Contact
  1. 5859-Nierkanker (PID): H3 Bijlage De operatie

Patiënten Informatie Dossier

​Bij een kwaadaardige afwijking van de nier zal de nier vaak verwijderd worden. Hier leggen we uit wat de gang van zaken rond de operatie is.

Doel van de operatie

Het doel van de operatie is het wegnemen van de zieke nier, het omliggende vetkussentje en de fascie van Gerota om de kwaadaardige afwijking van de nier totaal te verwijderen. Soms worden ook de bijnier en de lymfklieren verwijderd.

Niersparende operatie

Als de tumor kleiner dan vier centimeter is, en afhankelijk van de plek in de nier, kan er ook een niersparende operatie uitgevoerd worden.

Gevolgen

Als de nier geheel of gedeeltelijk verwijderd wordt, heeft dit geen ernstige gevolgen. De gezonde nier heeft genoeg capaciteit om de functie over te nemen. U kunt goed met één nier leven.

Als er tijdens de onderzoeken een enkele uitzaaiing gevonden wordt, bijvoorbeeld in de long, kan deze soms ook operatief verwijderd worden. Er kan dan langdurige remissie (=wegblijven ziekte) of genezing bereikt worden.

Voor de opname

Vooronderzoek

Met uw behandelend uroloog heeft u besproken dat u een operatieve ingreep zult ondergaan. Als voorbereiding op de operatie, vindt er een preoperatief onderzoek plaats. De secretaresse van uw behandelend arts bespreekt met u hoe de afspraak op de polikliniek Preoperatief onderzoek gemaakt kan worden.

Voorafgaand aan de operatie heeft de anesthesioloog gegevens nodig over uw gezondheid om eventuele risico’s uit te sluiten. Soms is aanvullend onderzoek nodig, hij bespreekt dit met u. Hij/zij zal onder andere vragen of u al eerder geopereerd bent en of u medicijnen gebruikt. Als u medicijnen gebruikt, moet u deze in de originele verpakking meenemen naar uw afspraak op het Preoperatief bureau. Bij ‘Anesthesie’ kunt u meer informatie vinden. Bent u niet in de gelegenheid om voorlichtingsmateriaal te printen, dan doen wij dit graag voor u.

Oproep voor opname

Ongeveer een week vóór uw operatie neemt de planningscoördinator van de polikliniek Urologie telefonisch contact met u op. Als u telefonisch niet bereikbaar bent, ontvangt u een brief. Zij geeft u de opnamedag, het opnametijdstip en de operatiedag door.

  • Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, zal zij namens de uroloog doorgeven wanneer u daarmee moet stoppen.
  • Ook zal zij u vragen om bij opname de medicijnen die u gebruikt, in originele verpakking mee te nemen naar het ziekenhuis.
  • Hebt u vragen over uw opnameperiode, dan kunt u deze stellen aan de planningscoördinator.

Ter voorbereiding kunt u de informatie ‘Opname in de Isala' lezen.

Opnamedag

U wordt zo mogelijk op de dag van de operatie opgenomen op de
verpleegafdeling. De planningscoördinator bespreekt dit met u

  • Op de opnamedag hebt u een gesprek met een verpleegkundige
    over de gang van zaken op de afdeling. Aansluitend krijgt u een korte
    rondleiding.
  • De medicijnen die u gebruikt en meegenomen heeft naar het
    ziekenhuis, kunt u afgeven aan de verpleegkundige. Zij zal vragen wie
    als contactpersoon voor u wil optreden.
  • De verpleegkundige zal u tijdens uw opnameperiode zo veel mogelijk
    begeleiden. Hebt u nog vragen over uw operatie of behandeling, stelt
    u deze dan gerust.
  • Op de operatiedag krijgt u ‘s ochtends medicijnen (premedicatie)
    voorgeschreven door de anesthesioloog, zodat u zich beter kunt
    ontspannen.
  • Wanneer u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar
    de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. U ontmoet hier de
    anesthesioloog. U hebt hem of een van zijn collega’s gesproken op de
    afdeling Preoperatief onderzoek en anesthesiologie.
  • In de voorbereidingsruimte helpen ze u op de operatietafel. Daarna
    wordt u naar de operatiekamer gereden.

Voorbereiding op de operatie

  • Dagelijks krijgt u een prik (fraxiparine) om trombose (bloedstolling) te voorkomen. Deze krijgt u tot u weer met ontslag gaat.
  • Voor de operatie moet u nuchter zijn vanaf 24.00 uur ‘s nachts. Als u later op de dag geopereerd wordt, mag u ‘s morgens een licht ontbijt (thee en beschuit) gebruiken. De verpleegkundige zal u hierover informeren.
  • Op de dag van de operatie krijgt u ‘s ochtends medicijnen (premedicatie) die voorgeschreven zijn door de anesthesioloog, zodat u zich beter kunt ontspannen.
  • Wanneer u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. U ontmoet hier de anesthesioloog. U hebt hem of een van zijn collega’s gesproken op het preoperatief bureau.

Operatie

Er zijn drie soorten operaties, namelijk: de kijkoperatie, de niersparende operatie en de open operatie.

Kijkoperatie (laparoscopische nefrectomie)

Tegenwoordig wordt deze ingreep meestal via een zogenoemde kijkoperatie gedaan. Bij de kijkoperatie maakt de uroloog (meestal) vier kleine sneetjes van één tot twee centimeter in de onderbuik. Via deze sneetjes kan de uroloog een heel kleine camera en operatie-instrumenten naar binnen brengen en de operatie uitvoeren. Door één sneetje te vergroten tot 5 à 10 centimeter kan de uroloog de nier verwijderen. Het voordeel van deze methode is dat u vaak wat minder pijnklachten heeft na de operatie en het herstel iets sneller is.

Robot geassisteerde Partiele nefrectomie (niersparende operatie)

Als de tumor kleiner is dan 7 cm en op een bereikbare plaats ligt, wordt meestal gekozen voor een niersparende operatie (partiële nefrectomie). Bij deze ingreep wordt enkel de tumor samen met een klein randje gezond nierweefsel verwijderd. Het letsel in de nier wordt gesloten met hechtingen en bloedstelpend materiaal.

Het nadeel van deze ingreep is dat de bloedvoorziening van de nier tijdelijk moet afgeklemd worden om bloeding en bloedverlies te beperken. Dit afklemmen moet zo kort mogelijk gehouden worden om verlies van functioneel nierweefsel tegen te gaan. Met behulp van een operatie robot kan dit goed uitgevoerd worden.

Een robot-geassisteerde partiële nefrectomie is een kijkoperatie of laparoscopie waarbij de chirurg niet meer zelf aan de tafel staat, maar enkele meters verderop zit en aan een console de armen van de Da Vinci robot bedient en op deze manier de ingreep uitvoert. Via enkele kleine sneetjes worden camera en instrumenten naar binnen gebracht. Om voldoende werkruimte in de buikholte te krijgen, wordt de buik eerst opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Aan het einde van de operatie wordt het koolzuurgas verwijderd en worden de wondjes gesloten.

Het voordeel van deze robot is dat de chirurg een driedimensionaal zicht heeft, eventuele trillingen van de handen worden uitgeschakeld en de instrumenten binnenin polsbewegingen kunnen imiteren. Hierdoor wordt de periode dat er geen bloedvoorziening is zo kort mogelijk gehouden.

Open operatie

In sommige gevallen is een kijkoperatie niet mogelijk en komt u in aanmerking voor een ‘open operatie’, waarbij via een grote snee in de buik of flank de nier wordt verwijderd. Als dit van tevoren bekend is, bespreekt de uroloog dit met u. Het kan ook zijn dat de uroloog door (technische) problemen tijdens de operatie, besluit om toch via een grotere snee te opereren.

Verloop van de operatie

Gemiddeld duurt de operatie drie uur. Het verloop van de operatie wordt hieronder puntsgewijs beschreven:

  • U wordt op een operatietafel geholpen en naar de operatiekamer gereden.
  • De anesthesieassistent sluit u aan op de hartbewaking (monitor).
  • U krijgt een bloeddrukband om en een infuus in uw arm.
  • De operatie gebeurt altijd onder algehele verdoving (narcose). Via het infuus spuit de anesthesioloog slaapmiddelen in waardoor u langzaam in slaap valt (narcose). Als u slaapt wordt de operatie uitgevoerd en nemen verschillende apparaten uw ademhaling en andere lichaamsfuncties over. Daar merkt u allemaal niets van omdat u dan diep slaapt.
  • Nadat de anesthesioloog de verdoving heeft toegediend begint de operatie. Vlak voor de operatie brengt de anesthesioloog een slangetje (epiduraal katheter) onderin uw rug aan. Hierdoor kunnen pijnstillers worden toegediend om de pijn optimaal te bestrijden. Het blijft tot een paar dagen na de operatie zitten.
  • De nier gaat naar het laboratorium voor weefselonderzoek.

Na de operatie

  • Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer (recovery) waar u langzaam wakker wordt.
  • U hebt een katheter in uw plasbuis (blaaskatheter).
  • Het slangetje onderin uw rug blijft zitten voor de pijnbestrijding na de operatie.
  • Ook hebt u een slangetje in uw wond (een wonddrain) dat het wondvocht afvoert.
  • Via een infuus in uw arm krijgt u vocht en eventueel medicijnen toegediend.
  • Als u weer goed wakker bent en uw bloeddruk en ademhaling in orde zijn, geeft de anesthesist toestemming dat u terug kunt naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige van de afdeling haalt u op.
  • Weer terug op de verpleegafdeling zal de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en ademhaling controleren.
  • Als u niet misselijk bent, mag u weer water drinken.
  • Dagelijks komt de uroloog of zijn/haar assistent bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en om eventuele vragen te beantwoorden.
  • De wonddrain wordt verwijderd als er weinig tot geen wondvocht meer uit de wond komt, meestal na ongeveer 2 dagen.
  • Het verband op de wond wordt meestal een dag na de operatie verwijderd. Als de wond droog is, is een nieuw verband niet nodig.
  • Als u weer voldoende eet en drinkt, haalt de verpleegkundige het infuus uit uw arm.
  • De blaaskatheter wordt verwijderd als u weer voldoende in beweging (mobiel) bent en als het slangetje voor de pijnbestrijding uit uw rug verwijderd is.

Nadat de blaaskatheter is verwijderd, kunnen een aantal dingen anders zijn dan u gewend bent:

  • u kunt ongewild wat urine verliezen;
  • er kan nog wat bloed in uw urine voorkomen;
  • soms kunt u niet plassen, terwijl u aandrang heeft;
  • het plassen kan met kleine beetjes gaan en pijnlijk zijn.

Dit zijn normale verschijnselen die na een paar dagen weer over gaan. Wanneer u hier toch ongerust over bent, vertel dit dan aan de verpleegkundige.
Om de blaas goed door te spoelen, moet u ongeveer twee liter vocht per dag drinken.

  • U blijft op de verpleegafdeling totdat u weer naar huis gaat. Dagelijks neemt de verpleegkundige met u de verpleegkundige zorg door.

Pijn

Na de operatie krijgt u, naast de pijnbestrijding via het slangetje in uw onderrug, ook vier maal per dag twee tabletten paracetamol.

Het is belangrijk deze pijnstillers in te nemen, ook als u geen pijn heeft. Als het slangetje in uw rug verwijderd mag worden, hebben de pijnstillers er tijdig voor gezorgd dat u ook zonder epiduraal zo min mogelijk pijn ervaart. Om te weten of wij u goede pijnbehandeling geven, vraagt de verpleegkundig of u een pijnscore bij wilt houden waarop u aangeeft hoeveel pijn u ervaart. De paracetamol kunt u thuis afbouwen indien de pijn dit toestaat.

Blijft u ondanks deze medicijnen pijn houden, geeft u dat dan door aan de verpleegkundige. Zij zal u in overleg met de arts extra of andere medicijnen geven.

Beweging

Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Daarnaast komen de darmen hierdoor eerder op gang. Bovendien kunt u beter ademhalen als u rechtop zit en dat verkleint bijvoorbeeld weer de kans op luchtweginfecties.

Na de operatie is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. Daarom moet u de dag na de operatie proberen eventjes rechtop in bed of in een stoel te zitten.

Het kan voorkomen dat u zich duizelig voelt. Deze duizeligheid wordt veroorzaakt door een wat lagere bloeddruk. Uw bloeddruk is wat lager vanwege de plaatselijke verdoving via de epidurale katheter. De eerste keer dat u uit bed gaat, moet u dit doen onder begeleiding van een verpleegkundige.

Uitslag weefselonderzoek

Zodra de uroloog de uitslag van het weefselonderzoek heeft ontvangen van het laboratorium (meestal na ongeveer zeven werkdagen), bespreekt hij deze met u en eventueel uw partner en/of familie. Soms is dit al tijdens de opname. Als u al thuis bent, krijgt u de uitslag tijdens de eerste afspraak op de polikliniek Urologie na de operatie.

Weer naar huis

Afhankelijk van uw herstel kunt u drie tot vijf dagen na de operatie weer naar huis. Dit hangt onder meer af van het feit of u een kijkoperatie of een ‘gewone’ operatie hebt gehad. De arts bespreekt dit met u.

  • Als uw nier via een kijkoperatie is verwijderd, gaat u ongeveer op de vierde of vijfde dag na de operatie naar huis.
  • Bij een ‘gewone’ operatie is dit ongeveer zes tot tien dagen.
  • De verpleegkundige zal uw contactpersoon van uw ontslag op de hoogte stellen, wanneer u dat zelf niet kunt. Zij zal ook eventueel hulp via de thuiszorg regelen. De verpleegkundige bespreekt met u hoe laat u naar huis kunt.

Daarnaast krijgt u de volgend papieren mee:

  • een afspraak voor controle op de polikliniek van de uroloog;
  • een afspraak bij de regieverpleegkundige oncologie;
  • een brief voor uw huisarts.

Leefregels

De pijnklachten kunt u ook thuis nog ervaren U zult merken dat wanneer u zich meer inspant, u meer pijnklachten kunt krijgt. U mag hiervoor 3 tot 4 keer per dag 1 à 2 tabletten paracetamol van 500 mg innemen.De eerste weken na de operatie kunt u zich vermoeid voelen en minder aan kunnen dan normaal. Pas uw bezigheden hierop aan en gun uzelf de tijd om te herstellen.De eerste week na het ontslag kunnen de wondjes nog gevoelig zijn of wat zwellen. Bij de eerste controle op de polikliniek zal de arts bekijken of de wond goed geneest. De wond is meestal gehecht met oplosbare hechtingen. U kunt gewoon douchen.

Tot zes weken na de operatie:

  • mag u niet zwaar tillen;
  • mag u geen zware lichamelijke arbeid verrichten;
  • is het beter dat u geen alcohol drinkt.
Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 5859 / P