Contact
  1. 8043-Hartfalen (PID): H4 Dieetvoorschrift vochtinname

Patiënten Informatie Dossier

Bij hartfalen is het noodzakelijk om de inname van vocht te beperken. De inname van te veel vocht is namelijk extra belastend voor uw hart. Een vochtbeperking moet niet alleen worden gezien als een maximum hoeveelheid vocht, maar ook als een minimum hoeveelheid vocht die u per dag moet gebruiken om uitdroging te voorkomen.

Dieetvoorschrift en vochtinname

De volgende adviezen kunnen u helpen om met de toegestane hoeveelheid vocht zo goed mogelijk om te gaan.

Vochtverlies

U verliest vocht via de huid (transpiratie), urine, ontlasting en ademhaling. Bij braken, diarree, overmatig transpireren als gevolg van de koorts of warm weer verliest u extra vocht. Het is dan belangrijk uw vochtbeperking aan te passen.

Bij warm weer en overmatig transpireren mag u ongeveer één tot twee glazen (= 150-300 ml) extra drinken. Bij koorts, diarree en braken moet u contact opnemen met uw arts om de vochtbeperking of de hoeveelheid plastabletten eventueel aan te passen.

Vocht neemt u op via:

  • dranken: thee, koffie, limonade, bier, wijn, melk, etc.;
  • vloeibare producten: soep, pap, vla, yoghurt, appelmoes, etc.;
  • fruit;
  • vaste voedingsmiddelen: groente en aardappelen bestaan bijvoorbeeld voor ruim negentig procent uit water.

Via de vaste voedingsmiddelen (zoals groente en aardappelen) krijgt u 500 ml vocht binnen. Deze hoeveelheid kunt u echter niet meerekenen in uw vochtbeperking, omdat deze verloren gaat via de ademhaling, ontlasting en transpiratie.

Praktische tips

  • Maak vooraf een verdeling van de hoeveelheid vocht over de dag. Zo voorkomt u dat u ´s avonds niets meer mag drinken.
  • Gebruik klein serviesgoed: drink bijvoorbeeld uit een mokkakopje in plaats van uit een gewoon kopje.
  • Als het bijhouden van de vochtinname lastig is, kunt u de gedronken hoeveelheid (in de vorm van water) in een maatkan of anderhalve liter fles gieten en zo aflezen hoeveel u al gedronken heeft en hoeveel u deze dag nog mag drinken.
  • Als u na de maaltijd drinkt, heeft u er meer voldoening van.
  • Door goed te kauwen krijgt u meer speeksel in uw mond en wordt het voedsel minder droog.
  • Smeerbaar beleg zorgt voor een minder droge maaltijd.
  • Door zoutarm te eten heeft u minder dorst.
  • Gebruik de dranken en vloeibare producten of heel warm of heel koud. U doet er dan langer mee.
  • Uw mond wordt vochtiger door te zuigen op zuurtjes, pepermunt of een ijsblokje. Ook kauwgom helpt.
  • Citroensap in thee of mineraalwater werkt dorstlessend.
  • Neem de medicatie zo veel mogelijk in met het drinken tijdens of na de maaltijd.

Vochtinname bepalen

  • Meet de inhoud van kopjes, glazen en schaaltjes thuis met een maatkan om een indruk te krijgen van de inhoudsmaat.
  • De volgende inhoudsmaten worden vaak gebruikt:
    1 kopje = 125 ml
    1 glas = 150 ml
    1 kleine mok = 150 ml
    1 schaaltje = 150 ml
    1 bord = 200 ml
  • Bij meer dan 3 stuks fruit per dag: 1 glas of kopje meerekenen.
  • De inhoud van blikjes en flesjes dranken staat vermeld op de verpakking.
  • Noteer de gebruikte hoeveelheid vocht direct.

Natriumbeperkt dieet

Leven met hartfalen betekent onder andere dat u een licht natriumbeperkt dieet moet volgen. Natrium is het onderdeel van keukenzout dat vocht aantrekt. Het is een mineraal dat van nature in bijna alle voedingsmiddelen voorkomt en in het lichaam een belangrijke rol in de vochthuishouding speelt.

Het meeste natrium in de voeding zit in keukenzout. Daarnaast voegen fabrikanten aan veel producten zout toe om de smaak te versterken en om de houdbaarheid te verhogen. Gemiddeld bevat onze voeding negen gram zout per dag.

Een natriumbeperkt dieet zorgt dat u minder vocht vasthoudt. Een lichte natriumbeperking komt overeen met vijf gram zout per dag. Dit houdt in dat u bij de bereiding van de warme maaltijd géén zout meer mag toevoegen.

Gemengde kruiden bevatten vaak zout. U kunt een product gebruiken als er op de verpakking staat:

  • geen zout toegevoegd;
  • bereid zonder zout;
  • natriumarm;
  • ongezouten;
  • voor een natriumarm dieet.

Als erop de verpakking staat ‘verminderd natrium- of zoutgehalte’, dan is tenminste één derde minder zout gebruikt dan normaal. Het bevat dus wel degelijk zout! Lees hiervoor goed het etiket.

Enkele tips

  • In plaats van zout kunt u kruiden en specerijen gebruiken. Ook kunt u bij de bereiding van het vlees of de vleesvervanger een teentje knoflook, een gesnipperde ui, champignons en dergelijke toevoegen.
  • Een andere tip kan zijn dat u in zo min mogelijk water kookt om de smaak te behouden. U kunt ook denken aan een andere bereidingswijze zoals de magnetron, oven, grill of roerbakken.
  • Ter vervanging van zout zijn er dieetzouten op de markt. Hierin is het natrium vervangen door een ander mineraal: kalium. Overleg met uw arts of diëtist of u deze producten kunt gebruiken.

Naast gemengde kruiden zijn er producten die veel natrium bevatten en worden afgeraden bij een natriumbeperkt dieet. Het gaat om de volgende producten:

  • bouillon, bouillonkorrels, -poeder en -tabletten;
  • kant-en-klare soepen, sauzen en mixen;
  • soeparoma (maggi), strooiaroma, ketjap (zout en zoet), ketchup, juspoeder en justabletten, aromat;
  • gepaneerde vis, zoals vissticks, in zuur gelegde vis (bijvoorbeeld haring), gestoomde en gerookte vis (bijvoorbeeld zalm, makreel, paling, bokking), zoute haring, ansjovis en vis uit blik en glas;
  • kant-en-klare vleesproducten zoals rookworst, gehaktbal, hamburger, saucijs en gepaneerd vlees;
  • kant-en-klare vleesvervangers zoals kaasplak en groenteburgers;
  • sterk gezouten vleeswaren zoals rookvlees, bacon, cervelaatworst, salami, rauwe ham en ontbijtspek;
  • groente uit blik en glas, diepvriesgroente à la crème, rode kool met appeltjes uit de diepvries, gezouten (houdbare) snijbonen en zuurkool;
  • augurken, zilveruitjes en ander zoetzuur;
  • kant-en-klaarmaaltijden, (afhaal)maaltijden van de chinees, toko, pizzeria of snackbar;
  • keukenzout, kruiden met zout (zoals vleeskruiden), kruidenzout en zeezout (deze bevatten evenveel natrium als keukenzout), mosterd, marmite, sambal, vetsin;
  • zoutjes, gezouten pinda’s, gezouten noten, kroepoek en chips;
  • tomatensap en groentesap;
  • drop (zoet en zout). Naast zout bevat drop glycerizine dat bloeddrukverhogend werkt.

Ongewenst gewichtsverlies

Ongewenst gewichtsverlies uit zich door verlies van vet-, spier- en botweefsel. Hierdoor kunt u eerder zwak en vermoeid zijn. We spreken dan van een slechte voedingstoestand. Het is belangrijk uw gewicht in de gaten te houden. Is er een gewichtsdaling van meer dan drie kilogram binnen één maand of meer dan zes kilogram binnen zes maanden, neem dan contact op met uw diëtist. Schommelingen van één tot twee kilogram zijn normaal; u hoeft zich daarover geen zorgen te maken. Ongewenst gewichtsverlies moet zo veel mogelijk voorkomen worden. Daarom moet de samenstelling van uw voeding voldoende en gevarieerd zijn.

Enkele praktische tips

  • Gebruik volle in plaats van magere of halfvolle melkproducten.
  • Gebruik geen light- of halvaproducten zoals light frisdrank en halvajam.
  • Gebruik vaker kleine maaltijden, bijvoorbeeld zes maal per dag.
  • Besmeer het brood dik met dieetmargarine en een ruime portie beleg.
  • Voeg dieetmargarine of room toe aan aardappelpuree, groente, vla, pap, yoghurt, vruchtenmoes, soep, sauzen en koffie.
  • Gebruik suiker in de koffie, thee, vla, pap en yoghurt.
  • Gebruik met mate producten die een vol gevoel leveren, maar geen of weinig calorieën leveren zoals, rauwkost, koffie en thee zonder suiker en melk, (mineraal)water.

Overgewicht

Overgewicht betekent een extra belasting voor uw hart. Daarom is het bij hartfalen verstandig te streven naar een gezond gewicht. Met een gezond gewicht kunt u meer activiteiten verrichten zonder klachten te krijgen. Ook bevordert een gezond gewicht een verlaging van de bloeddruk.

Als u wilt afvallen, bespreek dit dan met de hartfalenverpleegkundige. Hij/zij neemt in overleg met u contact op met een diëtiste met wie u samen een plan opstelt.

Afvallen

Afvallen is meestal een combinatie van anders eten en meer bewegen. Afvallen vraagt om een goede voorbereiding en motivatie is daarbij van groot belang. De voordelen zijn onder andere minder belasting van uw hart en hierdoor verbetering van uw conditie.

Stel samen met een diëtist vast wat haalbaar is. Stel uw doelen niet te hoog. Soms is streven naar ‘geen gewichtstoename’ het maximaal haalbare. Het gevaar van snel afvallen is veel verlies aan spierweefsel en weinig verlies van vetweefsel.

Enkele praktische tips

  • Kies halfvolle of magere producten, bijv. mager vlees, 30+ kaas, halvarine.
  • Beperk de inname van energierijke voedingsmiddelen zoals frisdranken, suiker, zoete en hartige snacks.
  • Wees matig met alcohol.

Als u meer informatie en/of voorlichtingsmateriaal wilt over overgewicht en afvallen, kunt dit aan de hartfalenverpleegkundige vragen.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 8043 / P