Contact
  1. 5863-Prostaatkanker (PID): H3 Bijlage De operatie (RARP)

Patiënten Informatie Dossier

Een behandelmogelijkheid bij prostaatkanker is een operatie (RARP). RARP staat voor Robot geAssisteerde Radicale Prostatectomie. Het doel van de operatie is het wegnemen van de prostaat (prostatectomie) inclusief de zaadblaasjes om de kwaadaardige afwijking van de prostaat totaal te verwijderen. Hier leest u hoe de operatie verloopt en hoe u zich kunt voorbereiden.

Bekijk hierboven de video over de operatie. 

Voorbereiding

Preoperatief onderzoek

Als u een operatie of behandeling ondergaat met narcose of een ander soort verdoving, heeft u eerst een afspraak op de afdeling Preoperatief onderzoek. U ontvangt hiervoor een uitnodiging.
Om u goed voor te bereiden heeft u een afspraak met:

  • de apothekersassistente (als u medicijnen gebruikt)
  • de anesthesioloog
  • en de verpleegkundige. 

De afspraken vinden (op verschillende momenten) telefonisch plaats.

Wanneer u bloedverdunners gebruikt, hoort u van de anesthesioloog wanneer u daarmee moet stoppen. Ook vraagt zij u om bij opname de medicijnen die u gebruikt in originele verpakking mee te nemen naar het ziekenhuis.

Operatie plannen

Ongeveer een week vóór uw operatie belt de planningscoördinator van de polikliniek Urologie u. Zij geeft u de operatiedag en het opnametijdstip door.

  • Bent u telefonisch niet bereikbaar? Dan ontvangt u opnieuw schriftelijk bericht.
  • Heeft u vragen over uw opname? Bel dan 088 624 24 36.
  • Ter voorbereiding op uw opname leest u de folder ‘Opname in Isala'.

Niet ontharen

Vanaf 7 dagen voorafgaand aan de operatie mag u het operatiegebied niet meer zelf ontharen met tondeuse, scheermesje of ontharingscrème, omdat u daarmee het risico op infecties na de operatie vergroot. Moet het toch onthaard worden? Dan doet de operatieassistent dit vlak voor de operatie met een speciale tondeuse.

Niet eten en drinken

Vóór de operatie moet u nuchter zijn vanaf 24.00 uur ‘s nachts. Dit betekent dat u niet mag eten en drinken. Wordt u later op de dag geopereerd? Dan mag u ‘s morgens een licht ontbijt nemen (thee en beschuit). Vanaf hoe laat u niet meer mag eten of drinken hoort u tijdens het preoperatief onderzoek.

Opname

U gaat zo mogelijk op de dag van de operatie naar de verpleegafdeling. De planningscoördinator bespreekt dit met u.

  • Op de opnamedag hebt u een gesprek met een verpleegkundige over de gang van zaken op de afdeling.
  • Daarna krijgt u een korte rondleiding.
  • De medicijnen die u gebruikt en meegenomen heeft naar het ziekenhuis, geeft u af aan de verpleegkundige.
  • Zij vraagt wie uw contactpersoon is.
  • De verpleegkundige begeleidt u tijdens uw opnameperiode zo veel mogelijk.
  • Hebt u nog vragen over uw operatie of behandeling? Stelt u deze dan gerust.
  • Op de operatiedag krijgt u ‘s ochtends medicijnen (premedicatie) voorgeschreven door de anesthesioloog. Hiermee kunt u zich beter ontspannen.
  • De verpleegkundige geeft u een prik (fraxiparine) om trombose (bloedstolling) te voorkomen. Deze krijgt u totdat u weer naar huis gaat.
  • Wanneer u aan de beurt bent, brengt een verpleegkundige u naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. U ontmoet hier de anesthesioloog. U hebt hem of een van zijn collega’s gesproken op de afdeling Preoperatief onderzoek en anesthesiologie.
  • In de voorbereidingsruimte helpen ze u op de operatietafel. Daarna wordt u naar de operatiekamer gereden.

Operatie

Gemiddeld duurt de operatie 4 uur; als ook de lymfeklieren worden verwijderd 6 uur. De operatie gebeurt altijd onder een algehele verdoving (narcose). Hiervoor krijgt u een infuus in uw arm. Door de verdoving merkt u niets van de operatie. 

Afbeelding Da Vinci Robot
Afbeelding 1: Da Vinci Robot

Operatie met een robot (Een Robot geassisteerde Radicale Prostatectomie)

Een operatie met de Da Vinci robot is een kijkoperatie met behulp van een robot, waarbij de uroloog de prostaat inclusief zaadblazen verwijdert en een nieuwe aansluiting tussen blaas en plasbuis maakt.

  • De uroloog brengt microchirurgische instrumenten (pincetje, schaartje e.d.) door buisjes in de buikwand. Deze fijne instrumenten zitten vast aan zeer wendbare robotarmen die de uroloog bestuurt. Hierdoor kan in een kleine ruimte, zoals het bekken, bijzonder nauwkeurig geopereerd worden.
  • De operatierobot heeft een speciale camera waarmee de uroloog in de buikholte kijkt. Het camerabeeld is 3D en heeft een beeldvergroting van ongeveer 10x ten opzichte van het blote oog. Elk detail van het operatiegebied kan zo uitvergroot worden.
  • De robot werkt zeer nauwkeurig en is trillingvrij. Grote bewegingen zet de robot om in kleine, fijne bewegingen, en de gewrichtjes van de operatie-instrumenten kunnen meer dan 360 graden draaien. De Da Vinci operatie robot is niet computer gestuurd en voert ook geen zelfstandige handelingen uit. De uroloog stuurt vanuit een console de robotarmen aan.
  • De robot is alleen geactiveerd wanneer de uroloog zijn hoofd dicht bij het beeldscherm heeft. Wanneer hij zijn hoofd terugtrekt, wordt de robot automatisch uitgeschakeld. Om voldoende werkruimte in de buikholte te krijgen wordt eerst de buik opgeblazen met koolzuurgas (CO2). Daarna worden er zes buisjes in de buik ingebracht, van 0,5 tot 1 centimeter dik. Door één van de buisjes wordt de robotcamera ingebracht. Door de andere buisjes worden de robotinstrumenten ingebracht. De instrumenten worden aangestuurd door de (zeer wendbare) robotarmen. De uroloog stuurt de robot-armen aan met ‘joysticks’.
  • Om de prostaat te verwijderen is het nodig één van de sneetjes iets groter te maken (gemiddeld 3 centimeter). De prostaat wordt hierdoor in een plasticzakje ‘gevangen’ en verwijderd. Aan het einde van de operatie verwijdert de uroloog het koolzuurgas en sluit de wondjes. U krijgt tijdens de operatie een blaaskatheter. Deze voert de urine (plas) af.

Gewone operatie

In sommige gevallen is een kijkoperatie met behulp van de robot niet mogelijk. Als dit van tevoren bekend is, bespreekt de uroloog dit met u. In andere gevallen kunnen problemen tijdens de operatie de uroloog doen besluiten toch via een grotere snee te opereren.

Verwijderen van lymfeklieren

Vaak is vóór de operatie bekend of de uroloog lymfeklieren verwijdert. Dit bespreekt de uroloog op de polikliniek met u.

Kwaliteitscijfers Radicale Prostatectomie

Na de operatie

Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer) waar u langzaam wakker wordt. Ongeveer een half uur na het beëindigen van de operatie bent u weer bij bewustzijn.

  • U zult weinig tot geen pijn hebben. De anesthesie werkt niet lang na. U blijft daarom vaak maar een paar uur op de uitslaapkamer.
  • Via het infuus in uw arm krijgt u vocht en als nodig medicijnen toegediend.
  • Als alle controles goed zijn, geeft de anesthesist toestemming dat u terug naar de verpleegafdeling mag. De verpleegkundige van de afdeling haalt u op.
  • Op de afdeling controleren wij uw ademhaling, bloeddruk en hartslag.
  • Als u niet misselijk bent, mag u na de operatie weer eten en drinken.
  • De verpleegkundige geeft u een prik (fraxiparine) om trombose (bloedstolling) te voorkomen. Deze krijgt u totdat u weer naar huis gaat.

Herstel

Dagelijks komt de zaalarts bij u langs om te kijken hoe het met u gaat en om vragen te beantwoorden.

  • Het verband op de wond wordt meestal een dag na de operatie verwijderd. Als de wond droog is, is een nieuw verband niet nodig.
  • Als u weer voldoende eet en drinkt, gaat het infuus weg.
  • Na de operatie hebt u een katheter via de plasbuis in de blaas omdat de nieuwe verbinding tussen blaas en plasbuis niet direct waterdicht is.
  • Om de blaas goed door te spoelen, moet u ongeveer 2 liter vocht per dag drinken. Als het warm weer is moet u meer drinken..
  • U blijft op de verpleegafdeling totdat u weer naar huis gaat. Dagelijks neemt de verpleegkundige met u de verpleegkundige zorg door.

Pijnbestrijding

Na de operatie krijgt u 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol.

  • Het is belangrijk deze pijnstillers in te nemen, ook als u geen pijn heeft. Zo bouwt u een zogenoemde spiegel van de paracetamol in uw bloed op. Deze kunt u thuis langzaam afbouwen als de pijn dit toestaat.
  • Om een goede indruk te krijgen van de kwaliteit van de pijnbestrijding wordt u gevraagd bij te houden hoeveel pijn u ervaart met een zogenaamde pijnscore.
  • Houdt u ondanks deze medicijnen pijn? Geef dit door aan de verpleegkundige. Zij geeft u in overleg met de arts extra of andere medicijnen.

Beweging

Na de operatie is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. Bewegen is niet alleen belangrijk om bloedstolling (trombose) te voorkomen, maar ook om het verlies van spierkracht tegen te gaan. Ook komen uw darmen door beweging eerder op gang. Daarom is het wenselijk dat u nog op de dag van de operatie probeert eventjes rechtop in bed of in een stoel te zitten.

Als u rechtop zit, kunt u beter ademhalen en dat verkleint bijvoorbeeld de kans op luchtweginfecties. Misschien voelt u zich duizelig. Een verpleegkundige begeleidt u daarom als u voor het eerst weer uit bed uit. 

Weer naar huis

Afhankelijk van uw herstel kunt u na 2 tot 3 dagen na de operatie weer naar huis. De arts bespreekt dit met u. De verpleegkundige bespreekt met u hoe laat u naar huis kunt. De verpleegkundige brengt ook uw contactpersoon op de hoogte, wanneer u dat zelf niet kunt. 

Leefregels

6 weken na de operatie mag u:

  • niet fietsen en sporten om het wondgebied goed te laten genezen
  • wandelen mag wel
  • geen zware arbeid doen
  • niet zwaar tillen (>5 kg)
  • We raden u af de eerste 2 weken na de opname een auto te besturen, daarna afhankelijk van uw herstel.
  • De eerste 2 weken na de operatie mag u niet in bad, douchen mag wel. De hechtingen die u krijgt zijn oplosbaar.

Blaaskatheter

U gaat naar huis met een blaaskatheter. Op de afdeling zal de verpleegkundige u vertellen hoe u de katheter moet verzorgen. U krijgt materialen voor het verzorgen van de katheter en materiaal voor eventueel urineverlies (incontinentiemateriaal) mee naar huis. 

Controle

Na 7 tot 10 dagen komt u terug bij de uroloog op de polikliniek. De uroloog bespreekt de uitslag van het weefselonderzoek met u, direct daarna heeft u een gesprek met de regieverpleegkundige. Vervolgens zal de verpleegkundige de katheter verwijderden en kijkt hoe het plassen gaat. U krijgt incontinentiemateriaal mee naar huis.

Gevolgen

Ongewild urineverlies (Incontinentie)

Direct na het verwijderen van de katheter is er meestal sprake van ongewild urineverlies. Daar moet u niet van schrikken, omdat de incontinentie in 90% van de operaties verbetert of verdwijnt. Volledig en blijvend urineverlies komt dus gelukkig slechts zelden voor. Vooral bij drukverhogende momenten (hoesten, niezen, tillen) kan u urine (plas) verliezen. Meestal verbetert dit na een aantal weken/maanden.

Oefeningen van de bekkenbodemspieren helpen hierbij. U krijgt van de regieverpleegkundige een machtiging voor de bekkenfysiotherapeut. Zij zal u ook een adres geven van een therapeut bij u in de buurt, zodat u deze al voor de operatie kunt bezoeken. Een bekkenfysiotherapeut geeft u voorlichting over de bekkenbodemspieren en begeleidt u in het trainen van deze spieren.

Er bestaat een kans dat u na de operatie incontinent blijft. In een later stadium kan dit eventueel verholpen worden, maar zeker niet eerder dan 6 maanden na de operatie. Een oplossing is om absorberend opvangmateriaal te gebruiken. De continentieverpleegkundige kan u adviseren over geschikt opvangmateriaal en helpt u bij het bestellen van het materiaal. U kunt de continentieverpleegkundige bereiken via de regieverpleegkundige of de polikliniek Urologie.  

Seksualiteit

Er is een grote kans (60%) op impotentie (erectiestoornissen). De zenuwen die zorgen voor een erectie, liggen naast de prostaat. Vaak worden deze tijdens de operatie beschadigd of verwijderd. Ook als de zenuwen gespaard zijn gebleven moet u er rekening mee houden dat het direct na de operatie vaak niet lukt om een erectie te krijgen. De zenuwen hebben meestal enkele maanden nodig om te herstellen. Ook kunnen psychische spanningen leiden tot impotentie.

Laat u niet ontmoedigen en bespreek uw verwachtingen en onzekerheden met uw partner. Ook kan uw arts u in een later stadium adviseren over een mogelijk behandeling van deze klachten. Als normale erecties nog wel mogelijk zijn, kan wel een orgasme optreden, maar komt er geen sperma meer vrij. De prostaat die het vocht aanmaakt, is immers verwijderd. Men noemt dit ook wel een droog orgasme.

Lymfoedeem

Indien er lymfeklieren verwijderd zijn, kan er na de operatie sprake zijn van vochtophopingen in de onderbuik, in de bovenbenen en/of in het scrotum. U ziet dan dat er sprake is van een zwelling. Ook kan het gebied strak of zwaar aanvoelen. Dit noemen we lymfoedeem en het ontstaat doordat het lymfesysteem uit balans is. Dit gaat meestal vanzelf over. Indien het aanhoudt kan er lymfoedeemtherapie toegepast worden. U kunt zelf het volgende doen om het lymfoedeem te verminderen:

  • beweeg optimaal, maar overbelast niet: met name de kuitspieren en de voorvoet
  • afwisselend gewicht van hak naar voorvoet verplaatsen (hakken-tenen)
  • wiebelen met de tenen, vooral met de grote teen
  • voorkom lang stilzitten of stilstaan, want dan is de spierpomp niet actief
  • probeer te voorkomen dat u in een “knik” zit

Bij twijfel en of vragen, neemt u dan gerust contact op met de regieverpleegkundige.

Laatst gewijzigd 23 mei 2025 / 5863 / P