner worden. Een radioloog voert de behandeling uit.
Tijdens de behandeling maakt de radioloog ook een echo. Met de echo kan de radioloog precies zien welk deel van het weefsel moet worden behandeld. Het gezonde weefsel blijft compleet.
Er is voor deze behandeling dus geen grote snee nodig. Dit is minder ingrijpend dan een chirurgische operatie. De behandeling vindt soms plaats onder lokale verdoving, soms onder gehele verdoving. Dit hangt af van de aandoening waarvoor u wordt behandeld.
De techniek wordt ingezet bij de behandeling van verschillende aandoeningen, bijvoorbeeld:
- bij tumoren;
- bij weefsel dat cellen bevat die wijzen op een voorstadium van kanker;
- bij een goedaardige knobbel in de schildklier (schildkiernodus).