Voor de transplantatie moeten stamcellen uit uw eigen bloed worden verzameld. Dit heet leukaferese (stamcelafname).
In het beenmerg ontstaat bloed. Beenmerg bevindt zich in verschillende botten in het lichaam. Het beenmerg vormt eerst zogenoemde stamcellen, ook wel ‘voorlopercellen’ genoemd. Vanuit deze ‘voorlopercellen’ ontstaan uiteindelijk alle rijpe bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
In het bloed circuleert een kleine hoeveelheid stamcellen. Dit aantal is onvoldoende voor een stamceltransplantatie. Hoe kunnen er meer stamcellen circuleren? Daarvoor moeten stamcellen zich verplaatsen vanuit het beenmerg naar het bloed. Dit proces noemen we mobilisatie. Dit kan door:
- Chemotherapie
- En daarna het gebruik van een groeifactor. Dit noemen wij G-CSF.
Het gebruik van G-CSF (groeifactor voor witte bloedcellen) helpt om stamcellen te verplaatsen (mobiliseren). U krijgt de groeifactor via een injectie onder de huid (subcutaan). U krijgt dit 2 keer per dag. Als het mogelijk is spuit u zelf de groeifactor. Instructies hiervoor krijgt u van de regieverpleegkundige oncologie of de afdelingsverpleegkundige. Meestal verdragen mensen deze injecties goed. Soms kunt u bijwerkingen krijgen zoals botpijn, rugpijn, hoofdpijn, spierpijn of een grieperig gevoel. U kunt hiertegen paracetamol gebruiken. U gebruikt de groeifactor totdat de leukaferese succesvol klaar is.
CD34-bepaling
Een medewerken van het laboratorium neemt bloed bij u af, als nodig vaker. Hierin kunnen wij zien of er al voldoende stamcellen in uw bloed circuleren. Dit noemen wij de CD34-bepaling. Hiermee kunnen het laboratorium en een arts een inschatting maken van het aantal stamcellen in uw bloed.
Leukaferese (stamcelafname)
De leukaferese start 3 tot 8 dagen na start van het gebruik van de groeifactor. Uw arts bepaalt op welke datum de stamcelafname plaatsvindt. Een medewerker van het laboratorium voert de leukaferese uit, onder eindverantwoordelijkheid (supervisie) van uw behandelend arts. De afname duurt gemiddeld 4 tot 5 uur.
De leukaferesemachine
Het verzamelen, ook wel oogsten genoemd, van de bloedstamcellen gebeurt met behulp van een speciaal apparaat, de leukaferesemachine. Wij sluiten u aan op deze leukaferesemachine. Hiervoor is het nodig om twee infusen of één katheter (dat hangt af van de prikplaats) bij u aan te brengen:
- één om bloed te onttrekken
- en één om het verwerkte bloed terug te geven.
U krijgt het infuus in de armen of u krijgt een katheter in een groot bloedvat in de lies.

Afbeelding 2: leukaferesemachine
Aanprikken via de armen
Indien mogelijk brengt de verpleegkundige van de afdeling in uw beide armen een naald in, in een bloedvat in de elleboog. Via de ene naald nemen wij bloed af. Uit dit bloed verzamelen wij de stamcellen. Via de andere naald krijgt u het verwerkte bloed weer terug, zonder de stamcellen. Bij deze vorm van leukaferese moet u lange tijd stil liggen (gemiddeld 4 tot 5 uur) met uw armen gestrekt.
Aanprikken van de lies
Soms is het niet mogelijk om bloed af te nemen via de arm. Dit kan komen omdat uw bloedvaten te klein zijn of doordat u door de chemotherapie moeilijk aan te prikken bent. In dat geval zal de arts een groot bloedvat in de lies aanprikken om een katheter in te brengen. Dit gebeurt op de intensive care. De meeste patiënten vinden het aanprikken van een bloedvat in de lies niet pijnlijk. De katheter heeft twee openingen:
- Één voor de afname van stamcellen.
- Één voor het teruggeven van het bloed zonder stamcellen.
Daarom is het bij een lieskatheter voldoende om één katheter te plaatsen. Ook bij deze vorm van leukaferese moet u lange tijd stil liggen (gemiddeld 4 tot 5 uur).
De lieslijn kunnen wij verwijderen als de opbrengst van de leukaferese voldoende is en de stamcellen zijn ingevroren. In verband met controle op het nabloeden van een lieslijn mag u niet direct naar huis. Dit zal na een aantal uren zijn of afhankelijk van het tijdstip soms de volgende dag.
Ieder mens heeft ongeveer vijf liter bloed. Deze hoeveelheid bloed wordt tijdens de leukaferese circa 2 keer bewerkt, welke zo’n 4 uur in beslag neemt. Soms iets korter, soms iets langer. In totaal verwerkt de machine maximaal 12 liter bloed. Enkele uren nadat de leukaferese is afgerond, zijn de stamcellen geteld en is duidelijk of er voldoende stamcellen verzameld (geoogst) zijn. Medewerkers van het stamcellaboratorium bewerken de stamcellen en vriezen ze in.
Hoeveel dagen duurt de leukaferesebehandeling?
Dit is niet te voorspellen. Bij ongeveer de helft van alle leukaferesebehandelingen duurt de leukaferese 2 dagen. Deze dagen zijn direct achter elkaar. In vrijwel alle andere gevallen is 1 leukaferesedag voldoende. Heel soms is er ook een 3e leukaferesedag nodig. Wij kunnen van te voren niet zeggen hoeveel dagen bij u nodig zijn om voldoende stamcellen te verzamelen.
Bijwerkingen
Een leukaferese heeft over het algemeen weinig bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerking is een tintelend gevoel rond de mond en in de vingers. Dit kan verholpen worden door extra calcium. Dit kan via het infuus eventueel worden toegediend. Na de leukaferese voelen sommige patiënten zich moe. Soms is het nodig om na afloop van leukaferese een bloedtransfusie van rode bloedcellen of bloedplaatjes te krijgen.
Naar huis
In de meeste gevallen kunt u na een leukaferese op dezelfde dag of een dag later weer naar huis. Dit hangt ook af van de manier waarop u geprikt bent (arm of lies). Uw behandelend arts bepaalt wanneer u weer naar huis kunt.
Deze informatie is bedoeld als aanvulling op uw gesprek in het ziekenhuis. Heeft u nog vragen of wilt u een afspraak maken, dan kunt u contact opnemen met één van de regieverpleegkundigen.
Regieverpleegkundigen oncologie
088 624 60 40 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Opvragen jaarverslag
Het opvragen van het jaarverslag 'autoloog stamcelprogramma Isala' kan via jacie@isala.nl.