Contact
  1. 8208-Dialyse (PID): H03 Nieraandoeningen en dialyse

Patiënten Informatie Dossier

Als u een nierziekte heeft en uw nieren werken voor minder dan 10%, kunt u in aanmerking komen voor nierfunctievervangende therapie. Dit kan een niertransplantatie zijn, maar ook dialyse.

Nierschade

Chronische nierschade ontstaat meestal door een hoge bloeddruk of diabetes. Nierschade kan ook ontstaan door nierziekten zoals erfelijke cystenieren en andere ziekten, zoals nierbekkenontsteking of nierfilterontsteking (glomerulonefritis). Soms is de oorzaak onbekend.

Symptomen en klachten bij nierschade

De nieren hebben een grote overcapaciteit. Zelfs als de nieren maar voor de helft werken, gaat alles nog goed. Symptomen ontstaan vaak pas als de nieren voor minder dan 20 tot 30% werken. Klachten die kunnen wijzen op nierschade zijn:

  • vermoeidheid;
  • jeuk;
  • misselijkheid;
  • matige eetlust;
  • soms ook vocht vasthouden, waardoor een hoge bloeddruk kan ontstaan.

Het is belangrijk dat nierschade vroeg wordt ontdekt om verdere achteruitgang van de nieren te voorkomen.

Onderzoeken

De volgende onderzoeken kunnen gedaan worden om nierschade op te sporen:

  • Bloedonderzoek
    Met bloedonderzoek kan op eenvoudige wijze de werking van uw nieren worden ingeschat. Kreatinine is een afvalstof die ontstaat in de spieren. Hoe meer kreatinine in het bloed, des te ernstiger de nierschade.
  • Urineonderzoek
    Daarnaast wordt de urine onderzocht op de aanwezigheid van eiwit. Eiwit in de urine is een teken van nierschade. U kunt gevraagd worden om gedurende 24 uur al uw urine op te vangen.
  • Onderzoek op de röntgenafdeling
    Soms is meer onderzoek nodig om de oorzaak van de nierschade te vinden. Het kan nodig zijn dat er een echo of CT-scan van uw nieren en/of blaas wordt gemaakt. Ook kan een nierbiopsie nodig zijn. Bij een nierbiopsie wordt onder lokale verdoving een klein stukje weefsel uit de nier genomen. De patholoog zoekt vervolgens onder de microscoop naar afwijkingen.

Behandeltraject – Hoe verloopt uw behandeling?

Als u nierschade heeft, doet de internist-nefroloog onderzoek naar de oorzaak van de nierschade. Bij 10 tot 20% van de patiënten wordt er echter geen oorzaak vastgesteld. U bezoekt vervolgens met regelmaat uw nefroloog op de polikliniek. Hij of zij geeft u dieetvoorschriften mee en schrijft u medicatie voor.

Tijdens elk bezoek aan de polikliniek worden uw bloeddruk, bloed en urine gecontroleerd. Als het nodig is, past de nefroloog uw medicatie aan om de gevolgen van de nierschade zo lang mogelijk te beperken.
Gaat uw nierfunctie toch verder achteruit, dan worden er voorlichtingsgesprekken voor u ingepland op de predialyse-afdeling. Tijdens deze gesprekken krijgt u uitleg over nierfunctievervangende therapie.

Behandelmethode

Uw arts bespreekt met u welke behandeling het beste is. Dit kan niertransplantatie of dialyse zijn. Sommige patiënten kiezen ervoor om niet te starten met dialyse, ook dan blijven we betrokken bij de begeleiding. We geven u persoonlijk voorlichting, maar organiseren ook groepsbijeenkomsten.

Niertransplantatie

Bij een niertransplantatie wordt een donornier overgebracht naar het lichaam van de nierpatiënt. De donornier kan afkomstig zijn van:

  • een levende donor (partner, familielid of goede vriend);
  • een overleden donor via de wachtlijst van Eurotransplant.

Donornieren van een levende donor gaan gemiddeld langer mee: 20 jaar, tegen 10 jaar voor een nier van een overleden donor. Daarnaast heeft een donornier van een levende donor als voordeel dat de transplantatie te plannen is; het liefst voordat dialyse noodzakelijk is. Dit noemen we een zogenaamde pre-emptieve niertransplantatie.

Een niertransplantatie wordt alleen uitgevoerd in universitaire medische centra (UMC’s). De screeningsonderzoeken (om te bepalen of u in aanmerking komt voor transplantatie) vinden wel gewoon in Isala plaats. De medische keuring daarna vindt plaats in het UMC. Een slechte lichamelijke conditie kan een reden zijn om niet in aanmerking te kunnen komen voor een niertransplantatie.
Wij hebben samenwerkingsverbanden met UMC Groningen, Radboudumc in Nijmegen, AMC in Amsterdam en UMC Utrecht.

Dialyse

Als uw nieren minder dan tien procent werken, kunt u in aanmerking komen voor dialyse. Er zijn twee dialysevormen:

  • peritoneaal dialyse;
  • hemodialyse.

Dialyse kan maar een deel van de nierfunctie vervangen. Daarom blijven dieetmaatregelen en medicijnen in aangepaste vorm nodig. In hoofdstuk 5 leest u meer over de diverse mogelijkheden van dialyse.

Laatst gewijzigd 30 november 2021 / 8208 / P