Bij nierkanker zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Welke behandeling u krijgt, hangt af van hoe groot de tumor is en of er uitzaaiingen zijn. De uroloog bespreekt de behandelmogelijkheden met u en samen beslist u wat het beste is.
Voor het behandelplan werken meerdere artsen samen. Naast de uroloog kunt u ook te maken krijgen met:
De arts en de regieverpleegkundige leggen uit wat de behandeling inhoudt.
Een behandeling kan gericht zijn op genezing of op het remmen van de ziekte:
De behandeling kan bestaan uit bestraling (radiotherapie) en/of medicijnen.
Bij een operatie verwijdert de arts de nier helemaal of een deel ervan. Soms halen we ook de bijnier en lymfeklieren weg. Als u een nier of een deel van een nier mist, kan de overgebleven nier meestal de functie overnemen. Met 1 gezonde nier kunt u goed leven.
Bij kleine tumoren (stadium T1a) zijn er naast een operatie ook andere behandelingen mogelijk. De uroloog bespreekt dit met u en geeft u meer uitleg over de opties:
Er is veel onderzoek gedaan naar de werking van chemotherapie bij nierkanker. Hieruit blijkt dat chemotherapie geen effect heeft.
Er zijn wel andere medicijnen die de ziekte kunnen remmen. Dit noemen we systeemtherapie. Systeemtherapie kan bestaan uit doelgerichte therapie (in de vorm van tabletten) of immunotherapie (via een infuus). Beide therapieën zijn erop gericht om de groei van kankercellen te remmen.
Als u in aanmerking komt voor een behandeling met systeemtherapie verwijst de uroloog u naar de internist-oncoloog. Deze bespreekt de mogelijke behandelingen met u. Uw behandelplan wordt altijd in het regionaal nierkankernetwerk besproken.
De oncoloog en de regieverpleegkundige leggen u uit wat de behandeling inhoudt. En ook wat u kunt verwachten van de werking en de mogelijke bijwerkingen.
Bekijk hier de film over de behandelopties van gevorderde niercelkanker
U kunt bestraling krijgen om de niertumor te behandelen. Dit kan zijn om te genezen of om klachten te verminderen, zoals bloed in de urine. Bestraling is ook een behandeling bij uitzaaiingen van de tumor.
De radiotherapeut-oncoloog bespreekt hoeveel behandelingen u nodig heeft. Soms merkt u aan het einde van de bestralingsperiode al verbetering. Het kan ook een paar weken duren voordat u effect merkt.
Voor de bestraling heeft u een gesprek met de radiotherapeut-oncoloog en een voorlichtingslaborant. Zij leggen uit hoe de bestraling werkt en welke bijwerkingen u kunt krijgen. U krijgt ook advies over hoe u met de bijwerkingen kunt omgaan, zodat u er minder last van heeft.
Bij uitzaaiingen kan de zieke nier worden verwijderd. Dit gebeurt met een operatie, die we een cytoreductieve nefrectomie noemen. Het doel is om klachten, zoals bloedplassen, te verlichten. Soms krijgt u een operatie om behandeling met medicijnen (systeemtherapie) uit te stellen.