Een baby maakt al vroeg allerlei geluidjes. Met deze geluidjes gaat hij spelenderwijs oefenen. Later gaat het kind de geluiden van anderen proberen na te doen.
Als uw kind ongeveer één jaar is, gaat hij zijn eerste echte woordjes zeggen. Tussen de anderhalf en twee jaar oud ontstaan zinnetjes van twee woorden. Vanaf dit moment kan de logopedist de spraak- en taalontwikkeling van uw kind beoordelen.
Vanaf dat uw kind twee jaar is, wordt hij één of twee keer per jaar onderzocht door de logopedist van het Schisisteam. De logopedist doet dan onderzoek naar problemen bij het praten. Als uw kind een gehemeltespleet heeft zijn er vaker problemen bij het duidelijk leren praten. De onderzoeken van de logopedist gaan door tot uw kind ongeveer zes jaar is.
Tijdens deze onderzoeken stelt de logopedist vragen over:
- de ontwikkeling van uw kind;
- eten en drinken;
- uw kinds gehoor;
- beweging van tong en lippen;
- hoe het praten gaat.
Hierna moet uw kind opdrachtjes doen. Bijvoorbeeld blazen op een fluitje, bewegingen met de mond, plaatjes benoemen of zinnen nazeggen. Dit is afhankelijk van hoe oud uw kind is. De logopedist kijkt verder naar de spleet en of er sprake is van neusluchtverlies.
De onderzoeken bij de logopedist duren zo’n zestig minuten.
Behandeling
Na het onderzoek vertelt de logopedist u of uw kind behandelingen door een logopedist nodig heeft. Als uw kind logopedie nodig heeft, bespreekt u samen hoe de behandelingen verdergaan. Meestal kan uw kind behandeld worden bij een logopediepraktijk bij u in de buurt.
Als praten lastig is
Als uw kind met een schisis minder duidelijk praat dan zijn leeftijdgenootjes, kan dit komen door:
- een spraakprobleem;
- een taalprobleem;
- ‘open-neus-spraak’;
- een combinatie van bovenstaande oorzaken.
Bij minder duidelijk praten vertelt de logopedist u meer over de oorzaak. Vaak krijgt uw kind eenvoudige (spraak)oefeningen mee voor thuis. Wanneer uw kind tussen 2,5 en 3 jaar oud is, kan hij starten met echte spraaklessen.
Oorzaken van open-neus-spraak
Ongeveer de helft van de kinderen met een open gehemelte heeft een ‘open-neus-spraak’. Dit wordt ook wel nasaliteit genoemd. De oorzaak van open-neus-spraak kan zijn:
- de spleet in het harde gehemelte is nog niet helemaal dicht.
- het zachte gehemelte is te kort of beweegt niet goed.
Een te kort of niet goed bewegend zacht gehemelte komt het meest voor. Als dit bij uw kind het geval is, wordt dit onderzocht door een KNO-arts en logopedist van het Schisisteam. Het onderzoek heet een nasopharyngoscopie.
De uitslag van het onderzoek wordt ook bekeken door - en besproken met - de plastisch chirurg van het Schisisteam. Na dit onderzoek kan een spraakverbeterende operatie nodig zijn. Tijdens deze operatie wordt het gehemelte verlengd. Deze operatie heet een pharynxplastiek.
Soms wordt voor deze operatie de neusamandel ‘geknipt’. Hier leest u meer over in de folder 'Amandelen verwijderen bij kinderen'.
Begeleiding en behandeling
Minder duidelijk praten door een schisis is vaak goed te behandelen. Het Schisisteam van Isala staat u met raad en daad bij in de zorg, de behandeling en de begeleiding van uw kind.
Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen met:
Schisisteam
088 624 26 28 (bereikbaar op maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur)
schisis@isala.nl