Contact
  1. 5929-Hematologische aandoening (PID): H2 Optionele bijlage Chronisch lymfatische leukemie

Patiënten Informatie Dossier

​Chronisch lymfatische leukemie is in de westerse wereld de meest voorkomende kwaadaardige aandoening van het bloed. Hier vertellen wij u meer over deze vorm van kanker en de eventuele behandeling daarvan.

 

Leukemie

Leukemie betekent dat er grote aantallen kwaadaardige witte bloedcellen (leukocyten) in het bloed aanwezig zijn, en in het geval van chronisch lymfatische leukemie (afgekort: CLL) stammen ze af van rijpe B-lymfocyten. De kwaadaardige cellen hopen zich ook op in beenmerg, lymfklieren, lever en milt.

B-lymfocyten ontstaan, net als andere bloedcellen, in het beenmerg en samen met T-lymfocyten vormen ze de specifieke afweer. Ze herkennen specifieke antigenen (stukken eiwitten) op bacteriën, virussen of andere ziekteverwekkers. B-lymfocyten kunnen uitrijpen uit tot plasmacellen die antistoffen maken.

De oorzaak van CLL is onbekend. CLL heeft meestal een rustig verloop en slechts een deel van de patiënten heeft behandeling nodig.

Verschijnselen

Chronisch lymfatische leukemie wordt vaak bij toeval ontdekt bij bloedonderzoek omdat de witte bloedcellen, en dan vooral de lymfocyten, verhoogd zijn. De ziekte kan vele jaren aanwezig zijn zonder klachten. Al vroeg in de ziekte is de productie van antistoffen (immuunglobulines) verlaagd, wat leidt tot een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Bij toename van de ziekte ontstaan door ophoping van lymfocyten klachten zoals (niet pijnlijke) zwellingen van lymfeklieren in hals, oksel, liezen en/of in de borst- en buikholte. Zwelling van de milt kan een zwaar gevoel in de bovenbuik veroorzaken.

Afwijkende lymfocyten nemen steeds meer ruimte in het beenmerg in, waardoor de normale aanmaak van de overige bloedcellen vermindert. Rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen komen in het gedrang. Dit geeft verschillende klachten:

  • Als u te weinig rode bloedcellen heeft, krijgt u bloedarmoede.
  • Bloedplaatjes zijn nodig voor de primaire bloedstolling; een tekort kan snel blauwe plekken veroorzaken of neusbloedingen.
  • Door daling van de witte bloedcellen neemt de vatbaarheid voor infecties verder toe.

Afvallen en koorts (zonder aantoonbare infectie) en nachtzweten komen in latere fases van de ziekte ook voor. Een zeldzame ontwikkeling kan de afbraak van eigen rode bloedcellen of bloedplaatjes zijn door fouten in de afweer.

Onderzoek

Om de diagnose te stellen wordt bloedonderzoek uitgevoerd. Meestal herkent een laboratoriummedewerker de afwijkende cellen onder de microscoop. Voor de exacte diagnose is een aanvullend bloedonderzoek nodig. Hierbij worden de afwijkende witte bloedcellen gekarakteriseerd (immunofenotypering).

Naast lichamelijk onderzoek wordt meestal een foto van de borstholte gemaakt en een echografie van uw buikholte (soms met CT-scan). Op deze manier wordt gezocht naar lymfkliervergrotingen in de borst- en buikholte en naar miltvergroting.

Pas wanneer er reden bestaat om tot behandeling over te gaan, wordt ook een beenmergonderzoek verricht. Bij een beenmergbiopsie wordt onder plaatselijke verdoving wat beenmerg uit de bekkenkam afgenomen en een heel klein stukje bot om in het laboratorium te laten onderzoeken. Ook wordt dan specifiek bloedonderzoek gedaan (o.a. chromosomenonderzoek) om een uitspraak te doen over het vermoedelijk verloop van de ziekte.

Behandeling

Er komen twee vormen van chronisch lymfatische leukemie voor:

  • De ene vorm heeft een uitstekende levensverwachting en (nagenoeg) geen klachten.
  • De andere vorm geeft toenemende klachten en verschijnselen. Patiënten zullen eerder behandeld moeten worden en hebben een groter risico om binnen enkele jaren te overlijden. Bij verreweg de meeste patiënten is CLL helaas niet te genezen.

Veel patiënten hebben geen tot weinig klachten van chronisch lymfatische leukemie. Bij hen is het verantwoord om (nog) niet te starten met een behandeling. Controles zijn wel nodig. Eerst om de paar maanden en in een stabiele situatie twee keer per jaar. Dit noemen we het ‘wait and see’-beleid. De behandeling start wanneer klachten optreden, zoals grote lymfeklierpakketten, bloedarmoede of lage bloedplaatjes, koorts, nachtzweten, vermagering of veelvuldige infecties.

Een behandeling kan bij verreweg de meeste patiënten de ziekte niet genezen, maar kan wel de afwijkende lymfocyten en daarmee de ziekteverschijnselen terugdringen. Er zijn verschillende middelen beschikbaar, ook wanneer de ziekte na een eerdere behandeling weer actief wordt. De behandeling vindt thuis plaats met medicijnen of op de dagbehandeling met bijvoorbeeld een infuus. Een opname in het ziekenhuis is meestal alleen nodig voor de behandeling van een ernstig verlopende infectie.

Chemotherapie

Tijdens chemotherapie krijgt u celdodende medicijnen in tabletvorm of per infuus. De kwaadaardige cellen hebben – meer dan de gezonde cellen – van deze middelen te lijden. Er zijn meerdere celdodende middelen die werken tegen chronisch lymfatische leukemie, bijvoorbeeld chloorambucil (Leukeran®), cyclofosfamide (Endoxan®) en fludarabine (Fludara®).

Immunotherapie

Immunotherapie zorgt ervoor dat antistoffen zich binden aan de kwaadaardige cellen. Dat gebeurt met middelen als rituximab (MabThera®) en alemtuzumab (MabCampath®).

Overige behandelingen

U kunt ook een combinatie van chemotherapie en immunotherapie krijgen. Voor fitte patiënten is op dit moment een combinatie van rituximab-fludarabine-cyclofosfamide beschikbaar.

Naast een standaardbehandeling worden in Isala ook behandelingen in het kader van nationale of internationale studies aangeboden. Hierbij worden nieuwe medicijnen of behandelingsstrategieën onderzocht.

Fitte en heel jonge patiënten, bij wie de ziekte terugkomt na een eerdere behandeling, kunnen eventueel in aanmerking komen voor een heel intensieve behandeling in combinatie met een allogene stamceltransplantatie. Dit is ook de enige behandeling die mogelijk een kans op genezing geeft.

Prednison wordt voorgeschreven bij auto-immuunverschijnselen, zoals versterkte bloedafbraak, die samenhangen met chronisch lymfatische leukemie.

Aanvullende behandelingen kunnen bestaan uit bloedtransfusies en infusies van immunoglobulines (antistoffen).

Radiotherapie

Wanneer een behandeling met medicijnen niet meer effectief is, te belastend wordt of wanneer u erg grote klieren krijgt, kan radiotherapie (bestraling) zinvol zijn.

Tot slot

Over de behandeling die uw arts aan u heeft voorgesteld, kunt u meer lezen in het Patiënten Informatie Dossier (PID) Hematologische aandoening onder het kopje ‘Behandeling’. Deze Patiënten Informatie Dossier vindt u onderaan deze pagina.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Oncologie (regieverpleegkundigen)
088 624 60 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

 

 

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 5929 / P