Contact
  1. 5807-Bocht in wervelkolom (scoliose) operatie

Je hebt een scoliose (bocht in je wervelkolom) en de orthopeed heeft samen met jou en je ouders / verzorgers besloten dat je een operatie krijgt. Tijdens deze operatie probeert de orthopeed de bocht in je wervelkolom zoveel mogelijk recht te maken. Dat heet een spondylodese-operatie. In deze folder lees je meer over de operatie, hoe je je voorbereidt en over leefregels na de operatie.

Wil je eerst meer lezen over de oorzaak en klachten van scoliose? Lees dan de patiëntenfolder 'Bocht in wervelkolom (scoliose)' op de website van Isala.

Wat gebeurt er voor de operatie?

Voor de operatie heb je twee afspraken:

De fysiotherapeut geeft uitleg over ademhalingsoefeningen, je houding in bed en de manier waarop je na de operatie met de fysiotherapeut oefent om weer uit bed komen en weer mobiel wordt.

Preoperatief onderzoek

Om je goed voor te bereiden op de operatie vul je samen met je ouders een vragenlijst in. Ook hebben jullie een afspraak met de apothekersassistente (als je medicijnen gebruikt), de anesthesioloog en de verpleegkundige.
De anesthesioloog geeft uitleg over de anesthesie (narcose) tijdens de operatie. Ook krijg je uitleg over medicijnen tegen pijn. De afspraken zijn via de telefoon, op verschillende momenten.

Wat is anesthesie / narcose?

Narcose betekent dat je gaat “slapen” met hulp van medicijnen via een infuus. Je voelt niks van de operatie. We noemen dit slapen, maar eigenlijk is het geen gewone slaap. Als je onder narcose bent, kun je namelijk niet uit jezelf wakker worden. Na de operatie heb je een beetje een gevoelige keel en kun je je een beetje misselijk voelen. Dat mag je tegen de verpleegkundige zeggen, want je kunt er medicijnen voor krijgen.

De anesthesist

De anesthesist is de arts die jou de slaapmedicijnen gaat geven. Hij zorgt voor jou als je onder narcose bent en hij zorgt er ook voor dat je weer wakker wordt als de operatie klaar is. We noemen hem ook wel eens de slaapdokter. Het kan zijn dat je bij de operatie een andere arts hebt dan die je tijdens het preoperatief onderzoek hebt gezien.

Zie je op tegen de narcose? Vertel het dan tijdens het bezoek tegen de verpleegkundige of de anesthesist.

De revalidatiearts

Ook kan het zijn dat je voor de operatie een afspraak krijgt bij de revalidatiearts. De revalidatiearts maakt samen met jou en je ouders een inschatting of er bijzonderheden zijn waar rekening mee gehouden moet worden tijdens de ziekenhuisopname of tijdens het herstel als je weer thuis bent.

Medicijnen (informatie voor ouders)

(kinder-)aspirine® is een pijnstiller die het bloed verdunt. Daardoor is er meer kans op nabloedingen. Geef uw kind daarom minstens twee weken voor de operatie geen (kinder-) aspirine®. Als uw kind een pijnstiller nodig heeft, kunt u wel (kinder-) paracetamol geven.
Krijgt uw kind acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium op dokters voorschrift? Overleg dan met de orthopedisch chirurg of uw kind deze medicijnen mag blijven gebruiken.
Kort voor de operatie mag uw kind geen vaccinatie krijgen.
We houden de volgende periode aan:
o Twee dagen voor de operatie geen DKTP- en meningokokken vaccinatie.
o Twee weken voor de operatie geen BMR vaccinatie.

Naar het ziekenhuis

Een dag voor de operatie word je opgenomen op de kinderafdeling. Je krijgt een rondleiding en uitleg van een verpleegkundige. Als je wilt mag je samen met je ouders al even op de intensive care kijken, daar slaap je de eerste nacht na de operatie. Misschien vind je het fijn om alvast de voorbereidingsspullen te bekijken, dat kan ook op de afdeling.

Mag je eten en drinken voor de operatie?

Voor deze operatie is het belangrijk dat je nuchter bent. Dat betekent dat je vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten en drinken. Jij en je ouders krijgen hier meer informatie over van de afdeling Preoperatief onderzoek.

Let op
Is uw kind niet nuchter, dan kan de operatie niet doorgaan en wordt deze uitgesteld. De afdeling kan de operatie in rekening brengen.

Medicijnen

Om ervoor te zorgen dat je na de operatie zo min mogelijk pijn hebt, krijg je van te voren een paar tabletten of zetpillen. We weten dan zeker dat ze tijdens de operatie goed zijn ingewerkt.

Naar de operatiekamer

Voordat je naar de operatiekamer gaat, krijg je een operatiejasje aan en een naambandje om je arm. Een verpleegkundige en soms een pedagogisch medewerker, brengen je in je bed naar de operatieafdeling. Je vader, moeder of verzorger mogen mee, ze blijven bij je totdat je slaapt.

Infuus

Tijdens de operatie is het nodig dat je vocht krijgt. Dat doen we via een infuus. De anesthesist brengt het infuus in.

Voordat de operatie begint krijg je een slangetje in je blaas (blaaskatheter). We kunnen dan meten hoeveel je plast tijdens de operatie. De blaaskatheter zit er na de operatie nog in.

Operatie

Als alle voorbereidingen klaar zijn, begint de operatie. De chirurg maakt een wond op de rug. Tijdens de operatie maakt hij de bocht in jouw wervelkolom zo recht mogelijk. De wervelkolom wordt vastgezet met behulp van staven en schroeven. Op sommige plaatsen schraapt de chirurg wat bot van de wervels. De chirurg plaatst dit bot langs de wervelkolom. Dit zorgt ervoor dat alles stevig vastgroeit.

Illustratie wervelkolom voor- en na operatie

Afbeelding 1: Hier kun je zien hoe de wervelkolom er voor en na de operatie uit ziet.

Als de operatie klaar is, legt de chirurg nog een slangetje (wonddrain) in de wond. Dit slangetje voert het wondvocht af. Het wondvocht komt dan in een opvangpot. Deze wonddrain wordt meestal 24 uur na de operatie eruit gehaald.

Wat zijn de risico's?

Zelfs als de operatie helemaal goed is gedaan, kunnen er problemen zijn. Zulke problemen noemen we complicaties. Een spondylodese operatie is best veilig. Heel soms kan er toch iets mis gaan. Er bestaat een kans dat je een paar dagen na de operatie een ontsteking (infectie) krijgt. Deze ontsteking is meestal goed te behandelen met medicijnen.

Om de bocht in de wervelkolom recht te zetten, opereert de chirurg vlak bij het ruggenmerg en de zenuwen. Het ruggenmerg en de zenuwen kunnen hierdoor geïrriteerd raken. De chirurg controleert dit met behulp van speciale apparaten. Toch is er altijd een hele kleine kans dat het ruggenmerg en/of de zenuwen beschadigen. Hierdoor kunnen de armen of benen verlamd zijn en / of pijn doen. Dit komt gelukkig bijna niet voor.

De mogelijkheid bestaat dat de gecorrigeerde bocht in de wervelkolom niet goed vastgroeit. Ook dit komt bijna niet voor. Om dit te voorkomen mag je de eerste maanden na de operatie niet sporten.

Na de operatie

De intensive care

Meteen na de operatie ga je naar de uitslaapkamer en dan naar de intensive care (IC). We letten daar extra goed op je. Vaak ben je nog erg slaperig als je daar komt. Je ouders of verzorgers mogen daar bij je zijn.

Na de operatie lig je gewoon op je rug. Op de uitslaapkamer en IC vragen we regelmatig aan je of je het goed voelt als we je armen en benen aanraken. We willen ook weten of je je armen en benen al weer kunt bewegen en hoeveel pijn je hebt. Je kunt de pijn een cijfer geven. 0 = geen pijn en 10 is het ergst. Als je veel pijn hebt kun je daar extra medicijnen voor krijgen.

Als het nodig is komt een fysiotherapeut langs om ademhalingsoefeningen met je te doen. Je kunt dan ook een oefenapparaatje krijgen om het inademen te stimuleren. De oefeningen zijn erg belangrijk. Zij kunnen voorkomen dat je een longontsteking krijgt. Soms krijg je ook wat extra zuurstof door een klein slangetje in je neus.

Weer terug op de kinderafdeling

Als alles goed gaat mag je weer naar de kinderafdeling (of andere verpleegafdeling). Dat is meestal de eerste dag na de operatie.

De eerste dag na de operatie lig je op je rug met een kussen onder je benen. Als het gaat mag je al even op de rand van het bed zitten met hulp van de fysiotherapeut. Draaien in bed mag onder begeleiding van een verpleegkundige of een fysiotherapeut.

De verpleegkundige op de afdeling zorgt ervoor dat je voldoende medicijnen krijgt tegen de pijn.

Kort na de operatie werken de darmen vaak minder goed. Je moet daarom in het begin rustig aan doen met eten en drinken. De verpleegkundige op de afdeling vertelt wat je mag drinken en (later) mag eten.

Uit bed

Vanaf de eerste of tweede dag ga je met hulp van de fysiotherapeut op de rand van je bed zitten, in de stoel zitten en rondlopen. Als dat goed gaat, mag je steeds meer zelf doen. De verpleegkundige / fysiotherapeut en de arts vertellen je verder wat je beter wel en wat je beter niet kan doen. Onder het kopje 'Leefregels' verder in deze folder lees je hier meer over.

De wond

Vanaf de derde dag na de operatie mag je weer douchen. De wond is gehecht met oplosbare hechtingen, deze hoeven niet verwijderd te worden.

Controle röntgenfoto

Voordat je naar huis gaat, maken we voor controle een röntgenfoto van je wervelkolom.

Ontslag (naar huis)

Meestal blijf je 5 tot 7 dagen in het ziekenhuis. Daarna mag je naar huis. Soms vindt de arts het beter dat je nog wat langer blijft. Als dat zo is, bespreekt hij dat met jou en met je ouders / verzorgers.

Je krijgt geen gips of korset om je rug. Meestal krijg je geen nabehandeling van een fysiotherapeut, want je rug moet eerst vastgroeien. Je krijgt controle-afspraken mee bij de orthopedisch chirurg en eventueel bij de revalidatiearts.

Weer thuis

Ondanks alle zorg rondom de operatie, kunnen er thuis soms toch nog complicaties optreden zoals:

  • De wond gaat lekken.
  • Het wondgebied wordt steeds dikker/ roder/ warmer.
  • De wond gaat steeds meer pijn doen.
  • Je hebt hoge koorts.

Als je één of meer van de bovenstaande complicaties hebt, dan neem je contact op met de orthopedisch chirurg. Je vindt de contactgegevens onderaan de folder.

Leefregels

Voor kinderen die naar school gaan

Na 3 tot 6 weken mag je weer naar school. Voor jou en je ouders/verzorgers is het belangrijk om je goed voor te bereiden.

Totaal duurt het zo’n 6 maanden voordat jouw rug helemaal genezen is. In deze periode mag je wel rustig aan al wat activiteiten opbouwen. Volg deze adviezen:

  • Probeer niet te draaien met je bovenlichaam. Die beweging maak je bijvoorbeeld als je iets wilt bespreken met een klasgenoot die achter je zit. Het is beter om je heupen en schouders tegelijk te draaien.
  • Maak geen holle of bolle rug, dus niet bukken en geen overstrekkende bewegingen met je armen maken. Daardoor wordt je rug extra belast.
  • De eerste 6 maanden niet op je buik liggen, op je rug liggen is het beste.
  • De eerste 3 maanden na de operatie niet fietsen of bromfiets rijden (ga ook zeker niet achterop zitten bij iemand).
  • Wij raden af om met het openbaar vervoer te reizen.
  • Ga niet een lange tijd achter elkaar staan, slenteren of hardlopen.
  • Ga niet onderuitgezakt zitten, maar rechtop of met steun in de rug (kussen).
  • Zit niet te lang achter elkaar (bouw dit langzaam weer op).
  • Tot 3 maanden niets dragen of tillen dat zwaarder is dan 2-5 kg. Vanaf 3 maanden mag je dit opbouwen tot maximaal 10 kilo.
  • Niet zwemmen of paardrijden.
  • Niet sporten. Dit mag pas weer na overleg met de orthopedisch chirurg. Gemiddeld mag dit na 6 maanden weer opgebouwd worden.

Ook belangrijk op school (informatie voor ouders)

Bedenk dat uw kind in het begin iedere dag met de auto naar school gebracht en gehaald moet worden. Uw kind mag de eerste drie maanden niet fietsen en zeker niet achter op de fiets zitten.
Wij adviseren om van te voren een gesprek aan te vragen met de conrector of mentor van uw kind. Vaak zijn er ook tijdelijke oplossingen zoals het digitaal volgen van de lessen.

Maak met uw school goede afspraken over:

  • Opbouwend (in uren of dagdelen) beginnen met school.
  • Wisselen van houding: vraag of het mogelijk is om in de klas van zithouding naar stahouding te gaan (of andersom) bij vermoeidheid of pijn in de rug.
  • Wisselen van klaslokaal: vraag of uw kind wat meer tijd krijgt om te wisselen van klas en dit buiten de drukte te doen (bijvoorbeeld 5 minuten eerder uit de klas).
  • Goede uitleg aan de klasgenoten over de operatie en instructies over wat wel en niet mag. Bijvoorbeeld niet plotseling trekken of duwen!
  • Voor uw kind geldt: vraag een klasgenoot of hij of zij jouw schooltas wil dragen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Orthopedie

088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
088 624 50 00 (bij spoed na 17.00 uur en in het weekend)

Fysiotherapie

088 624 23 05 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Laatst gewijzigd 21 februari 2023 / 5807