Contact
  1. 8569-Buikoperatie bij eierstokkanker (debulking)

Bij eierstokkanker kan een operatie een onderdeel van de behandeling zijn. In deze folder vindt u informatie over deze operatie.

Wat is het doel van de operatie bij eierstokkanker?

Het doel van de operatie is om het kankerweefsel in uw buikholte en het buikvlies te verwijderen. Als uw lymfeklieren vergroot zijn, worden deze ook verwijderd. De operatie wordt een debulking genoemd. Als u voor deze operatie chemotherapie heeft gehad, wordt het een intervaldebulking genoemd.

Is een operatie altijd mogelijk?

In uw buik kunnen verklevingen voorkomen. Pas als de chirurg deze heeft losgemaakt, kan hij of zij zien of de operatie kan worden uitgevoerd. Om uw buik goed te kunnen bekijken, maakt de chirurg een snee in uw buik van uw schaambeen tot iets boven de navel. Soms is het nodig om de snee nog wat groter te maken, tot aan het borstbeen. Als de operatie mogelijk is, verwijdert de chirurg al het zichtbare kankerweefsel.

Wat gebeurt er met het weggehaalde weefsel?

Na de operatie onderzoekt de patholoog het weefsel en de lymfklier(en). De patholoog is een arts die gespecialiseerd is in het onderzoeken van menselijk weefsel. Dit onderzoek heet PA-onderzoek. Dit onderzoek levert veel informatie op:

  • over de soort kankercellen;
  • over hoe uitgebreid en groot het kwaadaardige gezwel is;
  • over of de kanker tijdens de operatie helemaal verwijderd is en/of de snijvlakken vrij zijn van kankercellen.

Het onderzoek van de patholoog duurt ongeveer één à twee weken. Helaas betekent dit voor u meestal een week van extra spanning en onzekerheid.

De uitslag van het PA-onderzoek wordt opnieuw besproken tijdens de multidisciplinaire oncologiebespreking. Bij deze bespreking is een team van specialisten op het gebied van gynaecologie aanwezig, zoals een gynaecoloog, internist-oncoloog, radioloog, patholoog en een regieverpleegkundige oncologie.

Na de opname krijgt u een afspraak voor een polikliniekbezoek. Uw gynaecoloog bespreekt dan de PA-uitslag met u. Ook bespreekt u samen een eventuele vervolgbehandeling.

Hoe bereidt u zich voor op de operatie?

Voor uw operatie krijgt u een telefonische afspraak voor een preoperatief onderzoek. Meer informatie over dit onderzoek en de opname kunt u lezen in de folder 'Opname in Isala'.

Vragenlijst
Wij vragen u van tevoren een digitale vragenlijst in te vullen. Deze zetten wij voor u klaar in MijnIsala.

Ongeveer een week vóór uw operatie belt de planningscoördinator van de polikliniek Gynaecologie u. Hij of zij geeft u de opnamedag, het opnametijdstip en de operatiedag door. Als u telefonisch niet bereikbaar bent, krijgt u deze informatie via een brief thuisgestuurd.

De planningscoördinator bespreekt ook met u of u bloedverdunnende medicijnen gebruikt. Gebruikt u deze medicijnen? Dan hoort u of u daarmee moet stoppen en hoe u dit moet doen. Deze informatie krijgt u ook via de post thuisgestuurd.

Heeft u nog vragen over uw opnameperiode? Bel dan de planningscoördinator via telefoonnummer: 088 - 624 54 27.

Welk soort verdoving krijgt u?

Voor de operatie heeft u een telefonisch gesprek met de anesthesioloog. U bespreekt dan samen welke verdoving en pijnstilling u krijgt. Voor de operatie krijgt u medicijnen (premedicatie) voorgeschreven. Als u op de dag van de operatie aan de beurt bent, gaat u samen met de verpleegkundige van de afdeling lopend naar de operatiekamer. In de folder 'Algehele anesthesie (narcose)' vindt u meer informatie.

Hoe werkt het Snel herstel-dagboek?

Van uw regieverpleegkundige heeft u een Snel herstel-dagboek gekregen. Eén werkdag voor uw opname in het ziekenhuis belt een verpleegkundige van de verpleegafdeling u op. Als u vragen heeft over het Snel herstel-dagboek kunt u die aan deze verpleegkundige stellen.

Vragen over eten en drinken

Wat mag u eten en drinken op de dag vóór uw operatie?

Op de dag vóór de operatie mag u gewoon eten en drinken. Het is belangrijk dat u deze dag minstens anderhalve liter drinkt. Dit mogen geen alcoholische dranken zijn.

Wat mag u eten en drinken op de operatiedag?

Op de operatiedag mag u tot maximaal 6 uur vóór de operatie nog eten en drinken. Tot maximaal 2 uur vóór de operatie mag u nog heldere vloeibare dranken (zoals ranja, thee, water, appelsap). Als de anesthesioloog u andere regels heeft gegeven, gelden deze regels.

Hoe gebruikt u de PreOp-drankjes?

U krijgt van ons zes flesjes met PreOp. Dit is een heldere drank met koolhydraten (=suikers). Deze koolhydraten zorgen ervoor dat uw bloedsuikerspiegel in balans blijft. Hierdoor voelt u zich beter na de operatie.

  • U drinkt 4 flesjes op de avond vóór de operatie.
  • U neemt de overige 2 flesjes mee naar het ziekenhuis en drinkt de flesjes 2 uur voor de operatie op.

Voor en na de operatie

Waar moet u zich melden op de opnamedag?

U meldt zich op de afgesproken tijd bij de balie in de Centrale hal van het ziekenhuis. Een gastheer of -vrouw brengt u daarna naar de verpleegafdeling. Daar vertelt een verpleegkundige hoe het gaat op de afdeling. De verpleegkundige begeleidt u zo veel mogelijk tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.

Wat gebeurt er na de operatie?

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier blijft u totdat u weer goed wakker bent en/of de verdoving is uitgewerkt. Daarna wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling.

Op de verpleegafdeling begint uw periode van herstel. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur. Ook bespreekt zij met u de verpleegkundige zorg. Dezelfde dag of de dag erna wordt u verteld hoe de operatie is verlopen.

Welke slangetjes heeft u na de operatie?

Na de operatie heeft u mogelijk een aantal slangetjes:

  • verschillende infusen in uw armen om u vocht en medicijnen te geven;
  • een slangetje (epiduraal) in uw rug om u medicijnen tegen de pijn te geven;
  • een slangetje (blaaskatheter) om uw plas af te voeren;
  • een slangetje (drain) om wondvocht af te voeren;
  • eventueel een stoma met opvangmateriaal (dit is afhankelijk van de operatie).

De verschillende slangetjes worden zo snel mogelijk na de operatie verwijderd. Hoe snel dit kan, ligt aan uw herstel.

Krijg ik ook medicijnen om trombose tegen te gaan?

Ja. Tijdens uw opname krijgt u elke avond een injectie om trombose (bloedstolling) te voorkomen. In deze injectie zit een middel om trombose te voorkomen. Dit middel heet Fraxiparine®. Dit moet u tot 4 weken na de operatie toegediend krijgen. Tijdens de opname leren wij u hoe u uzelf deze injectie kunt geven.

Hoe wordt gecontroleerd hoeveel pijn u heeft?

De verpleegkundige vraag u een aantal keer per dag hoeveel pijn u heeft. Zo houden wij goed in de gaten of de pijnverlichtende maatregelen genoeg helpen.
Meer informatie over pijnbestrijding en pijnregistratie kunt u lezen in de folder 'Pijnbestrijding en pijnregistratie'.

Mag u na de operatie gewoon eten en drinken?

Ja. Na de operatie mag u zo snel mogelijk weer alles eten en drinken. Vooral voldoende drinken is belangrijk. Drink daarom minimaal 2 liter op een dag.
Vaak duurt het wat langer voordat uw ontlasting weer goed op gang komt. Om uw darmen te stimuleren, krijgt u laxeermiddelen. Als dit niet genoeg helpt, kan er Microlax gehaald worden bij uw apotheek.

Waarom is bewegen na de operatie belangrijk?

Na de operatie is het belangrijk dat u zo snel mogelijk weer in beweging komt. Bewegen is belangrijk om:

  • bloedstolling (trombose) te voorkomen;
  • het verlies van spierkracht tegen te gaan;
  • uw darmen op gang te brengen;
  • beter te ademen. Als u in een stoel zit, kunt u beter ademhalen dan als u ligt in bed. Beter ademen verkleint bijvoorbeeld de kans op luchtweginfecties.
  • Als het lukt, is het goed om al op de dag van de operatie enkele uren uit bed te komen.

Welke ongewenste klachten kunt u na de operatie krijgen?

Ongewenste klachten noemen we complicaties. Dit soort klachten kunnen tijdens en na iedere operatie optreden. Uw arts heeft dit ook met u besproken.

Bij een buikoperatie is er kans op de volgende ongewenste klachten:

  • een beschadiging van de darm, urineleider of blaas;
  • trombose (bloedstolling);
  • longontsteking;
  • een nabloeding;
  • een wondinfecties: een wondinfectie is een ontsteking van de huid op de plaats van de hechtingen.

Hoelang duurt het herstel na de operatie?

Hoelang het duurt voordat u herstelt bent, is bij elke vrouw verschillend. Dit hangt ook af van de eventuele nabehandeling.

Hoe kunt u omgaan met vermoeidheid?

In het ziekenhuis heeft u misschien het gevoel dat u al weer veel kunt. Meestal valt dit eenmaal weer thuis tegen. U bent sneller moe en kunt minder aan dan u dacht.
U kunt dan het beste toegeven aan de moeheid en extra rust nemen. Doet u dit niet? Dan raakt u vaak steeds sneller vermoeid. Luister dus naar uw lichaam. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt. Voelt u zich weer sterker worden? Dan kunt u langzaamaan steeds weer wat meer doen.

Heeft de operatie gevolgen voor mijn seksualiteit?

Door de wond in uw vagina kunt u de eerste 6 weken geen geslachtsgemeenschap hebben. Maar ook daarna kan de operatie uw zin in seks en de beleving van seksualiteit nog beïnvloeden. Luister dus goed naar uw lichaam en bespreek met uw partner wat wel en niet fijn is. Het kan zijn dat uw vagina bij seksuele opwinding minder vochtig is. Glijmiddel kan dan helpen. Blijft u klachten op seksueel gebied houden? Aarzel dan niet om dit te bespreken met uw gynaecoloog of regieverpleegkundige. Ook op de website Olijf.nl is goede informatie te vinden.

Kunt u last krijgen van afscheiding na de operatie?

Ja. Tot zes weken na de operatie kunt u wat bloederige of bruinige afscheiding hebben. Is dit meer dan tijdens een normale menstruatie? Neem dan contact op met uw arts.

Moeten de hechtingen worden verwijderd?

U heeft zowel oplosbare als niet onoplosbare hechtingen en nietjes (agraves). De oplosbare hechtingen in uw buikwond verdwijnen vanzelf.
De onoplosbare hechtingen en de nietjes moeten na ongeveer 8 tot 10 dagen worden verwijderd. Dit doet (bijna) geen pijn. Het verwijderen kan tijdens de opname gebeuren. Of bij de huisarts als u al met ontslag bent.

Aan welke leefregels kunt u zich na de operatie het beste houden?

Houd u de komende periode aan de volgende leefregels. Dit helpt om goed te herstellen.

  • Eet vezelrijke voeding.
  • Til niet zwaar (niet meer dan 5 kg) tot zes weken na de operatie.
  • Voer de eerste drie tot vier weken geen zware huishoudelijke werkzaamheden uit.
  • Lichtere huishoudelijke taken zoals koken, afwassen en afstoffen kunt u vrij snel weer doen als dit goed voelt.
  • (Rustig) traplopen mag. U hoeft dus geen bed in de huiskamer te zetten.
  • Bent u moe nadat u iets gedaan heeft? Geef dan toe aan de vermoeidheid en ga rusten.
  • Gebruik bij vloeien of vaginale afscheiding geen tampons, maar maandverband of inlegkruisjes. Wacht met het gebruik van tampons tot de nacontrole op de polikliniek.
  • Sport niet tot 6 weken na de operatie.
  • Fiets niet tot 3 à 4 weken na de operatie.
  • Rijd geen auto tot 3 weken na de operatie. Overleg met uw verzekeringsmaatschappij wanneer u weer mag autorijden.
  • Ga niet zwemmen of in bad tot de nacontrole op de polikliniek. U mag wel douchen.
  • Heb geen geslachtsgemeenschap tot de nacontrole op de polikliniek
  • Bespeel geen blaasinstrumenten de eerste weken na de operatie.
  • Na 6 weken na de operatie mag u weer werken. Overleg dit eventueel met uw arbo-arts.
  • Voor meer informatie over zorg na ziekenhuisopname, kunt u de folder ‘Zorg na ziekenhuisopname’ lezen.

Hoe kunt u voorkomen dat u valt?

In de folder 'Voorkomen dat u valt' geven wij u tips waarmee u de kans om te vallen, kunt verkleinen.

Wilt u wel of niet gereanimeerd worden?

Met elke patiënt die wordt opgenomen in het ziekenhuis bespreekt de arts of iemand wel of niet gereanimeerd wil worden. Dit noemen we het reanimatiebeleid. Bent u al bekend in Isala? Dan is het reanimatiebeleid vast al met u besproken en staat het in uw dossier. Tóch zal de arts dit voor uw opname nogmaals checken. Wilt u hier meer over weten? Lees dan de patiëntenfolder 'Wel of niet reanimeren'.

Kan ik thuis pijnbestrijding gebruiken?

Ja. Het is verstandig om de eerste week thuis paracetamol te blijven gebruiken. U mag maximaal 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg innemen. Neem de paracetamol op vaste tijden in. Dan werkt de medicatie het beste.

Werkt dit nog niet genoeg? Dan mag u naast paracetamol 3 keer per dag 1 tablet Ibuprofen 400 mg innemen. Deze combinatie mag u maximaal de eerste 3 dagen na opname gebruiken. Wees extra voorzichtig met Ibuprofen als u maagklachten heeft of krijgt.

Als de pijn minder wordt, kunt u het paracetamolgebruik afbouwen.

Bij welke klachten of problemen moet ik het ziekenhuis bellen?

Neem contact op met het ziekenhuis als u als gevolg van de ingreep:

  • koorts heeft boven de 38,5 graden celsius;
  • overmatig vloeit;
  • de wond nabloedt;
  • de wond rood wordt/ontstoken raakt;
  • u toenemende buikpijnklachten heeft ondanks het gebruik van pijnstillers;
  • het niet vertrouwt.

Op welke websites kunt u goede informatie vinden?


Voor meer informatie kunt u kijken op het; 

Contact

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen naar:

Gynaecologie

088 - 624 56 04 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 - 17.00 uur)

Laatst gewijzigd 19 januari 2023 / 8569