Contact
  1. 5931-Hematologische aandoening (PID): H2 Optionele bijlage Multipel myeloom (ziekte van Kahler)

Patiënten Informatie Dossier

​Een multipel myeloom (de ziekte van Kahler) is een kwaadaardige aandoening die begint in plasmacellen in het beenmerg. Het komt vooral voor bij mensen boven de vijftig jaar, maar kan ook op jongere leeftijd voorkomen. Hier vertellen wij u meer over deze vorm van kanker en de eventuele behandeling daarvan.

Wat is de ziekte van Kahler?

In het beenmerg worden alle cellen gevormd die uiteindelijk in het bloed komen. Het beenmerg bevindt zich in het bot. Plasmacellen in het beenmerg zorgen voor de aanmaak van afweerstoffen tegen virussen en bacteriën. Deze afweerstoffen zijn eiwitten die in het bloed gemeten kunnen worden.

Wanneer kanker in de plasmacellen ontstaat, maken de cellen meestal niet-werkende, abnormale eiwitten aan. Dit eiwit heet paraproteïne. Soms is het moeilijk deze stoffen in het bloed vast te stellen. Als de resten van paraproteïne als eiwit in de urine terechtkomen, noemen we het Bence Jones-eiwit.

De cellen van een multipel myeloom bevinden zich voornamelijk in het beenmerg, dus in de botten. Ze zijn vaak niet overal gelijk verdeeld, maar in ‘haarden’. Bij het voortschrijden van de ziekte kunnen ook de botten rondom het beenmerg aangetast worden. Soms worden de multipel myeloom cellen ook buiten de botten gevonden, bijvoorbeeld in het longvlies.

Er bestaat een ziektebeeld dat MGUS heet. Hierbij wordt wel een paraproteïne gevonden in het bloed, maar is er nog geen sprake is van een multipel myeloom. Per jaar krijgt ongeveer één procent van deze patiënten echt een multipel myeloom.

Verschijnselen

Een multipel myeloom uit zich op vijf verschillende manieren. Er bestaan meerdere verschijnselen en ze komen vaak door elkaar voor:

  • een verhoogde bezinking (een bepaalde bloedtest) en soms bloedarmoede; veel mensen hebben last van moeheid.
  • een verhoogde gevoeligheid voor infecties (geen goedwerkende antistoffen);
  • pijn in de botten en soms spontane botbreuken;
  • verhoogd kalkgehalte in het bloed;
  • een beschadiging van de nieren door het Bence Jones-eiwit (bij slechts een kleine groep patiënten).

Onderzoek

Onderzoeken zijn nodig om vast te stellen hoe uitgebreid de ziekte is. En hoe agressief deze zich gedraagt. Er bestaan situaties waarin er wél sprake is van een multipel myeloom, maar waarin afgewacht kan worden met behandelen.

De standaardonderzoeken krijgt u poliklinisch:

  • uitgebreid laboratoriumonderzoek van het bloed;
  • röntgenfoto’s van alle botten in het lichaam (een heleboel gewone röntgenfoto’s);
  • onderzoek van de urine;
    soms wordt hiervoor de urine van een volledig etmaal gespaard en onderzocht.
  • beenmergbiopsie;
    hierbij wordt onder lokale verdoving uit de bekkenkam wat beenmerg afgenomen en een heel klein stukje bot voor onderzoek.

Daarnaast kunnen andere onderzoeken nodig zijn: CT-scan, MRI-scan en PET-scan worden allemaal wel eens gebruikt bij de analyse van deze ziekte. Als de nieren aangetast zijn, moet er soms ook een stukje van de nier worden weggenomen voor onderzoek (nierbiopsie).

Tijdens de behandeling krijgt u meestal ook onderzoeken, zoals bloed- en urineonderzoek en af en toe een beenmergbiopsie.

Behandeling

Voor een multipel myeloom bestaat geen genezing. Wel kan het verloop van de ziekte per patiënt heel erg wisselen. Daardoor is er een zeer wisselende levensverwachting.

Voor de behandeling van een multipel myeloom is de laatste jaren een aantal nieuwe geneesmiddelen en behandelingsmethodes beschikbaar gekomen. De resultaten van deze behandelingen zijn nog niet helemaal uitgekristalliseerd en daarom worden de behandelingsadviezen regelmatig aangepast.

Problemen op één plek (zoals botpijn) worden vaak behandeld met bestraling (radiotherapie). Een multipel myeloom is echter een ziekte van het hele lichaam; daarom volgt bijna altijd ook een behandeling met medicijnen.

Over het algemeen is de behandeling bij mensen jonger dan 70 jaar wat agressiever dan bij ouderen. Bij patiënten jonger dan 70 jaar wordt meestal begonnen met vier poliklinische kuren met chemotherapie en/of immunotherapie in combinatie met dexamethason of prednison. Dexamethason is een krachtige variant van prednison en heeft een sterke anti-multipel myeloom werking. Tegenwoordig wordt dit bijna altijd gecombineerd met cyclofosfamide (chemotherapie) en bortezomib (Velcade®, immunotherapie). Dexamethason wordt in tabletvorm gebruikt, cyclofosfamide wordt via een infuus gegeven en bortezomib (Velcade®) via injecties.

Na deze kuren wordt geprobeerd om stamcellen te oogsten uit het bloed. Daarvoor wordt een chemotherapiekuur gegeven gevolgd door injecties met een ‘groeifactor’. Deze injecties zorgen ervoor dat de stamcellen zich verplaatsen van het beenmerg naar het bloed. Op het moment van herstel na de kuur wordt het bloed gespoeld om stamcellen te oogsten. Het actieve deel van de behandeling wordt afgesloten met een intensieve chemokuur gevolgd door een transplantatie met eigen stamcellen. Voor de transplantatie is een ziekenhuisopname van enkele weken nodig.

Als de ziekte terug zou keren wordt vaak opnieuw geprobeerd deze in een rustige fase te krijgen. Daarna wordt soms met de patiënt gesproken over een stamceltransplantatie met cellen van een donor. Deze behandeling is nog experimenteel.

Bij patiënten ouder dan 65 jaar bestaat de behandeling uit zes tot acht poliklinische kuren met chemotherapie en prednison in combinatie met bortezomib (Velcade®). De eerste twee in tabletvorm en de laatste als injectie. Rekening houdend met leeftijd en conditie kan voor andere combinaties worden gekozen.

Het effect van de behandelingen wordt steeds gemeten in het bloed en soms in het beenmerg. Steeds wordt geprobeerd om de ziekte zover mogelijk terug te dringen.
Als een multipel myeloom weer actief wordt, volgt meestal een andere behandeling met infusen of tabletten. Middelen die daarvoor veel gebruikt worden, zijn thalidomide, lenalidomide (Revlimid®) en bortezomib (Velcade®).

Naast de behandeling voor een multipel myeloom krijgen alle patiënten als onderhoud een medicijn om de botten te beschermen. Dit gebeurt met kortdurende 4-wekelijkse infusen (zoledroninezuur) of maandelijkse injecties (denosumab).

De behandeling van een multipel myeloom is in ontwikkeling en kan daardoor sterk verbeteren. De afdeling Hematologie van Isala doet mee aan veel landelijke onderzoeken om dat te bewerkstelligen. Het kan heel goed zijn dat u benaderd wordt met de vraag of u wilt deelnemen aan een dergelijk onderzoek.

Tot slot

Over de behandeling die uw arts aan u heeft voorgesteld, kunt u meer lezen in het Patiënten Informatie Dossier (PID) Hematologische aandoening in het onderdeel ‘Behandeling’.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Oncologie (regieverpleegkundigen)
088 624 60 40 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Laatst gewijzigd 12 maart 2024 / 5931 / P