Contact
  1. 7102-Diabetes mellitus: Preventieve zorg

Preventieve zorg bij diabetes mellitus

In deze folder vindt u informatie over de (preventieve) zorg die de diabetesverpleegkundige op de dialyseafdeling geeft bij diabetes mellitus. 

Mensen met diabetes die dialyseren hebben een grotere kans om aan hart- en vaatziekten te overlijden. De kans op hart- en vaatziekten is voor diabetespatiënten twee tot vier maal zo groot. Onder hart- en vaatziekten worden onder andere verstaan: hartinfarct, herseninfarct, hartfalen en problemen met de doorbloeding van uw benen. Om deze kans zo minimaal mogelijk te maken, is het van belang uw diabetes zo goed mogelijk onder controle te houden.

De diabetesverpleegkundige

De diabetesverpleegkundige is de zorgverlener die u als diabetespatiënt extra zorg biedt tijdens het dialyseren. Tijdens uw behandeling op de dialyseafdeling informeert de diabetesverpleegkundige u regelmatig over het omgaan met uw diabetes. Zij geeft u instructie en leert u alles wat met uw diabetes te maken heeft. Zij plant met u het meten van dagcurves.

Eerste controle

Bij de start van uw nierfunctievervangende therapie controleert de diabetesverpleegkundige nauwkeurig uw bloedglucosewaarden. Op deze manier krijgt zij inzicht in uw diabetes op dat moment.
De diabetesverpleegkundige bespreekt samen met u de onderstaande zaken en voert de volgende onderzoeken uit:

  • Controleren van de dagcurve en de Hba1c-waarde (= gemiddelde van uw bloedglucosewaarden).
    De HbA1c-waarde zal hierna elke drie maanden bepaald worden.
  • Plannen van de dagcurves.
  • Indien nodig worden de eenheden van uw insuline aangepast.
    Eventueel moet u vaker een dagcurve bijhouden totdat de bloedglucosewaarden goed zijn.
  • Controle of er afspraken bij de oogarts gemaakt zijn.
  • Voetcontrole en spuitplekken.
  • Glucosemeter controle.

Vervolgcontroles

Na deze eerste controle komt de diabetesverpleegkundige één keer per 3 maanden bij u langs op de dialyseafdeling. Zij biedt u zorg zoals hulp bij het verhogen of verlagen van de medicatie om de streefwaarde te bereiken, controle van uw diabetesmaterialen en zij controleert uw voeten op wondjes en gevoel. Zij kan u advies geven en ondersteunen in uw diabeteszorg. Door het aanbieden van deze zorg wil de diabetesverpleegkundige ervoor zorgen dat complicaties bij diabetes worden voorkomen of zo lang mogelijk worden uitgesteld.

Diabetes en de nieren

Bloedglucose is een suiker in het bloed. Deze suiker is de ‘brandstof’ voor het goed functioneren van uw lichaam. Als de bloedglucose waarde te hoog is, is dat een teken dat de glucose niet goed wordt opgenomen in de lichaamscellen. Dit komt doordat er onvoldoende insuline wordt gemaakt en/of doordat het lichaam onvoldoende gevoelig is voor insuline. Dit is kenmerkend voor diabetes mellitus.

Een bloedglucosewaarde ligt normaal tussen de 4 en 10 mmol/l. Boven de 10 spreken we van een hyperglykaemie en beneden de 3.5 van een hypoglykeamie. Door dagcurves van de bloedglucosewaarden bij te houden, kunnen we zien of de behandeling met medicatie en/of insuline goed ingesteld is.

Zelfcontrole

Er bestaat een verband tussen de bloedglucosewaarden en het verslechteren van uw nierfunctie en het starten met dialyse. Doordat uw nieren de afvalstoffen niet voldoende via de urine uitscheiden stapelen deze zich op in uw bloed en organen. Ook de insuline kan zich stapelen waardoor uw insuline behoefte in de predialysefase (de fase dat dialyseren nog niet nodig is) verandert. Door een dagcurve bij te houden krijgt u inzicht in uw bloedglucosewaarden.

Een dagcurve heeft vaste meetpunten:

  • voor het ontbijt
  • voor de lunch
  • voor de avondmaaltijd
  • voor het slapen

U meet voordat u uw insulinespuit of tabletten inneemt.

Het is belangrijk dat u de bloedglucosewaarde in uw diabetes dagboekje noteert en als er bijzonderheden zijn u dit erbij schrijft (bijvoorbeeld hard gewerkt, veel gegeten, voel me niet lekker, enzovoort). Zo zijn de oorzaken van de schommelingen beter te verklaren. Als u regelmatig te hoge of te lage bloedglucosewaarden meet, raadpleeg dan de diabetesverpleegkundige of de nefroloog.

Bij een goede diabetesregulatie is één dagcurve per twee weken of éénmaal per maand voldoende. Daarbij zijn de volgende punten van belang:

  • Prik niet altijd op dezelfde dag.
  • Controleer uw bloedglucosewaarde altijd bij onzekerheid, ziekte, extra inspanning, emoties, extra eten, start drinkvoeding en hypo gevoel.
  • Als u tijdens dialyse het gevoel heeft dat uw bloeddruk laag is, denk er dan ook aan dat het mogelijk is dat uw glucose laag is.
  • Indien de nuchtere glucose meerdere malen hoog is, meet uw glucose dan ook eens om 03.00 uur in de nacht om eventueel nachtelijke hypo op te sporen.
  • Neem altijd uw diabetesdagboekje mee naar de dialyse.

Voetcontrole

Uw voeten worden minimaal 1 maal per jaar geïnspecteerd op wondjes, doorbloeding, gevoel en andere afwijkingen. Indien nodig zal dit vaker gebeuren. Als na inspectie blijkt dat er wondjes aanwezig zijn, wordt wondbehandeling gestart om verergering te voorkomen. Mocht het nodig zijn, dan zal de nefroloog u doorverwijzen naar de chirurg en het Wond expertise centrum.

Mocht u standsafwijkingen of drukplekken hebben dan zal u worden geadviseerd naar de podo-therapeut te gaan. Als u zelf niet in staat bent uw voeten goed te verzorgen kunt u dit door de pedicure laten doen.
Voor vergoeding van de pedicure/podotherapeut kunt u van de diabetesverpleegkundige een zo genoemde Simms-classificatie krijgen. Informeer altijd bij uw zorgverzekering welke zorg wel en welke zorg niet vergoed wordt.

Wat kunt u zelf doen?

De voeten van een diabetespatiënt hebben extra aandacht en verzorging nodig. Hieronder volgen enkele adviezen om wondjes en afwijkingen te beperken:

  • Inspecteer dagelijks uw schoenen en kousen op harde oneffenheden zoals naden, steentjes, enzovoort.
  • Droog uw voeten goed af, zeker tussen de tenen.
  • Smeer uw voeten in met vette crème of zalf om de huid soepel te houden, dit kunt u voor het slapen gaan doen.
  • Inspecteer dagelijks uw voeten. Als u roodheid, eelt, kloofjes, zwellingen of wondjes signaleert, meld dit dan bij de diabetesverpleegkundige (bij afwezigheid zal de dialyseverpleegkundige haar inlichten).
  • Laat uw voeten verzorgen door een gediplomeerd pedicure met diabetes-aantekening.
  • Verwijder zelf geen eelt. Onder het eelt kan een infectie zitten. Laat wondjes verzorgen door een deskundig iemand.
  • Indien u zelf uw voeten verzorgd: knip uw nagels recht af om te voorkomen dat ze in het vlees groeien. Maak scherpe randen glad met een nagelvijl. Gebruik geen likdoornpleisters.
  • Loop niet op blote voeten, ook niet binnenshuis. Draag altijd sokken in de schoenen. Als gevolg van een gevoelsstoornis voelt u het niet als er iets aan de hand is met de voet.
  • Gebruik nooit een kruik bij koude voeten. Als gevolg van een gevoelsstoornis voelt u het niet als deze te heet is.
  • Beweeg regelmatig: dit bevordert de bloeddoorstroming in de benen.

Peritoneaaldialyse

De diabetesverpleegkundige ziet u één keer per drie maanden in combinatie met uw afspraak bij de peritoneaaldialyse verpleegkundige.

Diëtiste en andere zorgverleners

Ook de diëtiste komt bij u langs op de dialyseafdeling. Zij begeleidt u met uw dieet voor diabetes en dialyse. 

Andere zorgverleners

Het kan zijn dat tijdens uw behandeling advies gevraagd wordt aan andere zorgverleners binnen het ziekenhuis, of daarbuiten, zoals bijvoorbeeld een chirurg of podotherapeut. Als het nodig is, verwijzen wij u door. Uiteraard gaat dit in overleg met u.

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:

Zwolle

Diabetesverpleegkundigen
088  624 23 29 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 8.30 uur en van 12.30 tot 13.00 uur)
Of mail naar: diabetesverpleegkundigen@isala.nl.

Dialysecentrum 
088 624 25 30 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur)

Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 7102 / P