Contact
  1. 6283-Melanoom

Melanoom kan een agressieve vorm van kanker zijn die ontstaat vanuit pigmentcellen die melanocyten worden genoemd. Melanocyten produceren melanine, deze stof zorgt voor verkleuring van de huid als deze wordt blootgesteld aan ultraviolet (UV) straling (afkomstig van zonlicht of zonnebank).

Oorzaak

De exacte oorzaak van melanoom is nog niet duidelijk. Beschadiging van het DNA in pigmentcellen van de huid door UV-straling wordt als belangrijke oorzaak gezien. Veelvuldige blootstelling aan UV-straling en zonverbranding is gerelateerd aan een hogere kans op het krijgen van melanoom, vooral op jonge leeftijd.

Melanoom komt daarom vaker voor op de huid die is blootgesteld aan UV-straling, zoals de benen, rug, armen, hoofd-halsgebied. Melanomen die beginnen in het oog, de anus of vagina zijn zeldzaam.

Jaarlijks krijgen ongeveer 7000 mensen in Nederland een melanoom, dit aantal neemt nog steeds toe. Andere vormen van huidkanker, basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom komen (veel) vaker voor, maar zijn minder gevaarlijk dan melanoom. Net als voor alle vormen van kanker geldt ook bij melanoom dat vroege ontdekking de beste kans op genezing biedt (in geval van vroege ontdekking groter dan 90%).

Verder kennen we nog andere risicofactoren die de kans op het krijgen van een melanoom vergroten. Het hebben van één of meerdere risicofactoren betekent dus niet dat je zeker een melanoom zult krijgen.

Risicofactoren

  • lichte huid, blond of rossig haar, lichte oogkleur, vaak samen met sproeten;
  • langdurige (over jaren) blootstelling aan zon of zonnebank;
  • zonverbranding als kind met blaarvorming (vóór 18e levensjaar);
  • meerdere grote en/of veel kleine moedervlekken;
  • een of meerdere familieleden met een melanoom;
  • pancreascarcinoom (alvleesklierkanker) in de familie.

Verschijnselen en klachten

Melanoom kan ontstaan vanuit bestaande moedervlekken of als nieuwe pigmentvlek. De volgende veranderingen kunnen optreden:

  • ontstaan van meerdere kleuren;
  • nieuwe, donkere elementen of juist lichte ophelderingen;
  • verandering van de vorm van de moedervlek, onregelmatige begrenzing;
  • jeuk, schilfering;
  • pijn;
  • makkelijk bloeden van de moedervlek;
  • ontstaan van kleine (satelliet) moedervlekken direct naast een bestaande moedervlek;
  • snellere groei dan andere moedervlekken.

Als bovenstaande veranderingen zich in een moedervlek voordoen, dan kan dit betekenen dat zich een melanoom aan het ontwikkelen is. Neem in dat geval altijd contact op met uw (huis)arts.

Let op
Niet ál deze verschijnselen hoeven op te treden wanneer een moedervlek verandert in een melanoom.

Verdachte moedervlek

Als bij u een verdacht plekje op de huid wordt geconstateerd, door bijvoorbeeld uw huisarts, wordt u doorverwezen naar de dermatoloog (huidarts) om de verdachte afwijking te laten beoordelen. De dermatoloog bespreekt met u of behandeling noodzakelijk is. De dermatoloog zal u en uw huisarts informeren over de beste behandelmethode. Soms wordt het chirurgisch verwijderen van een huidafwijking direct uitgevoerd, onder plaatselijke verdoving. Ook als de huisarts een huidafwijking bij u heeft weggesneden (excisie) die uiteindelijk een melanoom bleek te zijn, wordt u in eerste instantie verwezen naar de dermatoloog.

Diagnose melanoom

Bij de diagnose melanoom zijn bepaalde eigenschappen van het melanoom belangrijk om te bepalen hoe de verdere behandeling zal zijn:

  • de dikte (Breslowdikte) in millimeters;
  • of het melanoom bloedde of een zweertje had gevormd in de huid (ulceratie);
  • of het melanoom zich al voelbaar heeft verspreid naar de dichtstbijzijnde lymfeklieren;
  • plaats op het lichaam.

In het geval van een melanoom dient een tweede operatie, een zogenaamde re-excisie, te worden uitgevoerd. Tijdens de re-excisie wordt, afhankelijk van de dikte van het melanoom, huid rondom het litteken van de eerste excisie weggesneden.

  • Bij melanomen van 2 millimeter of dunner is dit één centimeter aan beide kanten van het litteken.
  • Bij melanomen dikker dan twee millimeter is dit 2 centimeter aan beide kanten van het litteken.

Ook controleert de arts uw lymfeklieren door deze te voelen. Melanomen kunnen uitzaaien naar de lymfeklieren. Als dit al heeft plaatsgevonden wordt het verdere behandelplan hierop aangepast.

Schildwachtklieronderzoek

Afhankelijk van de dikte van het melanoom (0,8 mm) en de hierboven genoemde zweervorming adviseren wij om uit te zoeken of het melanoom zich heeft verspreid naar de lymfeklieren. In dat geval wordt u doorverwezen naar de afdeling (oncologische) Chirurgie. De chirurg zal, naast het uitvoeren van de re-excisie, ook de schildwachtklier (ook wel sentinel node genoemd) verwijderen. Zowel de re-excisie als de schildwachtklier worden microscopisch onderzocht na de operatie. Als de schildwachtklier geen tumorcellen bevat, is het minder waarschijnlijk dat de andere klieren uitzaaiingen bevatten en is de kans op volledige genezing aanzienlijk toegenomen. In dat geval is meestal geen verdere behandeling nodig.

Aanvullende behandelingen

Wanneer blijkt dat de schildwachtklier wel tumorcellen bevat, kan soms een aanvullende behandeling met medicijnen geadviseerd worden. Indien de lymfklieren relatief maar weinig melanoomcellen bevat [< 1 mm] dan wordt alleen een intensieve nacontrole geadviseerd.

Controle

Na afloop van de behandeling spreekt de verpleegkundig specialist met u een individueel controleschema af. Bij dunne melanomen (stadium IA) is de kans op uitzaaiing zeer gering tot afwezig en is in principe één controle na een aantal maanden voldoende. De dermatoloog of verpleegkundig specialist zal tijdens deze controle uw hele huid onderzoeken en voelen naar de lymfeklieren.

Bij melanomen waarbij ook een schildwachtklier is verwijderd, worden de nacontroles door de verpleegkundig specialist uitgevoerd. De controle bestaat uit inspectie van het gebied rondom het litteken en het voelen naar de lymfeklieren. Ook wordt de rest van de huid nagekeken. In bijzondere situaties vindt uitgebreider onderzoek plaats.

Uitgezaaid melanoom

Als het melanoom zich voorbij het eerste lymfklierstation heeft verspreid is chirurgische verwijdering vaak niet meer mogelijk. U wordt dan doorverwezen naar de internist-oncoloog, deze zal met u de behandelopties bespreken. De kans op genezing is in dat geval aanzienlijk kleiner. De laatste jaren is deze kans echter verbeterd door de komst van nieuwe medicijnen. Deze behandelingen mogen slechts in gespecialiseerde ziekenhuizen worden gegeven. Isala Oncologisch centrum is één van de behandelcentra in Nederland die uitgezaaid melanoom kan behandelen.

Behandeling

Immunotherapie en doelgerichte (targeted) behandeling zijn twee behandelmethoden die ingezet kunnen worden bij uitgezaaid melanoom. Behandeling met chemotherapie wordt nog maar zelden gedaan.
Immunotherapie is een behandeling met medicijnen die het eigen afweersysteem van de patiënt stimuleren om de kankercellen van het melanoom aan te vallen. Doelgerichte therapie is een medicijnbehandeling waarbij het medicijn de melanoomcellen opspoort en deze probeert te vernietigen.

Beide therapieën kennen specifieke, soms vervelende en (tijdelijk) ziekmakende bijwerkingen, zoals vermoeidheid, darmklachten en huidklachten. De therapiekeuze hangt af van bepaalde eigenschappen van het melanoom en van de mate waarin het melanoom is uitgezaaid. Het melanoom kan ook uitzaaien naar de hersenen, indien mogelijk worden deze chirurgisch verwijderd of bestraald.

Multidisciplinaire samenwerking

De behandeling van een melanoom is multidisciplinair. Dat betekent dat specialisten van verschillende disciplines bij de behandeling zijn betrokken. In dit team zit ook een verpleegkundig specialist. Hij/zij spreekt uw taal en die van de artsen. Op de polikliniek houden zij spreekuur voor u en uw familie.

Wetenschappelijk onderzoek

Zoals aangegeven zijn er de laatste jaren meerdere nieuwe geneesmiddelen beschikbaar gekomen voor de behandeling van uitgezaaid melanoom. Onderzoek naar nieuwe en effectievere medicatie blijft in ontwikkeling. Isala participeert momenteel in meerdere onderzoeken naar nieuwe medicijnen.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de locatie waar u onder behandeling bent:

Zwolle

Mammapolikliniek en melanoompolikliniek
088 624 34 87 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 18 november 2022 / 6283