Contact
  1. 6611-Hematologische aandoening (PID): H3 Behandeling van hematologische aandoeningen

Patiënten Informatie Dossier

Uw arts bespreekt zijn behandelvoorstel met u en met een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO). De regieverpleegkundige hematologie legt ook uit wat de behandeling inhoudt. Daarnaast voegt zij schriftelijke informatie over de behandeling toe achter in dit hoofdstuk.

Mogelijke behandelingen

Er zijn grofweg vier behandelingen (en combinaties ervan) mogelijk:

Chemotherapie

Dit is een behandeling met medicijnen (cytostatica genoemd), die erop gericht is het proces van celdeling stop te zetten. Hierbij kan schade worden aangericht aan gezonde cellen.

Doelgerichte therapie

Een behandeling met medicijnen die kankercellen doelgericht remmen in hun groei. Met “doelgericht” wordt bedoeld dat de medicijnen met name van invloed zijn op de kankercellen. Deze medicijnen kunnen echter wel bijwerkingen geven.

Radiotherapie

Dit is een behandeling waarbij door middel van straling kankercellen worden gedood, terwijl de gezonde cellen zo veel mogelijk gespaard blijven.

Stamceltransplantatie

Hierbij worden stamcellen van uzelf of van een donor getransplanteerd.

Invloed van chemotherapie en/of doelgerichte therapie

Het beenmerg is verantwoordelijk voor de aanmaak van bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Door de chemotherapie en/of doelgerichte therapie worden er tijdelijk te weinig bloedcellen aangemaakt. Dit noemen we ook wel beenmergsuppressie (de ‘dip’). Hierdoor kunnen verschillende klachten ontstaan:

  • klachten als gevolg van het tekort aan rode bloedcellen: bloedarmoede met bleekheid, vermoeidheid, kortademigheid of duizeligheid;
  • klachten als gevolg van het tekort aan gezonde, witte bloedcellen: een grotere kans op koorts en infecties in bijvoorbeeld de keel of in de lucht- of urinewegen. Soms zijn deze klachten niet duidelijk aanwezig;
  • klachten als gevolg van het tekort aan bloedplaatjes: wondjes die blijven bloeden, onderhuidse bloedingen of inwendige bloedingen.

De ‘dip’

De periode die aanbreekt na de therapie en/of de stamceltransplantatie wordt ook wel de ‘dip’ genoemd. In deze periode kunt u een sterk verminderde weerstand en bloedstolling hebben door het tekort aan bloedcellen in uw lichaam. De duur en ernst van de ‘dip’ zijn afhankelijk van de soort therapie.

  • Bij poliklinische kuren is de duur van de dip meestal korter dan een week.
  • Bij klinische kuren is de duur van dip meestal 2 tot 4 weken.

Hiervoor kunnen zo nodig maatregelen getroffen worden. Deze kunnen variëren. Wanneer er maatregelen op u van toepassing zijn, hoort u dit van de behandelend arts / verpleegkundige. Als het beenmerg gaat herstellen is dit te zien aan de stijgende bloedwaarden.

Normaalwaarden

Hieronder staan de bloedwaarden van een gezonde volwassene op een rijtje, de zogenaamde ‘normaalwaarden’. Door uw ziekte en de behandeling kunnen bij u de waarden tijdelijk lager zijn. Uw behandelend arts bepaalt in hoeverre uw bloedwaarden in uw geval acceptabel zijn.

 Tabel bij folder Hematologische aandoening (PID): H3
Soort bloedcellen Normaalwaarden

Rode bloedcellen (Hb)

Bij mannen: 8,7-11 mmol/liter. Bij vrouwen: 7,5/10 mmol/liter

Witte bloedcellen (leukocyten)

4,0-10,0 (x 10exp9/liter) (=miljard per liter)

Bloedplaatjes (trombocyt)

​150-400 (x 10exp9/liter) (=miljard per liter)

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6611 / P