Contact
  1. 6645-Tumoren in/bij alvleesklier (PID): H2 Tumoren en onderzoeken

Patiënten Informatie Dossier

Hier leest u meer over de alvleesklier, hoe tumoren in/bij de alvleesklier ontstaan en welke (vervolg)onderzoeken u kunt doorlopen.

Over de alvleesklier

De alvleesklier (pancreas) is langwerpig van vorm en ligt bovenin de buikholte. Net als andere klieren, zoals traanklieren, speekselklieren en de schildklier, produceert de alvleesklier stoffen die nodig zijn voor ons dagelijks functioneren. De alvleesklier maakt enzymen en een aantal hormonen aan, waaronder insuline. Deze enzymen zijn noodzakelijk voor de vertering van voedsel. De hormonen beïnvloeden de stofwisseling, het spijsverteringsproces en het functioneren van de darmen. Zij reguleren onder andere de hoeveelheid suiker in het bloed.

De alvleesklier bestaat uit drie delen:

  • de kop: deze ligt onder de lever, in de bocht van de twaalfvingerige darm (eerste deel van de dunne darm);
  • het lichaam of middengedeelte: deze ligt achter de maag;
  • de staart: deze ligt dichtbij de milt.

Bij de overgang van de kop naar het lichaam lopen enkele grote en belangrijke bloedvaten. Door de alvleesklier loopt de afvoer van de alvleesklier en de galwegen. Via de kop van de alvleesklier monden deze uit in de twaalfvingerige darm. Die plek heet de papil van Vater De enzymen die de alvleesklier aanmaakt, komen via de afvoergang van de alvleesklier en de papil van Vater in de twaalfvingerige darm terecht. Daar helpen ze het voedsel te verteren.

De alvleesklier maakt daarnaast hormonen aan, waaronder insuline. De hormonen worden direct aan het bloed afgegeven. 

Medische illustratie alvleesklier en omringende organen

Afbeelding 1: Alvleesklier met omringende organen.

De lever is een vrij groot en stevig orgaan dat rechtsboven in de buikholte ligt. Een van haar functies is het aanmaken van gal. Gal is een vloeistof die een belangrijke rol speelt bij de vertering van vetten. De galblaas slaat deze vloeistof tijdelijk op.

Via de grote galbuis en de papil van Vater komt de gal vanuit de lever en de galblaas terecht in de twaalfvingerige darm. De grote galbuis loopt voor een deel door de kop van de alvleesklier.
De enzymen die de alvleesklier produceert, komen eveneens bij de papil van Vater uit. Als de papil door een tumor wordt geblokkeerd, kan dat de afvoer van gal belemmeren en het functioneren van de alvleesklier verstoren.

Wat is alvleesklierkanker?

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten. Kanker betekent dat er sprake is van een kwaadaardige tumor (gezwel). Kwaadaardig betekent:

  • dat een tumor in de omliggende weefsels groeit en deze beschadigd, waardoor klachten kunnen ontstaan
  • dat de tumor steeds blijft groeien, waardoor die steeds meer schade aanricht op de plaats waar die zich bevindt
  • dat de tumor kan uitzaaien, dat wil zeggen: uit het gezwel kunnen cellen naar andere plaatsen in het lichaam worden vervoerd, waar ze tot nieuwe gezwellen kunnen uitgroeien.

Bij alvleesklierkanker is een kwaadaardige tumor (gezwel) in de alvleesklier ontstaan. In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 1.900 mensen alvleesklierkanker vastgesteld. Het betreft vooral mensen boven de 60 jaar. Alvleesklierkanker komt ongeveer evenveel voor bij mannen als bij vrouwen.

Uitzaaiingen

De tumor kan door de wand van het orgaan heen groeien. Doorgroei in aangrenzende organen, weefsels en bloedvaten is dan mogelijk. Zoals bij de meeste soorten kanker kunnen er ook bij alvleesklierkanker uitzaaiingen (metastasen) optreden. Rondom de alvleesklier bevindt zich een uitgebreid systeem van lymfeklieren, waarin uitzaaiingen kunnen ontstaan. Bij verspreiding via het bloed kunnen er uitzaaiingen ontstaan in bijvoorbeeld de lever, longen of botten.

Soorten tumoren

In de alvleesklier komen diverse soorten cellen voor waaruit verschillende vormen van alvleesklierkanker kunnen ontstaan. In de kop van de alvleesklier komt vaker een tumor voor dan in de rest van het orgaan. Vanwege de plaats van de tumor wordt dit een pancreaskopcarcinoom genoemd. De meest voorkomende vorm van alvleesklierkanker is kanker van de afvoerbuisjes, ook wel adenocarcinoom genoemd. De informatie in dit PID gaat over deze vorm van alvleesklierkanker. 

Galwegkanker

Bij galwegkanker is een kwaadaardige tumor (gezwel) in de galwegen ontstaan.
In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 500 mensen galwegkanker vastgesteld. Het betreft vooral mensen boven de 60 jaar. Galwegkanker komt ongeveer evenveel voor bij mannen als bij vrouwen. De ziekte kan ontstaan over de gehele lengte van de galwegen: vanaf de lever tot aan de galblaas en de twaalfvingerige darm. De oorzaak voor het ontstaan van deze zeldzame vorm van kanker is niet bekend.

Dunne darmkanker

Bij dunne darmkanker is een kwaadaardige tumor (gezwel) in de darmwand ontstaan.
In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 150 mensen dunne darmkanker vastgesteld, iets vaker bij mannen dan bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop dunne darmkanker wordt ontdekt is 60 jaar.

Bijzondere vormen van dunne darmkanker:

  • In ongeveer de helft van alle gevallen gaat het om een adenocarcinoom. Dat is een tumor die ontstaat uit klierweefsel. Adenocarcinomen ontstaan vooral in het eerste deel van de dunne darm: de twaalfvingerige darm (duodenum). Iets minder vaak komen adenocarcinomen voor in de nuchtere darm (jejunum).
    Adenocarcinoom is een vorm van kanker die het meest voorkomt - in circa 50 procent van alle gevallen - en ontstaat uit klierweefsel. Carcinoom is een ander woord voor kwaadaardige tumor of kanker.
  • Gastro Intestinale Stroma Tumor (GIST) is een zeldzame vorm van kanker die ontstaat uit het steunweefsel in met name het maagdarmkanaal. GIST valt onder de groep van wekedelentumoren of sarcomen. GIST komt even veel voor bij mannen als bij vrouwen en kan op elke leeftijd optreden. Meestal wordt de diagnose op latere leeftijd gesteld.
  • Neuro-Endocriene Tumoren (NET) zijn kwaadaardige tumoren die zeldzaam zijn. Een NET kan op veel plekken in het lichaam voorkomen. Meestal ontstaan ze echter in de blindedarm, de maag, de alvleesklier, de dunne darm, de dikke darm of de longen. NET kunnen klachten geven door de plaats en grootte van de tumor. NET kunnen hormoonachtige stoffen produceren. Deze ‘hormonen’ kunnen ook allerlei klachten veroorzaken.

Dunne darmkanker kan erfelijk zijn. In dat geval is er sprake van een erfelijke vorm van kanker waarbij ook kanker in de dunne darm kan ontstaan. Voorbeelden zijn het Lynch syndroom (HNPCC) en Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP).

Papil van Vater kanker

Bij papil van Vater kanker is er een kwaadaardige tumor (gezwel) in de papil van Vater ontstaan. De papil van Vater is een verwijding van de galgang voordat deze uitmondt in de twaalfvingerige darm. In de papil van Vater worden de afscheidingsproducten van de galblaas en de alvleesklier opgevangen. Deze vloeistoffen helpen bij de vertering van voedsel in de darmen. In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 200 mensen kanker aan de papil van Vater vastgesteld, iets vaker bij mannen dan bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop kanker aan de papil van Vater wordt ontdekt is 60 jaar.

Andere typen tumoren

In en rondom de kop van de alvleesklier kunnen tumoren ontstaan die niet afkomstig zijn van het alvleesklierweefsel. Zo'n tumor kan bijvoorbeeld zijn ontstaan in het weefsel van de papil van Vater, de twaalfvingerige darm of het onderste deel van de grote galbuis.

Onderzoeken

Hoe wordt een tumor in of rondom de alvleesklier vastgesteld? Voor het vaststellen van de diagnose kunnen meerdere onderzoeken plaatsvinden.

Echografie

Echografie is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. Deze golven zijn niet hoorbaar, maar de weerkaatsing (echo) ervan maakt organen en/of weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Een eventuele tumor en/of uitzaaiingen kunnen zo in beeld worden gebracht. De afbeeldingen op het beeldscherm kunnen op foto's worden vastgelegd. Echografie is een eenvoudig, niet belastend onderzoek. Wel is het soms noodzakelijk dat u enkele uren voor het onderzoek niet eet en drinkt.

CT-scan (Computer Tomografie)

Bij een CT-scan worden er foto’s gemaakt van de borstholte en de buik om de grootte van de tumor in de maag vast te stellen en eventuele uitzaaiingen op te sporen. De CT-scan geeft een nauwkeurige afbeelding van dwarsdoorsneden van uw lichaam. Voor dit onderzoek moet u van tevoren contrastvloeistof innemen, verder moet u vanaf 3 uur vóór het onderzoek nuchter zijn. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. Over dit onderzoek is een aparte folder beschikbaar die u krijgt uitgereikt als dit van toepassing is.

ERCP-onderzoek

ERCP (endoscopische retrograde cholangio-pancreaticografie) brengt de galwegen en de afvoerwegen van de alvleesklier in beeld. Het onderzoek vindt plaats met behulp van een röntgenapparaat en een slang (een endoscoop), waaraan een kleine camera bevestigd is. De specialist schuift de endoscoop via de mond, slokdarm, maag en twaalfvingerige darm tot aan de papil van Vater. Voorafgaand aan het maken van röntgenfoto's kan via de endoscoop een contrastmiddel in de alvleesklier en/of de galwegen worden gespoten. Via een speciaal kanaal in de endoscoop kan de specialist instrumenten inbrengen. Vervolgens kan hij stukjes (tumor)weefsel wegnemen en deze in het laboratorium laten onderzoeken.

De specialist zal deze onderzoeksmethode kiezen als u geelzucht heeft, want tijdens een ERCP kan hij een plastic buisje (endoprothese of stent) inbrengen. Door een stent kan de gal weer worden afgevoerd en de geelzucht verdwijnen.

MRI (Magnetic Resonance Imaging)

Deze onderzoeksmethode maakt gebruik van een magneetveld in combinatie met radiogolven en een computer. De techniek maakt 'dwars- of lengtedoorsneden' van het lichaam zichtbaar, waardoor de tumor en/of eventuele uitzaaiingen in beeld komen. Soms wordt tijdens het onderzoek, via een ader in uw arm, een contrastvloeistof toegediend. 

Tijdens dit onderzoek ligt u in een soort koker. Sommige mensen ervaren het onderzoek daardoor als benauwend.
Er zijn MRI-apparaten die nogal wat lawaai maken. Hiervoor krijgt u oordopjes in; soms kunt u naar (uw eigen) muziek luisteren. Via de intercom blijft altijd contact bestaan tussen u en de laborant, die tijdens het onderzoek in een andere ruimte is.

Endo-echografie

Endo-echografie is een onderzoek waarmee de ligging, de grootte en de mate van doorgroei van de tumor in de omgeving van de alvleesklier is vast te stellen. De specialist kan hiermee tevens de lymfeklieren in de directe omgeving van de tumor beoordelen. Bij dit onderzoek schuift de specialist een slang met een kleine camera (endoscoop) via de mond, slokdarm, maag en twaalfvingerige darm tot aan de papil van Vater.
Aan deze slang is ook een echo-apparaatje gekoppeld. Dat apparaatje zendt geluidsgolven uit. De weerkaatsing (echo) van die geluidsgolven maakt de alvleesklier en omliggende organen van binnenuit op een beeldscherm zichtbaar.

Laparoscopie

Een enkele keer wordt een kijkoperatie (laparoscopie) gedaan. Dat is een ingreep onder narcose, waarbij via kleine sneetjes in de buik een kijkbuis (laparoscoop) in de buikholte wordt gebracht.
Met dit onderzoek kan de specialist eventuele uitzaaiingen vaststellen. De tumor in de alvleesklier is er echter meestal niet mee te beoordelen. Tijdens de laparoscopie kunnen kleine stukjes weefsel worden weggenomen (biopsie) voor nader onderzoek.

Wanneer krijgt u uitslag?

De maag-, darm- en leverarts geeft u, het liefst waar uw familie of naaste bij is, de uitslag van de onderzoeken.

Daarna vindt er onderling overleg plaats tussen de specialisten van het behandelteam. Wij noemen dat het multidisciplinair overleg (MDO). Dit is een bespreking waarbij alle specialisten op het gebied van alvleesklierkanker aanwezig zijn, onder wie de maag-, darm- en leverarts, oncologisch chirurg, internist-oncoloog, radiotherapeut-oncoloog, radioloog, patholoog, nucleair geneeskundige en regieverpleegkundige oncologie. Daar wordt elke patiënt uitgebreid besproken en wordt een behandelplan vastgesteld.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 6645 / P