Borstvoeding bij premature of zieke baby Borstvoeding bij premature of zieke baby
- Isala
- Patiëntenfolders
- 7098-Borstvoeding premature of zieke baby
Als je baby op de Neonatale intensive care unit (NICU) of op de Kinderafdeling is opgenomen, lukt het niet altijd om borstvoeding te geven. Maar moedermelk is belangrijk voor jouw zieke of te vroeg (prematuur) geboren baby. In moedermelk zitten namelijk onmisbare vitaminen, mineralen en antistoffen. Hoe kun je toch moedermelk geven als je baby op de NICU ligt of te vroeg geboren is? In deze folder lees je daar meer over.
Waarom is moedermelk belangrijk?
- In de eerste moedermelk direct na de geboorte (colostrum) zitten belangrijke antistoffen, vitaminen en mineralen.
- Antistoffen beschermen tegen infecties. Een te vroeggeboren baby heeft door de kortere zwangerschapsduur minder antistoffen meegekregen. Ook het afweersysteem van de baby is dan nog onvoldoende ontwikkeld.
- Colostrum bereidt de darmen voor op het opnemen van voedsel. Bovendien beschermt colostrum de darmen tegen infecties.
- Colostrum werkt laxerend: je baby zal sneller voor het eerst moeten poepen. Ook heeft je baby minder kans op geelzucht.
- In moedermelk zitten ook bepaalde stoffen, die belangrijk zijn voor een goede ontwikkeling van het spijsverteringstelsel.
- In moedermelk zitten bovendien vetzuren. Deze zijn nodig voor een goede hersenontwikkeling en gezichtsvermogen.
- Je baby verdraagt moedermelk beter; het is licht verteerbaar.
- Borstvoeding is goed voor de hechting tussen jou en je baby.
Een te vroeggeboren baby of zieke baby kan meestal nog niet zelf drinken. Om je kindje tóch moedermelk te kunnen geven, is kolven een goed alternatief. Meer informatie over kolven vind je ook in onze folder 'Kolven en bewaren van moedermelk'.
Bijvoeden
Lukt het (nog) niet om voldoende moedermelk aan te maken? Dan hebben we eventueel ook kunstvoeding op de afdeling. In onze folder ‘Borstvoeding’ lees je alles over borstvoeding, maar ook over bijvoeden en hoe je dat kunt doen. Voor moeders van te vroeggeboren en zieke baby’s die nog moeten ‘leren’ drinken, hebben we in een aparte folder tips voor het voeden op een rijtje gezet.
Borstvoeding bij ontslag
Drinkt jouw baby meer aan de borst? Stem dan de melkproductie langzaam af op iets meer dan wat je baby drinkt. Het is handig om hier al enige tijd voordat je weer naar huis gaat, al mee te beginnen. Het kan zijn dat je de kolfopbrengsten wat moet afremmen. Om zo meer in balans te komen met wat jouw baby nodig heeft. Jouw baby zal dan ook tevredener zijn.
Maak je niet voldoende melk aan? Of maak je juist teveel melk aan? Vraag dan de verpleegkundige of lactatiekundige om hulp. Dat kan zolang je baby in Isala is opgenomen.
Fopspeen
Voor jouw zieke of prematuur geboren baby kan een fopspeen troost bieden of helpen tegen pijn. Daarom bieden wij soms een fopspeen aan. Bijvoorbeeld op momenten dat jij niet aanwezig kunt zijn. De fopspeen voldoet aan de zuigbehoefte van je baby. Zo wordt hij rustiger en groeit beter. Zuig- of drinkverwarring komt bij te vroeg geboren baby’s minder voor dan bij baby’s die op tijd zijn geboren.
Stappenplan
Hoe jonger je baby is, hoe moeilijker het is om zelf te drinken. Vaak hebben baby’s een sonde of krijgen ze moedermelk (aangevuld met kunstvoeding en extra verrijking) uit een fles.
Met onderstaand stappenplan kun jij je baby langzaam aan de borst leren drinken. Als je baby aan de borst zuigt of drinkt, komt jouw melkproductie ook weer meer op gang.
Als jouw baby nog niet aan de borst kan zuigen of drinken, start dan snel met kolven. Zo breng je of houd je de moedermelkproductie op gang. Drinkt je baby maar een beetje aan de borst? Blijf ook dan kolven om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen.
Samen met de verpleegkundige kijk je naar je baby om te bepalen of je kunt beginnen met aanleggen. Beginnen met aanleggen kan als je baby:
- zuigende bewegingen met z’n mondje maakt
- een goede conditie heeft
- goed kan zuigen, slikken en ademhalen
- laat zien dat hij zelf kan drinken
Uitleg stappen
Stap 1: Huid op huid contact
Probeer elke dag te buidelen met je baby. Praat tegen hem en streel hem zacht. Je baby herkent jouw stem, geur en voelt zich veilig bij jou. Kolf regelmatig.
Stap 2: Mond en neus tegen tepel
Leg tijdens het buidelen het mondje en neusje van je baby tegen je tepel aan. Je baby ruikt jouw moedermelk en wordt nieuwsgierig. En zoekt misschien de borst. Kolf regelmatig.
Stap 3: Beetje moedermelk laten proeven
Als het mondje van je baby tegen je tepel aan ligt, duw dan voorzichtig met je hand wat melk uit je borst. Je baby ruikt deze druppeltjes melk en dat wekt zijn interesse. Misschien likt hij ook voorzichtig wat melk op. Dit is een grote en belangrijke stap! Kolf regelmatig.
Stap 4: Ruiken en sabbelen
Je baby laat steeds vaker zien dat hij wil drinken. Eerst likt hij voorzichtig; later opent hij zijn mondje. Je baby vindt het heerlijk om druppeltjes moedermelk te proeven. Kolf regelmatig.
Stap 5: Zoekreflexen stimuleren
In deze fase gaat je baby aanhappen. Leg hem goed tegen je tepel aan. En streel met je tepel over zijn onderlipje. Je baby doet z’n mondje wijd open steekt z’n tong over de onderlip naar buiten. Schuif dan je baby dichterbij. Zo kan hij aanhappen en de tepel diep genoeg in zijn mondje nemen. Vaak zie je wel dat dit nog een oefening is: hij hapt en laat weer los, hapt en laat weer los. Kolf regelmatig.
Stap 6: Wakker / alert, voor het eerst zuigen
Zorg ervoor dat je baby wakker en alert is, voordat hij voor het eerst gaat zuigen. Vorm je tepel en borst goed richting het neusje van je baby. Zodat de tepel in zijn mondje zijn gehemelte prikkelt tot een zuigreflex. Als de tepel niet diep genoeg in zijn mondje komt, is er geen zuigreflex. Je baby gaat dan niet zuigen. Lukt het niet om je baby zonder hulpmiddelen aan te leggen? Gebruik dan tijdelijk een tepelhoedje. Maar probeer elke voeding eerst zonder tepelhoedje te geven. En gebruik alleen een tepelhoedje als het echt nodig is. Als je baby jouw borst goed kan vastpakken en drinken, hoef je het tepelhoedje niet meer te gebruiken.
Stap 7: Baby hapt aan de borst, zuigt en slikt
Nu drinkt je baby echt bij jou aan de borst. Hij houdt de tepel en tepelhof goed vast terwijl hij zuigt. In het begin drinkt je baby waarschijnlijk niet veel. Maar het is alvast een goed begin!
Stap 8: Borstvoeding wegen en minder sondevoeding
Drinkt je baby goed uit de borst? Schat dan in hoeveel hij drinkt. Dat doe je door naar zijn slikbewegingen te kijken. Hoe beter hij drinkt, hoe minder sondevoeding hij nodig heeft.
Stap 9: Borstvoeding als jouw baby het ‘vraagt’
Nu zijn jullie thuis en mag je baby vaak bij jou drinken. Maar bijvoeden met de sonde en/of een fles is nog wel nodig. Omdat jouw baby nog niet alles zelf uit de borst kan drinken. Misschien voedt je nog met een tepelhoedje. Je baby moet goed de borst kunnen leeg drinken, voordat je (na)kolven gaat afbouwen of stoppen.
Stap 10: Dag en nacht samen, regelmatig borstvoeding
Je baby drinkt nu helemaal uit de borst. Je hoeft niet meer te kolven. Geef regelmatig borstvoeding, dag en nacht. Zo houd je de melkproductie op gang. Voor meer informatie kijk op www.borstvoeding.com.
Contact
Heb je nog vragen? Stel die dan gerust aan de verpleegkundige of lactatiekundige.
Isala Zwolle
afdeling Verloskunde
lactatiekundige@isala.nl
088 624 14 40
Kindergeneeskunde
088 624 14 35
Neonatale intensive care
088 624 52 71
nicu.neonatologie@isala.nl
Meer informatie
Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen
Postbus 1444
1300 BK Almere
0900 522 82 84 of 0900-lactatie
www.nvlborstvoeding.nl
Borstvoedingsorganisatie La Leche League
Postbus 212
4300 AE Zierikzee
(0111) 41 31 89
www.lalecheleague.nl
Op kijk op www.borstvoeding.com.