Operatie aan de onderrug Operatie aan de onderrug
- Isala
- Patiëntenfolders
- 5578-Operatie onderrug
Bij een hernia of wervelkanaalvernauwing
Soms is bij een hernia of een wervelkanaalvernauwing een operatie aan de onderrug nodig. Deze folder helpt u om u op deze operatie voor te bereiden. U leest in deze folder wat een hernia en wervelkanaalvernauwing zijn en wat de oorzaken kunnen zijn. Ook krijgt u informatie over de operatie en het herstel. Deze folder is voor zowel orthopedische patiënten als neurochirurgische patiënten.
Mogelijk wijkt een en ander af van bovenstaande video. Zo wordt op afdeling Orthopedie fraxiparine ná de operatie gegeven in plaats van vóór de operatie.
Hernia
Tussen de wervels van uw rug zitten soepele schijfjes. Deze schijfjes zijn de tussenwervelschijven. Een hernia kan ontstaan als de kwaliteit van een tussenwervelschijf slechter wordt. De zachte binnenkant van de tussenwervelschijf kan dan gaan uitpuilen. Dit heet een hernia.
Deze uitpuiling kan op een zenuw drukken, die vanuit uw wervelkolom naar een van uw benen gaat. Zo ontstaan pijnklachten die gepaard kunnen gaan met een doof gevoel, krachtsverlies en zelfs verlamming. Een hernia komt vaak voor in het onderste gedeelte van de rug. Als rust en fysiotherapie niet genoeg helpen, kan een operatie nodig zijn.
Mogelijke oorzaken hernia
De kwaliteit van een tussenwervelschijf kan slechter worden door:
- erfelijkheid;
- letsel van de tussenwervelschijf;
- overgewicht;
- roken;
- overbelasting;
- stress.
Klachten bij een hernia
Door een hernia kunt u last hebben van:
- pijn in uw been, meestal uitstralend vanuit de rug tijdens zitten, lopen en/of bukken.
- een doof gevoel, prikkelingen in het been of verlammingsverschijnselen van het been.
- een afwijkende houding, bijvoorbeeld scheefstand van de romp.
Wervelkanaalvernauwing/stenose
Een wervelkanaalvernauwing wordt ook wel een (wervelkanaal)stenose genoemd. Door het wervelkanaal in de rug lopen zenuwbanen. Door een vernauwing van het wervelkanaal kunnen zenuwen afgeklemd worden.
Een wervelkanaalstenose komt met name op wat oudere leeftijd voor. Tijdens het ouder worden ontstaat een bepaalde mate van slijtage van de tussenwervelschijf. Hierdoor wordt het wervelkanaal nauwer. Dit is normaal. Bij een wervelkanaalvernauwing is het wervelkanaal alleen te nauw geworden.
Bij iedereen verschilt de grootte van het wervelkanaal. Bij mensen die geboren worden met een vernauwd wervelkanaal kunnen klachten al op jonge leeftijd beginnen. Maar in de meeste gevallen ontstaan pas klachten op latere leeftijd.
Klachten bij een wervelkanaalvernauwing
Door een wervelkanaalvernauwing kunt u last hebben van:
- pijn laag in de rug, uitstralend naar de benen, vooral na een eind te hebben gelopen of na enige tijd staan.
- benen die doof aanvoelen en stuurloos worden (etalagebenen).
Om de klachten te laten verminderen, helpt het soms om op de zij of met opgetrokken benen te gaan liggen. Vaak gaat fietsen nog wel prima zonder noemenswaardige rug- of beenklachten.
Onderzoek en diagnose
Om bij u de juiste diagnose en behandeling vast te stellen, bespreekt de orthopeed of neurochirurg uw klachten met u. Daarnaast verricht deze arts lichamelijk onderzoek en kan er een CT-scan of MRI gemaakt worden. Uiteraard bespreekt uw arts met u welke onderzoeken er bij u nodig zijn.
Behandeling
Hernia
Niet elke hernia hoeft geopereerd te worden. Met rust en fysiotherapie verdwijnen bij 70 à 80 procent van de patiënten de klachten vanzelf. De uitstulping kan verminderen of verdwijnen. Vaak is er bij de zenuwwortel ook een ontsteking ontstaan. Ook die ontsteking verdwijnt vaak door rust. In sommige gevallen zal de orthopeed of neurochirurg wel een operatie voorstellen, namelijk bij:
- klachten die langer dan zes maanden bestaan;
- uitval van de motorische functie van een spier, bijvoorbeeld van de anus of een klapvoet;
- dusdanige druk op de zenuw dat deze blijvend beschadigd kan raken;
- onhoudbare pijn.
Wervelkanaalvernauwing/stenose
Niet elke wervelkanaalvernauwing hoeft te worden geopereerd. Alleen als de klachten uw dagelijks leven en uw nachtrust ernstig beperken, is een operatie de enige manier om van uw klachten af te komen.
Operatietechnieken
Hieronder leggen wij kort de operatechniek van een hernia of een wervelkanaalvernauwing uit. Heeft u behoefte aan meer informatie, vraag dit dan gerust aan uw chirurg.
Als u zowel een wervelkanaalvernauwing als een hernia heeft, dan kunnen beide aandoeningen tijdens dezelfde operatie worden verholpen. De ingreep duurt ongeveer drie kwartier tot 1,5 uur, afhankelijk van hoe uitgebreid de ingreep is. Hoe de ingreep er bij u uit gaat zien, bespreekt de chirurg vooraf uitgebreid met u.
Operatie bij een hernia
- De operatie wordt meestal uitgevoerd onder algehele anesthesie (narcose).
- U ligt hierbij op de buik, waarbij een rol onder uw buik wordt gelegd zodat de rug een beetje gekromd is. Zelf merkt u hier niets van omdat u onder narcose bent.
- De chirurg maakt een sneetje van enkele centimeters.
- Tijdens de ingreep wordt een deel van de tussenwervelschijf en dus de uitstulping verwijderd. In de ruimte die is ontstaan tussen de wervels, vormt zich littekenweefsel, waardoor de wervels niet op elkaar komen te liggen.
- De chirurg controleert of de zenuw goed vrij ligt en sluit daarna de wond.
- Soms wordt een herniaoperatie via de kijkbuismethode (microdiscectomie) uitgevoerd. In dat geval ontstaat een beduidend kleinere wond. Hierdoor herstelt u na de operatie meestal sneller.
Operatie bij een wervelkanaalvernauwing/stenose
- De operatie wordt meestal uitgevoerd onder algehele anesthesie (narcose).
- U ligt hierbij op de buik, waarbij een rol onder uw buik wordt gelegd zodat de rug een beetje gekromd is. Zelf merkt u hier niets van omdat u onder narcose bent.
- De chirurg maakt een sneetje van enkele centimeters.
- Tijdens de operatie schuift de chirurg de spieren weg, zodat de wervels vrij komen te liggen. De wervelbogen of een deel daarvan worden verwijderd. Dit noemt men de laminectomie.
- Daarna worden de verdikte gele ligamenten verwijderd. Deze beide handelingen zorgen ervoor dat er weer voldoende ruimte in het wervelkanaal ontstaat.
- De chirurg controleert of de zenuw goed vrij ligt en sluit daarna de wond.
Complicaties
Uiteraard wordt de operatie heel zorgvuldig uitgevoerd. Toch kunnen er complicaties ontstaan. Uw behandelend arts heeft deze complicaties ook met u besproken. Hieronder staan de belangrijkste complicaties beschreven:
Infectie
Bij iedere operatie wordt de huid geopend. Hierdoor bestaat er een risico op een infectie. De kans op een infectie is het grootst in de eerste weken na de operatie. Verschijnselen zijn: aanhoudende koorts (hoger dan 38 graden), een wond die langer dan een week wondvocht lekt. Dit wondvocht is niet helder van kleur, maar is gelig en ruikt vies.
Nabloeding
Als er dieper wordt geopereerd, dan worden er diverse bloedvaatjes doorgesneden. Dit kan een nabloeding veroorzaken. De kans op een nabloeding is het grootst in de eerste dagen na de operatie. Bij een nabloeding kan er een tweede ingreep (soms met antibiotica) nodig zijn. Gelukkig komt het meestal zonder blijvende problemen goed. Wel duurt het herstel dan langer.
Zenuwuitval
Zenuwuitval kan het gevolg zijn van een reeds beschadigde zenuw. Er kan ook druk op de zenuw ontstaan door wondvocht of een bloeduitstorting. De zenuwuitval kan weer volledig herstellen binnen enkele weken tot enkele maanden. Maar het kan ook blijvend zijn. Vaak is het gevolg van zenuwuitval: functie-uitval: krachtverlies, gevoelsstoornissen en tintelende pijn. Ook een ‘klapvoet’ is een bekend voorbeeld van zenuwuitval. De kans op blijvende zenuwuitval is klein, namelijk minder dan 3 procent. Totale uitval van alle onderste zenuwen is nog zeldzamer (minder dan 3 promille). Wel is deze uitval erg hinderlijk, doordat er dan problemen met urineren, ontlasting en seksuele functies ontstaan.
Liquorlekkage
Tijdens de operatie bestaat er een kleine kans dat het ruggenmergsvlies beschadigd raakt. Door zo’n beschadiging lekt er hersenvocht (liquor) weg. Meestal herstelt dit zich spontaan binnen enkele dagen. Verschijnselen zijn snel opkomende hoofdpijnklachten zodra u gaat zitten of staan. De klachten verdwijnen weer als u gaat liggen. In een enkel geval is een operatie nodig om dit probleem te herstellen.
Opname
Melden
In principe wordt u opgenomen op de dag van de operatie, soms één dag voor de operatie. U krijgt van de opnameplanning orthopedie of neurochirurgie het tijdstip van uw opname en de tijd van de operatie door. Meldt u zich op de afgesproken tijd bij de Centrale balie in de Centrale hal van het ziekenhuis. Een gastheer of -vrouw brengt u vervolgens naar de verpleegafdeling.
Dag van de operatie
Voor de operatie is het erg belangrijk dat u nuchter bent. Dit betekent dat u voor de operatie een bepaalde tijd niet mag eten en drinken. Bereid u goed voor door de folder Algehele anesthesie (narcose) te lezen.
Na de operatie
Pijn
Na de operatie kunnen uw klachten geheel verdwenen zijn. Maar het komt ook voor dat de pijnklachten van vóór de operatie nog aanwezig zijn. Dit hangt onder andere af van:
- de ernst en duur van de aandoening en/of klachten vóór de operatie.
- de uitgebreidheid van de operatie.
Het is normaal dat u na de operatie pijn heeft. De pijn moet echter wel draagbaar voor u zijn. U krijgt daarom een standaard hoeveelheid pijnmedicijnen. De verpleegkundige vraagt u regelmatig om uw pijn uit te drukken in een cijfer tussen 1 en 10. De pijnstilling wordt aangepast op het cijfer dat u geeft. De verpleegkundige legt u dit uit op de afdeling.
Er is een verschil in wond- en zenuwpijn. De wondpijn is een geheel andere pijn dan zenuwpijn. Als u uw lichaam weer rustig gaat belasten en bewegen, is dit goed voor de wondgenezing. De totale wondgenezing duurt zo’n zes weken. Het herstel van het zenuwweefsel kan veel langer duren (tot enige maanden). Rugklachten kunnen ook na de operatie blijven bestaan, want daarop heeft de operatie geen invloed. In het algemeen is na een operatie 80 à 90 procent van de patiënten tevreden met het resultaat. Voor een volledig herstel moet u ongeveer een half jaar uittrekken.
Fysiotherapie
De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. De fysiotherapeut geeft u instructies om in beweging te komen: in en uit bed komen, gaan staan, gaan zitten, lopen, traplopen. Op het moment dat u in staat bent zelfstandig naar het toilet te kunnen en kunt traplopen (indien dit bij u thuis nodig is) kan de fysiotherapeut samen met de arts en verpleegkundige bepalen of u met ontslag kan.
Na de operatie is het belangrijk dat u rustig aan doet en goed leert luisteren naar uw lichaam. Wissel het lopen, liggen en zitten af op geleide van klachten.
Leefregels/adviezen na de operatie:
- Niet zelf autorijden en fietsen. U mag wel als bijrijder in de auto zitten en op de hometrainer fietsen.
- Niet langer dan 30 minuten achtereen zitten (u mag wel vaker per dag zitten).
- Maximaal 2 tot 5 kilo tillen (met het gewicht tegen het lichaam aan).
- Lichte huishoudelijke werkzaamheden verrichten, maar niet stofzuigen, dweilen, schoonmaken, e.d.
- Enkele malen per dag buiten lopen.
- Rusten naar behoefte in een rustige omgeving en enkele malen per dag (luisteren naar uw lichaam, zelf uw grenzen bepalen).
- Uw activiteiten geleidelijk aan uitbreiden.
- Na 4 tot 6 weken kunt u in overleg met uw behandelend fysiotherapeut starten met uw normale activiteiten, zoals werk en/of huishouden.
- Pas als u uw lichaam weer helemaal vertrouwt, bent u in staat uw aandacht te verleggen naar de dingen om u heen, bijvoorbeeld verkeerssituaties.
De leefregels gelden voor 2 tot 4 weken. Zie hieronder voor hoeveel weken het voor u van toepassing is.
Ingreep | Ontslag | Toepassen leefregels |
Hernia (discectomie) | 1e dag na de operatie | 2 weken |
Wervelkanaalstenose (decompressie) | 1e dag na de operatie | 4 weken |
Uit bed komen
In bed gaan
Gaat op dezelfde manier als uit bed komen, maar dan in omgekeerde volgorde.
Fysiotherapie thuis
Wij adviseren u om fysiotherapie te regelen voor thuis. Als u thuis komt na de operatie is het belangrijk dat u zelf de fysiotherapeut bij u in de buurt belt om een afspraak te maken om bij u aan huis te komen. De fysiotherapeut begeleidt u bij het opbouwen van activiteiten en het leren kennen van uw grenzen. Tijdens het ontslaggesprek in het ziekenhuis krijgt u een verwijzing mee voor fysiotherapie.
Tot slot nogmaals het belangrijkste advies; leer luisteren naar uw eigen lichaam en leer omgaan met uw persoonlijke grenzen.
Weer naar huis
Op een gegeven moment bent u zover dat u weer naar huis kunt. Over het algemeen is dat de dag na uw operatie. De belangrijkste voorwaarde om naar huis te mogen, is dat u zelf naar het toilet kunt en kunt (trap)lopen.
Als u naar huis gaat, kunt u niet altijd volledig voor uzelf zorgen. Zeker als u alleenstaand bent, is het verstandig om voorafgaand aan de operatie familie, vrienden of buren te vragen of zij u kunnen helpen, bijvoorbeeld door boodschappen voor u te doen. Eventuele hulp bij lichamelijke verzorging kunnen we vanuit het ziekenhuis voor u regelen. De overgang van ziekenhuis naar huis kan tegenvallen. De situatie thuis is anders dan in het ziekenhuis. In de eerste weken legt u de basis voor het uiteindelijke herstel. Neem hiervoor de tijd en de ruimte die u nodig heeft.
Contact
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met de afdeling en locatie waar u onder behandeling bent. Uw behandelend arts of fysiotherapeut staat u graag te woord.
Zwolle
Polikliniek Neurochirurgie
088 624 53 57 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Zwolle
Verpleegafdeling Neurochirurgie
088 624 12 50 (ook buiten werkdagen bereikbaar)
Zwolle, Kampen of Heerde
Orthopedie
088 624 56 56 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Zwolle
verpleegafdeling Orthopedie
088 624 12 40 (ook buiten werkdagen bereikbaar)
Zwolle
Fysiotherapie
088 624 23 05 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
Kunt u niet komen? Laat het ons snel weten, dan maken wij een nieuwe afspraak.