Contact

Over de afdeling

  1. Over de afdeling

De Trombosedienst van Isala draagt zorg voor patiënten met trombose: ongewenste bloedstolling. Heeft u trombose, dan kan uw huisarts of specialist u naar ons doorverwijzen. Wij controleren regelmatig uw bloed en de dosering van medicijnen die uw (huis)arts heeft voorgeschreven.

De controles vinden plaats op een aantal Isala locaties door één van onze trombosezorgconsulenten. Bij iedere controle wordt bloed afgenomen om uw INR te bepalen en nemen we een korte vragenlijst met u door. Ook kunnen wij patiënten leren om zelf bloed te prikken en hun INR te bepalen: de snelheid waarmee hun bloed stolt. Handig én veilig! De Trombosedienst van Isala is aangesloten bij de Nederlandse Federatie van Trombosediensten. Daarnaast nemen we deel aan het SPINZO project. Met dit project verbeteren we de behandeling en diagnose van trombose op afstand. Bijvoorbeeld met behulp van het Trombosezorgportaal. Zo blijven we innovatieve manieren zoeken hoe we u als patiënt steeds beter kunnen begeleiden in uw trombosezorg.

Trombose

Bloedstolling is bedoeld om bloedverlies bij verwondingen te voorkomen. Als het systeem in werking treedt zonder dat sprake is van een bloeding, dan ontstaat in het bloedvat een bloedstolsel. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Trombose heeft tot gevolg dat het bloedvat (een ader of een slagader) ter plaatse, of verderop in de bloedsomloop, geheel of ten dele wordt afgesloten. Trombose ontstaat dus doordat op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats bloedstolling plaatsvindt.

Meer informatie

Op onze website vindt u meer informatie over de trombosedienst, onze werkwijze en trombose. Kijk voor meer informatie over:

Meestgestelde vragen en contact

Controle trombosedienstpatiënten

De trombosezorgconsulent ontvangt de patiënt op het spreekuur. Met een vingerprik wordt bloed afgenomen en de INR wordt bepaald met het CoaguChek® apparaat. U krijgt direct een advies n.a.v. de uitslag. Bij de trombosezorgconsulent kunt u terecht met uw vragen. De consulent kan u zonodig informatie en advies geven. Bij contact ziet u de spreekuurlocaties van de trombosedienst. Let op: alleen op afspraak.

Zelf meten

Als u langdurig antistollingsmiddelen moet gebruiken, is het mogelijk om zelf te meten. Met een eigen apparaat meet u dan regelmatig zelf de stolbaarheid van uw bloed. De uitslag stuurt u via uw computer naar de Trombosedienst. Zie ook: Instructievideo zelf prikken en meten INR

Cursus

Voor het zelf meten volgt u een cursus op maat. Zie : cursus zelf meten

Kosten en vergoeding

De apparatuur voor het zelf meten krijgt u in bruikleen van de Trombosedienst. Zelf meten wordt vergoed door uw zorgverzekering, maar de afschrijving van de apparatuur en de meetstrips komen ten laste van uw eigen risico. Informeert u bij uw eigen zorgverzekeraar of dit voor u van toepassing is.

Voorlichting

De Trombosedienst geeft ook voorlichting over de antistollingsbehandeling. Bijvoorbeeld hoe de gang van zaken is wanneer de werking van de antistollingsmiddelen tijdelijk onderbroken moet worden. Dit is het geval bij chirurgische of tandheelkundige ingrepen, intramusculaire injecties en sommige onderzoeken.

Nadere informatie kunt u vinden in onderstaande patiëntenfolders:

Aanpassen dosering

Gebruikt u een antistollingsmiddel en moet u een (kleine) chirurgische ingreep ondergaan? Dan moet meestal de dosering Acenocoumarol of Fenprocoumon tijdelijk aangepast worden. Zonder aanpassing is de kans op een bloeding te groot. De arts van de Trombosedienst bepaalt of u voor de ingreep tijdelijk moet stoppen met het gebruik van antistollingsmiddelen. Ook is het mogelijk dat er vitamine K gegeven moet worden om het effect van de antistollingsmiddelen te verlagen.

Voor kleine ingrepen bij de tandarts hoeft de behandeling niet altijd te worden aangepast. Overlegt u dit met uw behandelend arts.

Therapietrouw

Het op de juiste manier innemen van antistollingsmiddelen is heel belangrijk. Dat doet u door de tabletten in één keer in te nemen, het liefst ’s avonds. Wanneer u een keer vergeten bent om uw antistollingsmiddel in te nemen, moet u dit aan de Trombosedienst doorgeven.

Combinatie medicijnen

Sommige medicijnen kunnen de werking van antistollingsmiddelen beïnvloeden. Daarom is het belangrijk dat u de Trombosedienst laat weten welke andere medicijnen u gebruikt. Hieronder vallen ook middelen die vrij verkrijgbaar zijn bij drogist of apotheek. Onze medewerkers weten welke medicijnen invloed hebben op elkaar. De arts van de Trombosedienst kan dan zo nodig de dosering van uw antistollingsmiddel aanpassen.

Dieet

Een dieet, vooral een vetvrij dieet, kan invloed hebben op de werking van antistollingsmiddelen. Geeft u daarom door aan de Trombosedienst wanneer u een dieet volgt of gaat volgen. We kunnen dan kijken of er extra bloedcontroles nodig zijn om uw dosering aan te passen.

Sporten

Trombose en behandeling met antistollingsmiddelen staan sporten niet in de weg. Pas wel op bij blessuregevoelige sporten. Wanneer mensen opeens intensief gaan sporten of bewegen, hebben ze meer antistollingsmiddelen nodig. De Trombosedienst kan dan na extra bloedcontroles de dosering aanpassen.

Vakantie

Gaat u binnenkort op vakantie? Dan is het belangrijk om u goed voor te bereiden. In het buitenland bestaan namelijk geen trombosediensten zoals u deze kent in Nederland. Over het algemeen kunt u voor een controle terecht in een ziekenhuis.

Meer informatie

Ervaringen