Het invriezen van embryo’s gaat in grote lijnen als volgt:
- De embryo’s worden in een vloeistof gebracht die water aan het embryo onttrekt. Hierdoor lopen de embryo’s weinig of geen schade op bij het invriezen. De cellen van het embryo lijken dan te krimpen.
- De embryo’s worden uit de vloeistof opgezogen in een rietje en langzaam ingevroren. Dit gebeurt met een vriesapparaat dat gekoppeld is aan vloeibaar stikstof (-196ºC). Dit hele proces duurt ongeveer 2,5 uur.
- Na het invriezen worden de rietjes met embryo’s in een buisje gedaan en bewaard in een groot stikstofvat.
Het ontdooien van embryo’s voor plaatsing gaat in grote lijnen als volgt:
- De embryo’s worden in aflopende concentraties van het invriesmedium gezet. Hierdoor krijgen ze langzaam hun oorspronkelijke grootte terug; de cellen zwellen weer op. Nu wordt zichtbaar of de embryo’s schade hebben geleden door het invriezen.
- Een uur na het ontdooien wordt beoordeeld of de embryo’s geplaatst kunnen worden.
Het kan voorkomen dat er nog meer embryo’s ontdooid moeten worden. Of dat de kwaliteit van de embryo’s twijfelachtig is. In het laatste geval maken we met u een afspraak onder voorbehoud voor een plaatsing. Let op: een embryo waarvan enkele cellen kapot zijn (degeneratie), kan zich verder normaal ontwikkelen. Degeneratie van cellen wil ook niet zeggen dat het toekomstige kindje hierdoor afwijkingen krijgt. Dit komt omdat de cellen nu nog totipotent zijn, iedere cel bezit nog alle kenmerken die nodig zijn om een embryo gezond verder te laten groeien. De enige voorwaarde voor een zwangerschap is dat er nog voldoende van die totipotente cellen zijn.
Na de beoordeling van de embryo’s wordt u gebeld. Een laboratoriummedewerker vertelt u hoeveel embryo’s er ontdooid zijn. Ook hoort u of een plaatsing mogelijk is, en zo ja, wanneer.