Contact
  1. 6689-Behandelwijzer chemotherapie (PID): H6 Bijwerkingen praktische informatie

Door de chemotherapie kunt u last krijgen van bijwerkingen. Vooraf is niet te voorspellen of u bijwerkingen krijgt en hoeveel last u hiervan heeft. Of u wel of geen bijwerkingen heeft, zegt ook niets over hoe goed de chemotherapie werkt.

We beginnen in dit hoofdstuk met de bijwerkingen die chemotherapie tijdens de behandeling kan geven. Daarna volgen mogelijke gevolgen voor de lange termijn. U vindt hier ook tips om deze bijwerkingen tegen te gaan.

Tijdens de behandeling

Verminderde aanmaak van bloedcellen

Voor de toediening van elke kuur wordt uw bloed onderzocht. Zo houden we het effect van cytostatica op uw beenmerg onder controle. Als uw bloedcellen niet genoeg hersteld zijn, kan de kuur worden uitgesteld. In uw beenmerg worden de verschillende bloedcellen aangemaakt. Dit zijn:

  • de verschillende soorten witte bloedcellen (leukocyten). Zij zorgen voor de afweer tegen infecties.
  • de bloedplaatjes (trombocyten). Zij vervullen een belangrijke rol bij de bloedstolling.
  • de rode bloedcellen (erytrocyten). Zij zorgen voor het zuurstoftransport van de longen naar alle weefsels in uw lichaam.

De volgende punten zijn goed om te weten:

  • Heeft u koorts van 38,5°C of hoger en/of koude rillingen, neem dan direct contact op met het ziekenhuis, zoals vermeld staat bij 'Contact'. Dus ook 's avonds, 's nachts en in het weekend. Koorts kan het enige signaal zijn van een ernstige infectie.
  • Om de kans op griep zo klein mogelijk te maken, raden wij u aan de griepprik te nemen. Als u in het najaar geen oproep krijgt van uw huisarts, neem dan eind september, begin oktober contact op met uw huisarts. Het geschikte moment om u te laten vaccineren is 1 tot 2 dagen voor u de volgende kuur krijgt toegediend. Heeft u hier vragen over, stel ze dan aan de regieverpleegkundige.
  • Helaas kunt u zelf niets doen om de aanmaak van de bloedcellen te bevorderen.
  • Bij een verminderd aantal witte bloedcellen in uw bloed, bent u vatbaarder voor infecties. Dit geldt vooral 7 tot 14 dagen na uw chemokuur. Om een infectie te voorkomen is het verstandig om zieke mensen niet op te zoeken, afstand te houden bij verkoudheid en uw handen regelmatig te wassen.
  • Bij een verminderd aantal bloedplaatjes (trombocyten) kunt u eerder blauwe plekken, een bloedneus en bloedend tandvlees krijgen. Krijgt u blauwe plekken zonder reden of een bloedneus die langer dan 30 minuten aanhoudt, neem dan contact op met het ziekenhuis.
  • Bij een verminderd aantal rode bloedlichaampjes (erytrocyten) heeft u kans op bloedarmoede. Bloedarmoede kan vermoeidheid, bleek zien, duizeligheid en kortademigheid veroorzaken. Heeft u deze klachten, meld dit dan aan de regieverpleegkundige.

Van welke klachten kunt u last krijgen?

Verminderde eetlust, misselijkheid en braken

Wanneer u chemotherapie krijgt waarvan bekend is dat dit middel vaak misselijkheidsklachten geeft, dan krijgt u uit voorzorg medicijnen voorgeschreven om dit te voorkomen. In hoofdstuk 4 'kuurspecifieke informatie', leest u welke medicijnen dit zijn. Helpen deze medicijnen niet genoeg, neem dan contact op met uw regieverpleegkundige.

Naast het slikken van de medicijnen tegen misselijkheid, kunnen de volgende tips helpen:

  • Veel drinken tijdens de kuur. Zeker de eerste dagen na de toediening. Drink dagelijks 10 tot 15 kopjes vocht (1,5 tot 2 liter), tenzij u een vochtbeperking heeft. Als u te weinig drinkt kan dat de misselijkheid erger maken. Ook heeft u dan eerder een vieze smaak in uw mond.
  • Gedurende de dag kleine maaltijden nemen. Misselijkheid wordt soms erger door een lege maag en kan in dat geval worden 'weg gegeten'. Ochtendmisselijkheid vermindert soms na het eten van een toastje of beschuitje voor het opstaan.
  • Probeer of het drinken van niet te koude cola helpt (liefst echte coca cola).
  • Forceer het eten niet; haal de 'schade' in door tussen de kuren door goed te eten.
  • Eet op tijdstippen dat u minder misselijk bent, zelfs 's nachts als u wakker bent.
  • Een half uur vóór de maaltijd een kopje bouillon drinken wekt de eetlust op. Een te grote hoeveelheid kan weer averechts werken.
  • De aanblik van een groot bord vol eten is vaak ontmoedigend. Stem de grootte van de maaltijd af op uw eetlust.
  • Drink en eet de producten die u wel (graag) lust, zelfs als dit 'ongezond' betekent.
  • Warme gerechten kunnen tegenstaan. Misschien smaakt een koude maaltijdsalade wel. Deze smaakt vaak beter en heeft evenveel voedingswaarde.
  • Als u heeft overgegeven, laat dan de maag weer langzaam wennen aan vast voedsel.

Wij raden u af om in de periode van uw behandeling bewust af te vallen.

Maak gebruik van meerdere kleine maaltijden per dag. Voorbeelden van kleine tussendoormaaltijden zijn:

  • een beker volle chocolademelk of drinkyoghurt met daarbij een plak ontbijtkoek   besmeerd met margarine of roomboter;
  • een schaaltje volle vla, pudding of pap;
  • een portie fruit (vers of met siroop) of een glas vruchtensap;
  • een schaaltje vruchtenyoghurt of vruchtenkwark.

Smaak- en reukverandering

Wanneer uw smaak en reuk veranderen, kunt u minder zin hebben in eten. De volgende tips kunnen helpen:

  • Probeer veel verschillende etenswaren uit. Uw eetlust en waar u zin in heeft kunnen per dag verschillen. Dat geldt ook voor uw reuk. Wat de ene keer geen succes is, kan de andere keer wel in de smaak vallen en omgekeerd.
  • Het is extra belangrijk dat het eten er lekker uitziet.
  • Laat dingen waar u echt een afkeer van heeft gekregen weg. Vaak zijn dat gerechten met een sterke geur zoals gebraden/gebakken vlees en koffie. Vervang vlees door vis, (koude) kip, vleeswaren, kaas, een eiergerecht of vegetarische producten of verwerk vlees door sauzen, zoals spaghettisaus.
  • De temperatuur beïnvloedt de smaak. Kijk op welke temperatuur gerechten het beste smaken. Vaak staan warme gerechten tegen. Eet dan een extra broodmaaltijd of salade.
  • Blijf uit de keuken als er wordt gekookt. Als u zelf kookt: gebruik de magnetron. Dan heeft u minder last van etensgeuren.
  • Een vieze smaak in de mond kan worden veroorzaakt door te weinig drinken. Drink daarom voldoende. Soms verdwijnt een vieze smaak even door iets met een sterke smaak te eten, bijvoorbeeld een pepermuntje.
  • Friszure voedingsmiddelen, zoals fruit, yoghurt, komkommer, een salade, maar ook haring, smaken vaak goed.
  • Door uw mond goed te verzorgen, kan de vieze smaak (tijdelijk) verminderen.
  • Soms smaakt niets. Probeer dan toch iets te eten. Houd voor ogen dat het nodig is voor uw herstel of om uw conditie op peil te houden.

Wilt u meer weten over goed blijven eten of verliest u ongewenst gewicht, dan kunt u bij uw verpleegkundige terecht. Zij kan zo nodig voor u een diëtist inschakelen.

Of bekijk hier onderstaande video over voeding en smaaksturing op de Oncologie afdeling.

Uw ontlastingspatroon

Doordat chemotherapie van invloed is op het slijmvlies dat het maagdarmkanaal bekleedt, kan het ontlastingspatroon veranderen. De ontlasting kan meer of minder vaak komen en anders zijn van structuur. Het is belangrijk er voor te zorgen dat de ontlasting soepel blijft, omdat persen kan leiden tot klachten van aambeien en scheurtjes bij de anus.

Wij geven de volgende adviezen om de ontlasting soepel te houden:

  • Zorg dat u voldoende drinkt, zeker zo'n 2 liter per 24 uur.
  • Probeer zoveel mogelijk te bewegen.
  • Gebruik vezelrijke voeding, dat wil zeggen: maak ruim gebruik van bruin of volkoren brood, groenten en fruit.

Diarree

Als u diarree heeft, is uw ontlasting zo dun als water en moet u meerdere keren per dag. Heeft u hier last van, dan kunnen deze tips helpen:

  • Zorg dat u voldoende drinkt, minimaal 2 liter vocht per 24 uur.
  • Drink een aantal koppen bouillon, tomaten- en/of groentesap per dag. U kunt ook ORS gebruiken; dit is verkrijgbaar bij de drogist of apotheek.
  • Geraspte appel kan soms helpen de diarree tegen te gaan.
  • Drink niet te veel koffie. Zorg dat de koffie in elk geval niet te sterk is.
  • Drink geen koolzuurhoudende dranken.
  • Kies liever voor zure melkproducten (bijvoorbeeld karnemelk) dan zoete melkproducten. Zoete melkproducten kunt u wel gebruiken, maar maximaal 3 bekers en/of porties per dag.
  • Eet vaker per dag een kleinere maaltijd.
  • Heeft u langer dan 24 uur diarree, overleg dan met uw arts of verpleegkundige.

Verstopping

Bij verstopping is uw ontlasting te hard. Heeft u hier last van, dan kunnen deze tips helpen:

  • Probeer zoveel mogelijk te bewegen.
  • Gebruik vezelrijke voeding, dat wil zeggen: maak ruim gebruik van bruin of volkoren brood, groenten en fruit.
  • U kunt bij de apotheek of drogist een Microlax® halen. Dit is een klein klysma waarvoor u geen recept nodig heeft.
  • Meld de klachten van verstopping bij een volgend ziekenhuisbezoek bij uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u dan kijken wat u kunt doen om de verstopping bij een volgende behandeling te voorkomen.
  • Als u langer dan drie dagen geen ontlasting heeft gehad, kunt u contact opnemen met uw arts of verpleegkundige. Heeft u een stoma, dan moet u eerder contact opnemen.

Mondproblemen

Door de chemotherapie kunt u een pijnlijke mond hebben, waardoor slikken, praten, eten en drinken moeilijk kan zijn. U kunt last hebben van:

  • witte verkleuring van de slijmvliezen;
  • een droge mond door verminderde speekselproductie;
  • smaakverandering;
  • infecties.

Het is belangrijk dat u uw mond goed verzorgt. U doet dit door uw mond schoon en vochtig te houden. Daarvoor geven wij u de volgende adviezen:

  • Poets 3 tot 4 keer per dag uw tanden en kiezen met een zachte (elektrische) tandenborstel en een fluoride tandpasta. Als de menthol in de tandpasta te pijnlijk is, kunt u mentholvrije tandpasta gebruiken.
  • Spoel uw mond bij klachten van het mondslijmvlies 4 tot 10 keer per dag. Dit doet u 1 minuut lang met een zoutwateroplossing. Deze zoutwateroplossing maakt u door 1 theelepel zout op 1 liter water te mengen. Als dit niet prettig voelt, kunt u spoelen met kamillethee. Spoel uw mond ook nadat u overgegeven heeft.
  • Smeer uw lippen en mondhoeken 3 keer per dag dun in met vaseline uit een tube, zodat u minder snel kloofjes krijgt.
  • Heeft u last van een droge mond, zuig dan op ijsblokjes, gebruik waterijs, pepermunt of kauw op kauwgom. Zo stimuleert u uw speekselklieren. Neem het liefst suikervrij en zuurvrij snoepgoed. Of kauw op friszure producten zoals komkommer, appel, tomaat, augurk of uitjes in het zuur.
  • Heeft u een gebitsprothese? Doe deze dan 's nachts uit. Bewaar de prothese droog en spoel hem voor het terugplaatsen in de mond af met water. Draag geen gebitsprothese als uw mondslijmvlies ontstoken is.

Stel een controlebezoek aan tandarts of mondhygiëniste liever niet uit tot na de behandeling. Als u een behandeling bij de tandarts of mondhygiëniste nodig heeft, overleg dan met uw verpleegkundige wat een handig moment is.
Vertel ook aan uw tandarts of mondhygiëniste dat u een behandeling met cytostatica krijgt.

Gewichtstoename

Sommige cytostatica kunnen er juist voor zorgen dat u zwaarder wordt. Dit komt vooral door het vasthouden van vocht. U kunt ook zwaarder worden doordat u minder beweegt tijdens uw chemokuur.

Als u merkt dat u vocht vasthoudt, probeer dan minder zout te eten. Dikke enkels zijn bijvoorbeeld een teken dat u vocht vasthoudt. Kies dan voor zo min mogelijk kant- en klare soepen en sauzen, die bevatten vaak veel zout. Probeer ook genoeg te bewegen door elke dag te wandelen of fietsen.

Verlies van conditie en minder energie

Vermoeidheid tijdens chemotherapie komt veel voor. Hoeveel last u ervan heeft en hoe lang de vermoeidheid duurt, is bij iedereen anders. Vermoeidheidsklachten kunnen na de behandeling nog enkele maanden of zelfs jaren aanhouden.

De vermoeidheid kan zowel door lichamelijke, psychische en emotionele factoren veroorzaakt worden. De volgende tips kunnen helpen om de conditie zo goed mogelijk op peil te houden tijdens de behandeling. Om herstel na het afronden te bevorderen of om om te gaan met de vermoeidheid:

  • Houd uw conditie zoveel mogelijk op peil door bijvoorbeeld te fietsen, te wandelen of te zwemmen.
  • Buiten bewegen helpt uw conditie op peil houden, maar is vaak ook bevorderend voor de stemming. Zonlicht bevordert de aanmaak van vitamine D. Deze vitamine is belangrijk voor sterke botten en een goede weerstand.
  • Voelt u zich lusteloos of moe, houd hier dan rekening mee in uw dagelijkse leven. Bouw rust en regelmaat in uw leven in. Probeer zo mogelijk 's ochtends op tijd op te staan en ga zo nodig 's middags weer even liggen. Probeer vaste tijden van opstaan en slapen gaan aan te houden. Ga eventueel begin van de middag even rusten, maar zorg dan dat u niet te lang slaapt.      
  • Heeft u moeite om de dagen door te komen, maak dan van tevoren een duidelijke, overzichtelijke dagindeling.
  • Doe alleen wat u echt belangrijk vindt. Durf 'nee' te zeggen. Probeer praktische hulp te aanvaarden wanneer u die wordt aangeboden.

Sommige mensen krijgen tijdens de behandeling last van concentratiestoornissen of problemen met het geheugen.
U kunt tijdens de behandeling ook meer emotioneel en/of prikkelbaar zijn. Als u last krijgt van dit soort gevoelens, is het goed te weten dat deze vaak ook weer verdwijnen. Zorg voor voldoende afleiding en ontspanning. Juist activiteiten waar u plezier in heeft, kunnen u soms over uw vermoeidheid heen helpen.

Isala biedt het programma 'Fysiek fit bij kanker' voor mensen die voor kanker worden behandeld en hun conditie op peil willen houden. Dit programma begint vaak vlak voor of net na de eerste (chemo)kuur of radiotherapiebehandeling. En eindigt drie weken na de laatste behandeling. Tijdens het programma traint u 2x per week één uur onder begeleiding van twee fysiotherapeuten. U kunt zich aanmelden via de regieverpleegkundige oncologie. Zij kan u ook doorverwijzen naar beweegprogramma's buiten Isala.

Oogklachten

De slijmvliezen van uw ogen kunnen door de chemotherapie geïrriteerd raken. U kunt droge en prikkelende of tranende ogen krijgen. Als u contactlenzen draagt, kunt u hier sneller last van krijgen. 

Soms merken mensen dat de scherpte van het zicht verandert tijdens de behandeling. Merkt u dit? Meld dit dan tijdens een volgend controlebezoek uw arts of verpleegkundige. Met het aanpassen van de sterkte van uw bril of contactlenzen kunt u doorgaans het beste wachten tot ongeveer 6 weken na het afronden van de chemotherapie. Zo nodig kunnen oogdruppels voorgeschreven worden om deze klachten te verminderen.

Menstruatie en overgang

Chemotherapie kan veranderingen geven in het verloop van uw menstruatie. Dit wisselt van een keer overslaan tot het wegblijven van de menstruatie. De menstruatie kan eerst ook vaker komen of heviger zijn. Ook kunnen overgangsklachten optreden, zoals opvliegers, nachtzweten, vaginale droogheid en grotere gevoeligheid voor het optreden van een vaginale schimmelinfectie (met klachten van jeuk en afscheiding). Na uw behandeling kan de menstruatie terugkomen.

Let op: ook als uw menstruatie uitblijft, kunt u nog wel vruchtbaar zijn! Het gebruik van een anticonceptiemiddel blijft dus nodig. Aarzel niet om uw vragen of problemen op dit gebied te bespreken met uw arts of verpleegkundige.

Seksualiteit

Kanker heeft grote invloed op het leven, ook op seksualiteit. Intimiteit en seks zijn vaak niet meer hetzelfde na de diagnose en behandeling van kanker, soms tijdelijk, soms blijvend. De veranderingen kunnen van invloed zijn op de patiënt, maar ook op de partner. Ze kunnen ook van invloed zijn op het aangaan van een nieuwe relatie.

Het komt vaak voor dat mensen tijdens een behandeling met chemotherapie minder zin hebben om te vrijen. Meestal is dit niet een rechtsreeks gevolg van de chemotherapiebehandeling. Maar vermoeidheidsklachten, uiterlijke veranderingen, spanningen en andere emoties kunnen hierbij een rol spelen.

Bij vrouwen kan door behandeling met chemotherapie vaginale droogheid ontstaan. Wanneer dit hinderlijk is, kan bij het vrijen een glijmiddel gebruikt worden.

Andere behandelingen van kanker, zoals operatie, bestraling en hormoonbehandeling kunnen in sommige gevallen rechtstreeks van invloed zijn op het seksueel functioneren.

Veel mensen hebben tijdens een chemotherapiebehandeling wel behoefte aan intimiteit, dicht bij elkaar zijn, elkaar vasthouden, knuffelen, tegen elkaar aan liggen. Wanneer u een partner heeft, dan raden we u aan te spreken over uw wensen ten aanzien van seksualiteit en intimiteit. Het is niet altijd vanzelfsprekend dat een ander aanvoelt wat u prettig of belangrijk vindt.

U kunt meer over dit onderwerp lezen op:

Wanneer u vragen heeft over dit onderwerp of problemen ervaart op het gebied van seksualiteit, dan kunt u hierover praten met uw arts of verpleegkundige. Eventueel kunt u verwezen worden naar een zorgverlener die gespecialiseerd is op dit gebied.

Risico op schade aan een ongeboren kind

Gebruik tijdens de chemotherapiebehandeling en de eerste periode daarna, altijd een vorm van anticonceptie om zwangerschap te voorkomen. Uw arts en regieverpleegkundige zullen u hierover informeren.

Uiterlijke veranderingen

Dun of uitvallend haar

Sommige, maar zeker niet alle cytostatica, kunnen haaruitval veroorzaken. In hoofdstuk 4 ‘kuurspecifieke informatie’ kunt u lezen of u rekening moet houden met gedeeltelijke of volledige haaruitval door uw behandeling. Uw arts of verpleegkundige zal dit ook met u bespreken. Behalve uw hoofdhaar, kunnen ook wimpers, wenkbrauwen, okselhaar en schaamhaar uitvallen. Het haar gaat weer groeien als u de behandeling achter de rug heeft en soms al tijdens de behandeling.

We geven een aantal tips voor de verzorging van uw haar:

  • Verzorg uw haar voorzichtig: was het met lauw water, gebruik een milde shampoo en een crèmespoeling. Droog uw haar voorzichtig, föhn niet te heet en niet te lang. Borstel of kam voorzichtig;
  • Verf uw haar niet tijdens de behandeling;
  • Laat geen permanent zetten in uw haar tijdens de behandeling;
  • Uw hoofdhuid kan gevoelig en/of pijnlijk worden. Met name voorafgaand aan en bij het begin van de haaruitval. Dit heet haarpijn. U mag hiervoor paracetamoltabletten innemen.
  • Als u voor een haarwerk kiest, kunt u het beste vroegtijdig, dus voor het haar gaat uitvallen, een afspraak maken bij een haarwerkspecialist. Zo kan hij/zij uw eigen haar zien. Neem ook contact op met uw zorgverzekeraar over de financiële vergoeding. Als u een machtiging nodig heeft, kunt u deze krijgen van uw verpleegkundige.
  • Alternatieven voor haarwerken zijn hoeden, petten, mutsen, sjaals en hoofddoekjes. U vindt onderaan deze bijlage verkoopadressen.

Haarwerk

Als u voor een haarwerk kiest, kunt u het beste vroegtijdig, dus voor het haar gaat uitvallen, een afspraak maken bij een haarwerkspecialist. Zo kan hij/zij uw eigen haar zien. Neem ook contact op met uw zorgverzekeraar over de financiële vergoeding. Als u een machtiging nodig heeft, kunt u deze krijgen van uw verpleegkundige.
In de verwijsgidskanker (via www.verwijsgidskanker.nl) kunt u adressen vinden van haarwerkspecialisten bij u in de buurt. De haarwerkspecialisten in de verwijsgids voldoen aan de kwaliteitseisen van de SEMH (een onafhankelijke organisatie die kwaliteitserkenningen afgeeft aan aanbieders van medische zorg en van ANKO (de brancheorganisatie van professionele kappers in Nederland).

In Zwolle en Meppel kunt u bijvoorbeeld terecht bij de volgende adressen:

Meppel

Heuckeroth Hair
https://www.heuckerothhaarwerken.nl/
0522-251366

MOOI Haarwerken
https://www.mooihaarwerken.nl/
06-55890643

Zwolle

Capelle Haarwerken
www.capelle-haarwerken.nl
038 421 82 99

Haarzorg Zwolle, onderdeel van kapsalon Hans Kalf
www.haarzorgzwolle.nl
038 424 20 11 

Hair lab!
www.hairlab-zwolle.nl
038 737 02 26 

Hoofdbedekking

Alternatieven voor haarwerken zijn hoeden, petten, mutsen, sjaals en hoofddoekjes. Op de volgende websites vindt u informatie over hoofdbedekking, zoals: hoeden, mutsjes en sjaals:
www.hoofdzakengids.nl
www.mooihoofd.nl
www.mutssja.nl
www.toupim.nl

Hoofdhuidkoeling

Sommige patiënten komen in aanmerking voor hoofdhuidkoeling tijdens de chemotherapie. Door de hoofdhuid te koelen voor, tijdens en na het chemotherapie infuus, worden de cellen die haar produceren beschermd tegen de chemotherapie. Uw arts of verpleegkundige bespreekt dit met u, indien u hiervoor in aanmerking komt. Lees de folder Hoofdhuidkoeling bij chemotherapie op de website van Isala voor meer informatie. Of bezoek de website: www.geefhaareenkans.nl.

Haarverzorging na de chemotherapiebehandeling

Als uw haar na een chemotherapie terugkomt, is het vaak net zo sterk als voorheen (na het verdwijnen van het eerste donshaar). U kunt uw haar dan dus ook weer laten verven of permanenten. Als er na uw chemotherapiebehandeling nog wel 'oud' haar aanwezig is, kan dit wel wat breekbaarder zijn dan voor de behandeling. Kam en borstel uw haar dus voorzichtig en pas op met te heet wassen, föhnen en permanenten.
Ook agressievere middelen, zoals peroxide, kunt u beter vermijden. Kies liever natuurlijke producten. Tip: laat alleen uw uitgroei verven en kam de kleuring niet door de rest van uw (nog kwetsbare) haar. Zo blijft uw haar in de beste conditie. Als u naar de kapper gaat, vertel dan dat u een chemobehandeling heeft ondergaan.

Huidveranderingen

De conditie van uw huid kan veranderen tijdens uw chemotherapie:

  • Uw huid kan droog en schilferig worden, en soms ook jeuken. Smeer regelmatig een vettende crème om dit zo veel mogelijk tegen te gaan.
  • Uw huid kan overgevoelig worden, bijvoorbeeld voor parfum. Kies dan voor ongeparfumeerde crèmes en wasmiddelen.

Zon op uw huid

Uw huid kan gevoeliger zijn voor zonlicht dan u gewend bent en daardoor kunt u sneller verbranden. Geniet van de zon, maar voorkom verbranding. Gebruik als u in de zon bent een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor en smeer u elke twee uur in. Ga tijdens de chemotherapiebehandeling niet onder de zonnebank. Laat uw huid voorzichtig wennen aan de zon. Vermijd de volle zon tussen 12.00 en 15.00 uur, blijf dan liever in de schaduw. Draag in de zon een petje of zonnehoed en laat niet te veel huid onbedekt. Sommige chemotherapiemiddelen geven extra kans op het ontstaan van pigmentvlekken. De regieverpleegkundige kan u hier meer over vertellen.

Workshop 'Uiterlijke verzorging van mensen met kanker'

Door kanker kan het uiterlijk behoorlijk veranderen. Dat kan door de ziekte komen, maar ook door de behandeling. De ervaring leert dat een goed verzorgd uiterlijk ook direct een beter gevoel geeft. Daarom biedt Isala Oncologisch centrum de workshop ‘Uiterlijke verzorging voor mensen met kanker’ aan. De workshop wordt georganiseerd door de stichting ‘Look Good…Feel Better’ en is bedoeld voor mensen met kanker, zowel mannen als vrouwen, tijdens en/of (kort) na de behandeling. Momenteel kunnen deze workshops gratis online gevolgd worden.
Tijdens de gratis online workshops gaat u zelf aan de slag. Zo kunt u vanuit huis deze workshops volgen en krijgt u tips en adviezen op gebied van huid, make-up en haar. U kunt kiezen uit verschillende workshops, namelijk: workshop huidverzorging, workshop make-up en workshop haarwerken en alternatieven. Aanmelden kan via: www.lookgoodfeelbetter.nl/workshops/

Bij nazorgcentrum intermezzo kunt u tevens verschillende workshops volgen. Kijk hiervoor op: www.intermezzo-zwolle.nl.

Gevolgen op langere termijn

Chemotherapie kan schadelijke effecten hebben die lang na de chemotherapie aanhouden of pas na het afronden van de chemotherapie ontstaan. Veelvoorkomende lange termijneffecten zijn:

  • concentratieverlies en geheugenproblemen;
  • neuropathie: beschadigingen aan zenuwuiteinden;
  • vermoeidheid;
  • vervroegde overgang;
  • seksuele stoornissen;
  • onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid;
  • hartschade;
  • botontkalking.

Of deze gevolgen ook voor u gelden, vertellen uw arts en regieverpleegkundige u. Elke behandeling is verschillend en dus verschillen ook de gevolgen per behandeling. Zij kunnen u ook advies geven over hoe u met de gevolgen kunt (leren) omgaan of wat er eventueel aan te doen is.  
Meer informatie over de lange termijngevolgen van chemotherapie vindt u op de website www.kanker.nl.

Concentratieverlies en geheugenproblemen

Concentratieverlies en geheugenproblemen kunnen lange termijneffecten zijn van chemotherapie. Dit wordt door sommige mensen ook wel een ‘chemobrein’ genoemd. Klachten zijn bijvoorbeeld: moeite hebben met werken onder tijdsdruk, trager werk- en denktempo hebben, minder goed kunnen plannen en organiseren, moeite hebben om verschillende dingen tegelijkertijd te doen. Dit worden ook wel cognitieve problemen genoemd. Hieronder vindt u enkele tips op het gebied van cognitieve problemen:

  • Neem regelmatig en voldoende rust.
  • Ga zo ontspannen mogelijk aan de slag met uw activiteit.
  • Probeer de omstandigheden zo gunstig mogelijk te maken. Denk daarbij aan een goede voorbereiding, een goede organisatie, orde (spullen op een vaste plaats), regelmaat, zo min mogelijk afleiding (geen tv of muziek op de achtergrond), ruim voldoende tijd.
  • Bouw in het begin op door makkelijke dingen te doen. Doe deze een korte tijd. Voer geleidelijk aan de moeilijkheidsgraad op en verleng de tijd dat u bezig bent. 
  • Vertel mensen in uw omgeving over uw moeilijkheden, zodat ze reële verwachtingen hebben.
  • Gebruik hulpmiddelen zoals agenda, post-its, planboard, checklijsten en foto’s.

Vruchtbaarheid

Sommige mensen worden door chemotherapie onvruchtbaar. Of dit voor u geldt, hangt sterk af van de soort chemotherapie die u krijgt en van uw leeftijd. Uw arts bespreekt dit voor de start van de behandeling met u. 

Als er een kans is dat u onvruchtbaar wordt en u wilt nog wel graag kinderen, dan kan uw arts of verpleegkundige u verwijzen naar de fertiliteitsarts. Hij of zij kan u uitgebreid voorlichten over de mogelijkheden die er zijn om te proberen aan uw kinderwens tegemoet te komen. Bijvoorbeeld over het invriezen van zaadcellen, eicellen of van embryo's (versnelde IVF-procedure).

Praktische informatie

Voeding tijdens chemotherapie

Goede voeding tijdens uw behandeling draagt bij aan uw gezondheid. Goede voeding helpt om de behandeling goed te doorstaan. Het draagt ook bij aan uw herstel na het afronden van de behandeling.

Hier zijn 6 basisadviezen:

  • Drink voldoende, minimaal anderhalve liter per dag ( tenzij uw arts u een vochtbeperking heeft voorgeschreven), bij voorkeur water, zwarte koffie of (kruiden)thee.
  • Eet minimaal 250 gram groenten en 2 stuks fruit per dag, kies elke dag iets anders.
  • Eet niet teveel zout, “pakjes en zakjes” bevatten vaak veel zout.
  • Kies bij voorkeur plantaardige producten en geen dierlijke. Vlees kunt u vervangen door vis, peulvruchten (bijvoorbeeld bruine bonen of kikkererwten), eieren en noten.
  • Eet elke dag zuivel, zoals yoghurt, melk en kaas.
  • Kies volkoren als u graanproducten eet, zoals brood en pasta. Kies zilvervliesrijst.

Tijdens de behandeling van kanker heeft iemand meestal meer eiwit en voldoende energie nodig. Het eten van voldoende eiwitten zorgt voor het behoud van spieren, ondersteunt het immuunsysteem en zorgt voor het behouden van de conditie. Dierlijke eiwitten zitten vooral in vis, melk, kaas, eieren en vlees. Plantaardige eiwitten zitten vooral in vleesvervangers, soja, peulvruchten en noten.

Meer informatie

De volgende websites geven goede en betrouwbare informatie over voeding tijdens chemotherapie. Ook zijn er tips te vinden bij problemen, zoals verminderde eetlust of misselijkheid.

De volgende voedingsmiddelen niet gebruiken zonder overleg

Gebruik tijdens de behandeling de volgende voedingsmiddelen niet zonder overleg met uw arts of verpleegkundige;

  • voedingssupplementen,
  • sint-janskruid,
  • grapefruit(sap) en pompelmoen(sap),
  • visoliesupplementen.

Alcohol

Het drinken van alcohol kan er voor zorgen dat bepaalde medicijnen, zoals chemotherapie, minder goed werken. Ze worden bijvoorbeeld minder goed opgenomen of verspreiden zich minder goed door het lichaam. Drink dus bij voorkeur géén alcohol tijdens de behandeling.
Wilt u toch alcohol drinken tijdens uw behandeling? Vraag uw arts of verpleegkundige of er in uw situatie een reden is om helemaal van het gebruik van alcohol af te zien. Drink nooit op de dag van toediening of inname van de chemotherapie. Drink altijd met mate (maximaal één glas per dag) en houd er rekening mee dat alcohol anders kan smaken en uw lichaam anders kan reageren op het gebruik van alcohol tijdens uw behandeling.

Advies

Wanneer u problemen ervaart met betrekking tot eten of drinken, bespreek dit dan met uw arts, regieverpleegkundige of verpleegkundig specialist.
Wilt u een voedingsadvies van een diëtiste? Op de website oncologiedietisten.nl kunt u lezen met welke vragen u terecht kunt bij een diëtiste die kennis heeft van behandelingen bij kanker. U kunt een diëtiste vinden bij u in de buurt. U kunt zonder verwijzing een afspraak maken. Vanuit de basisverzekering wordt 3 uur advies per jaar vergoed (voor het jaar 2023).

Autorijden en chemotherapie

  • Bij de toediening van een eerste kuur via een infuus raden wij zelf autorijden op de dag van de kuur ten strengste af. Wanneer een aantal toedieningen van chemotherapie via een infuus zonder enig probleem verlopen zijn, is autorijden op de dag van de kuur niet strikt verboden, maar we raden het u niet aan.
  • Sommige cytostatica in tabletvorm kunnen de rijvaardigheid negatief beïnvloeden. Dit staat dan vermeld op de verpakking en in de bijsluiter.
  • Als u bij of voor de kuur medicijnen inneemt of krijgt toegediend die uw reactievermogen kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld tavegil of lorazepam), is zelf autorijden op de dag van de kuur verboden.
  • Als u besluit zelf te rijden, is het verstandig ervoor te zorgen dat er zo nodig een vervangende chauffeur beschikbaar of oproepbaar is, voor het geval u toch niet in staat bent zelf terug te rijden.
  • In de periode tussen twee kuren mag u uiteraard autorijden als u het gevoel heeft dat u dat aankunt. 

Vervoersvergoeding

In de basisverzekering is een regeling opgenomen voor vergoeding van vervoer vanwege een chemotherapiebehandeling. U kunt gebruik maken van eigen vervoer of taxivervoer. Neem op tijd contact op met uw zorgverzekeraar om te vragen hoe u deze vergoeding kunt aanvragen. Soms moet een specialist hiervoor een formulier ondertekenen. U kunt dit regelen bij het secretariaat van uw specialist.

Saunabezoek en chemotherapie

  • Het is niet bekend of saunabezoek tijdens chemotherapie meer kans geeft op het oplopen van een infectie.
  • Houd er rekening mee dat u zich de eerste periode na toediening van de medicijnen (of tijdens het gebruik van medicijnen per tablet) 'anders dan anders' kunt voelen. Saunabezoek kan hierdoor anders aanvoelen dan voor de chemotherapie. Als u denkt dat het voor u prettig zal zijn, kunt u het proberen.
  • Als u de lymfklieren in oksel of lies mist, loopt u een verhoogd risico op het ontstaan van lymfoedeem (een dikkere arm of een dikker been) door de blootstelling aan warmte en koude.
  • Ga niet naar de sauna in de periode dat u rekening moet houden met uw uitscheidingsproducten. Dit in verband met overmatig transpireren in de sauna.

Zwemmen tijdens chemotherapie

Het is niet bekend of zwemmen tijdens uw chemotherapiebehandeling meer kans geeft op het oplopen van een infectie. Door de toegevoegde chloor aan het zwembadwater is er waarschijnlijk weinig kans op infectie. Let wel op de voethygiëne rondom het zwembad: draag slippers om zwemmerseczeem te voorkomen.

Houd er rekening mee dat u zich de eerste periode na toediening van de medicijnen (of tijdens het gebruik van medicijnen per tablet) 'anders dan anders' kunt voelen. Als u denkt dat zwemmen voor u prettig zal zijn, kunt u het proberen.

Bewegen tijdens uw chemotherapie is belangrijk voor uw conditie. Zwemmen leent zich daar in principe prima voor.

Uw (klein)kinderen informeren

Voor het informeren van (klein)kinderen over een behandeling met chemotherapie, is een aantal hulpmiddelen beschikbaar. Via de website van de Vereniging Ouders Kinderen en Kanker (VVOK) kunt u de volgende boekjes bestellen:

  • Chemo-Kasper;
  • Prinses Lucie en de chemo-ridders.

Deze boeken zijn ook te leen bij Nazorgcentrum IntermeZZo.
Of kijk op de website www.kankerspoken.nl.

Als u als ouder chemotherapie op de Dagverpleging of verpleegafdeling Oncologie - Hematologie krijgt, dan raden wij u aan uw kinderen een keer mee te nemen. Zo kunnen zij met eigen ogen zien wat er gebeurt. De eerste toediening is hiervoor minder geschikt. Waarschijnlijk bent u op dat moment zelf ook gespannen, waardoor u uw kinderen minder goed kunt begeleiden. Bespreek het bezoek van uw kinderen met de verpleegkundigen, zo kunnen zij rekening houden met hun komst. U hoeft niet bang te zijn dat uw kinderen blootgesteld worden aan de chemotherapie, zij lopen geen risico.

Tijdens de periode dat u wordt behandeld met chemotherapie kunt u uw eigen of bezoekende kinderen gewoon aanraken, op schoot nemen en knuffelen. Dit levert geen gevaar op voor hen of voor u als patiënt. Ook in de periode dat de uitscheidingsproducten 'besmet' zijn met chemotherapie zullen zij hier geen schade van ondervinden.

Contact met zieke kinderen is wel af te raden als er geen dringende reden toe is. Uw weerstand tegen infecties kan door de chemotherapie verminderd zijn. Houd wat meer afstand bij verkoudheid en was regelmatig uw handen. Deze adviezen gelden ook voor het contact met zieke volwassenen.

Als u vroeger het rijksvaccinatieprogramma hebt doorlopen en de gebruikelijke kinderziektes hebt gehad, dan loopt u geen extra risico als u in contact komt met een kind dat een van de bekende kinderziektes heeft.

Laatst gewijzigd 23 januari 2024 / 6689 / P